A1 H2 Flashcards
volgend
next
wc, de
toilet
laat
late
pas (pas 19)
only 19
of
or
tijd, de
time
oud
old
’s avonds
in the evening
maand, de
month
verjaardag, de
birthday
half
half
alweer
already
hartelijk (hartelijke groeten)
best regards
ander
other
sorry
sorry
tot (van … tot)
from … to
minuut, de
minute
vrij
free, a day off
lesgeven
to teach
klaar
ready
anderhalf
one and a half
sporten
to exercise, to work out
wanneer
when
eten
to eat, to have dinner, lunch etc.
over (kwart over twee)
past (a quarter past two)
afspraak, de
appointment, engagement
douche, de
shower
uur, het (om 3 uur)
hour (at three o’ clock)
al
already
net
just
morgen
tomorrow
precies
precise / right on time
nemen
to take
per (twee keer per week)
per (two times a week)
jong
young
kwart, het (tijd)
quarter
rijden
to drive
aflopen
to end
jarig (ik ben jarig)
it’s my birthday
feest, het
party
keer, de (twee keer per week)
time (two times a week)
morgen, de
morning
collega, de
colleague
dag, de
day
voor (vijf voor acht)
to (five minutes to eight)
vriendin, de
female friend / girlfriend
hartelijk (hartelijk gefeliciteerd)
congratulations, sincere best wishes
’s middags
in the afternoon
ochtend, de
the morning
vieren
to celebrate
danken (dank je wel)
to thank (thank you)
gelijk
right
feliciteren
to congratulate
avond, de
evening
graag (welke programma’s wil je graag zien?)
which programmes would you like to see
veel
much, many
nacht, de
night
vanavond
tonight
over (over 10 minuten)
about (in 10 minutes)
duren
to last
lezen
to read
dus
so
s ochtends
in the morning
vakantie, de
holiday(s)
programma, het (tv)
programme
middag
afternoon
centrum, het
(town, city) centre
hoeveel
how much, how many
worden
to become, to get
lang
long
land, het
land
tot (tot zaterdag)
to (see you on Saturday)
bijna
nearly, almost
geboren
born
vaak
often
opschieten
to hurry op
’s nachts
at night
ziekenhuis, het
hospital
bus, de
bus
wakker
awake
s morgens
in the morning
station, het
station
leren
to teach / to learn
thuis
at home
kalender, de
calender
week, de
week
vanmiddag
this afternoon
toch (dat is toch niet oud)
that’s not old, is it?
hoe laat
(at) what time
les, de
lesson
te (te laat)
too (too late)
kwartier, het
quarter of an hour
