add Flashcards

1
Q

fatale aantrekkelijkheid

A

wat je eerst leuk vond, irriteert je nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

zelfbevestigingstheorie

A

wanneer iets je bedreigd of tegenzit, aan iets positiefs en ongerelateerd van jezelf denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke hechtingsstijl is het beste te herkennen in het volgende fragment: ‘Ik voel me niet op mijn gemak in de nabijheid van anderen en heb moeite anderen volkomen te vertrouwen. Ik ben nerveus als iemand dichtbij komt en vaak willen mijn partners dat ik intiemer met ze ben dan waarbij ik me op mijn gemak voel.’

A

Vermijdende hechting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke hechting

Bij kinderen: Een kind dat huilt wanneer de ouder de kamer verlaat, en na terugkomst blijft huilen of boos gedrag vertoont, ondanks de aanwezigheid van de ouder.

Bij volwassenen: Iemand die constant sms’jes stuurt naar hun partner om bevestiging te krijgen, maar tegelijkertijd boos of gekwetst reageert als de partner niet meteen antwoordt.

A

Angstig ambivalente.

Deze hechtingsstijl ontwikkelt zich bij kinderen die inconsistente of onvoorspelbare zorg van hun verzorgers ontvangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een uitgangspunt van de empathie-altruïsmetheorie van Batson?

  1. Als we empathie voor een ander voelen, kunnen we niet meer spreken van altruïsme, omdat het hulpgedrag ons dan zelf een prettig gevoel oplevert.
    Juiste antwoord
  2. Pas als we geen empathie voelen, gaat sociale uitwisseling een rol spelen en kijken we naar wat helpen ons oplevert.
  3. Als we empathie voor een ander voelen, zullen we die persoon proberen te helpen, maar alleen als onszelf dat ook voordeel oplevert.
  4. Zuiver altruïsme bestaat niet, omdat we ons nooit volledig in een ander kunnen verplaatsen.
A
  1. Pas als we geen empathie voelen, gaat sociale uitwisseling een rol spelen en kijken we naar wat helpen ons oplevert.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie is, volgens het onderzoek naar de relatie tussen stemming en hulpgedrag, waarschijnlijk het MINST bereid een blinde te helpen oversteken?

  1. Marco, die een gewone dag heeft en neutraal gestemd is
  2. Bram, die net vreemd is gegaan en zich schuldig voelt
  3. Silvie, die net een vier gekregen heeft voor haar essay en dus verdrietig is
  4. Abhra, die net een tien heeft gekregen voor een essay en dus goedgehumeurd is
A
  1. Marco, die een gewone dag heeft en neutraal gestemd is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke verklaring behoort niet tot de verklaringen die de evolutietheorie voor prosociaal gedrag geeft?
1. groepsselectie
2. verwantschapsselectie
3. wederkerigheidsnorm
4. sociale uitwisseling

A
  1. sociale uitwisseling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het concept van de attitude-inentingstechniek is dat we beter in staat zijn een latere poging tot verandering van onze attitudes te weerstaan wanneer we eerst worden blootgesteld aan …

  1. sterke argumenten die tegen onze eigen attitude ingaan.
    2argumenten die onze huidige attitude ondersteunen.
    3sterke argumenten die onze eigen attitude ondersteunen.
    4zwakke argumenten die tegen onze eigen attitude ingaan.
A

4.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly