Acenocoumarol Flashcards

1
Q

Hoe werkt acenocoumarol

A

Als vitamine-K antagonist blokkeert het de synthese van de vit.-K afhankelijke stollingsfactoren II, VII, IX en X en van proteïne C of proteïne-S.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is het nodig om soms een direct werkend anti-stollingsmiddel te geven (welke?) zoals bij een longembolie?

A

Omdat reeds gevormde stollingsfactoren niet worden beïnvloed, treedt het effect op de stolling pas na een aantal dagen op. Ter overbrugging kan je starten met heparine/laag moleculair gewicht heparine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het belangrijkste verschil tussen acenocoumarol en fenprocoumon?

A

Acenocoumarol heeft een kortere T1/2 dan fenprocomon en is dus vooral geschikt bij patiënten bij wie de antistolling regelmatig onderbroken dient te worden. Een ander vit-K antagonist is warfarine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe lang na het staken van acenocoumarol zal de stolling weer normaal zijn?

A

Na 2-3 dagen. Bij fenprocoumon is dit langer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de drie opties om een doorgeschoten INR ten gevolge van acenocoumarol behandeling te couperen?

A

1) bij een overmatig verlengde INR ZONDER BLOEDING kan de dosering worden overgeslagen
2) Indien hoog risico op bloeding (oude pt met lage dagdosering) kan vitamine K worden gegeven (effect duurt halve dag, want stollingsfactoren moeten eerst worden aangemaakt)
3) Bij ernstige bloedingen of spoed-operaties wordt iv protrombinecomplex gegeven (bevat factor II, VII, IX en X)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly