9 | Representatie en de constitutionalisering van het EG Verdrag (II) Flashcards

1
Q

Welke 2 bezwaren zijn er op het handelen van de Unie?

A
  1. Ongeacht hoe hard we stellen dat er sprake is van een Europees volk, het kan niet worden vermeden dat wij nog niet spreken van een verenigd Europa. Dit kan een van de hoofdredenen zijn waarom er zoveel kritiek is op het handelen van de Unie.
  2. Daarnaast heeft er geen constitutionele handeling plaatsgevonden door het volk zelf. De personen die het Verdrag hebben ondertekend deden dit namens de lidstaten. We hebben geconstateerd dat een Europees volk door het HvJ aan ons is opgelegd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk arrest wordt in dit hoofdstuk uitgelicht?

A

arrest Martin vs. Hunther’s Lessee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt het arrest van Martin vs. Hunter’s Lessee in?

A

Het geschil tussen Denny Martin en David Hunter draaide om een stuk land in Virginia dat door Martin was geërfd van zijn oom, Lord Fairfax, en dat door de staat Virginia aan Hunter was toegekend op basis van staatswetgeving.
* Hoewel er een federale wet was die de grond toekende aan Martin, oordeelde de Supreme Court van Virginia in het voordeel van Hunter.
* Toen de zaak voor de US Supreme Court kwam, oordeelde deze dat de beslissing van de Supreme Court van Virginia in strijd was met federale wetgeving en vroeg hen de zaak te herzien.
* De Supreme Court van Virginia weigerde echter, met het argument dat de US Supreme Court:
o Zijn jurisdictie had overschreden en
o dat de grondwet geen duidelijkheid bood over hoe conflicten tussen federale en staatsbevoegdheden moesten worden opgelost.

De houding van de Supreme Court van Virginia lijkt op die van het BVerfG in het Maastricht-arrest, waar het BVerfG stelde dat Duitsland als verdragspartner kan bepalen hoe het gemeenschapsrecht de nationale rechtsorde wordt geïmplementeerd en in conflict met de nationale grondwet het gemeenschapsrecht terzijde kan worden geschoven.

Uitkomst arrest: US Supreme Court verwierp de redenering van de Virginia Supreme Court en stelde dat de grondwet wel degelijk bevoegdheden verleende aan de US Supreme Court om conflicten tussen federale en staatswetten te beslechten. Zonder deze bevoegdheid zou de oplossing van een federale wetgeving en het constitutionele systeem ondermijnd worden, omdat verschillende staten anders wetten zouden kunnen interpreteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de kernvraag in dit arrest?

A

in hoeverre de US Supreme Court de bevoegdheid had om te oordelen over wetgeving in de staten. De US Supreme Court oordeelde in ongeveer dezelfde bewoordingen als het HvJ dat zij deze bevoegdheid heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt de paradox van politieke representatie in dit arrest in?

A

Maar ook hier is weer sprake van een cirkelredenering.
* Je hebt het uitgangspunt: ‘a single people formed the constitution it is logical that a single body of law should apply to all American people’.
* We kunnen echter de redenering ook omdraaien door te stellen dat ‘by applying a single body of law to all American peoples, a single (American) people is formed’.
Hier komen we dus ook uit op de paradox van politieke representatie. Niet alleen geldt ‘eerst een volk en dan een grondwet’, maar ook ‘eerst een Grondwet (een uitleg over wat de Grondwet betekent) en daarna pas een Amerikaans volk’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ongeacht de overeenkomsten tussen het EG-Verdrag en de Amerikaanse constitutie, kun je er niet omheen dat beide wezenlijk van elkaar verschillen. Wat zijn de verschillen?

A
  • De Amerikaanse Grondwet: is gevestigd bij een vergadering van het volk (constitutional assembly)
  • De constitutie van Europa: wordt daarentegen door de rechter is geïmpliceerd.
    Met het oog op politieke representatie kan er echter ook eerst een constitutie zijn die het volk aanwezig stelt. Dat is juist wat het HvJ heeft gedaan in haar arrest.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de overeenkomsten van het BVerfG en Koopmans:
1. Er is geen Europees volk;
2. De EU is geen politieke eenheid;
o volgens Koopmans was de EU een rechtsgemeenschap en het BVerfG vond dat de EU ook geen politieke eenheid was omdat niets alle Europeanen met elkaar bindt.
3. Integratie is een proces van ontgrenzing;
4. Een politieke eenheid is een mogelijk eindpunt van een integratieproces.

Wat is de kritiek van Lindahl op de overeenkomsten tussen BVerfG en Koopmans? (4 stuks)

A
  • De visie is niet volledig. Zoals gezien wordt in Martin vs. Hunter’s Lessee kunnen veronderstellingen erg krachtig zijn. Hierdoor kan, na de analyse van Van Gend en Loos en Costa/ENEL, ook gesteld worden dat een Europees volk altijd al verondersteld is en dat de EU ook als een politieke eenheid wordt verondersteld. Niet alleen door het HvJ in haar arresten, maar ook in de preambule van het Verdrag. Dit is te zien aan het gebruik van ‘hechter wordend’.
  • Door de verdeling van soevereiniteit, een term die ontleend kan worden van Fischer uit week 4, kunnen lidstaten hun eigen identiteit behouden, terwijl één Europees volk bestaat. Lindahl stelt dan ook dat geen sprake is van een zero sum game: het is niet het één of het andere, maar beide tegelijk.
  • Integratie niet slechts een kwestie is van ontgrenzing. Dat wij zeggen dat wij Europeanen zijn, betekent dat ook mensen bestaan die geen Europeanen zijn.
    o Denk bijvoorbeeld aan mensen die vanuit Afrika hiernaartoe komen vluchten, die wij als ‘anders’ bestempelen, omdat zij niet christelijk zijn of denk aan de paus die stelde dat het Christendom onderdeel was van de identiteit van Europa.
  • Integratie is dus niet alleen een kwestie van ontgrenzing, maar ook een kwestie van begrenzing.
    o Deze begrenzing staat echter op losse pootjes, aangezien de politieke eenheid van Europa een steeds veronderstelling is.
    o Het heeft geen daadwerkelijke werkelijkheid, maar moet steeds ingevuld worden door bijvoorbeeld het HvJ die stelt dat het Verdrag meer is dan een overeenkomst, waardoor een politieke eenheid kan ontstaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly