12 | De EU tussen integratie én disintegratie Flashcards
Wat zegt Lindahl over concurrerende loodgieters m.b.t. de gemeenschappelijke markt?
- Sinds de instelling van de interne markt is de concurrentie binnen de Europese Gemeenschap erg toegenomen.
- Door de vier vrijheden kunnen veel burgers hun arbeid makkelijk van lidstaat naar lidstaat verplaatsen.
- De Poolse loodgieter is het fenomeen waar Lindahl over praat.
o Deze staat voor de goedkope arbeid dat sinds de toetreding van Oost-Europa op de Nederlandse arbeidsmarkt is verschenen. Oost-Europeanen zijn sneller bereid om hetzelfde werk voor minder te doen, omdat de salarissen in Nederland sowieso al hoger zijn dan die van hun thuisland. -> Gevolg: Nederlandse loodgieters worden door de instelling van de interne markt weg geconcurreerd.
Dit laat de vraag opkomen in hoeverre de doelstelling van het instellen van een interne markt gemeenschappelijk is aan ons Europeanen. Het raakt hiermee de kern van politieke representatie. Op het moment dat je een bepaald belang insluit, zal ook altijd een belang worden uitgesloten.
Waardoor is het geen toeval volgens Wolfgang Streeck dat er vaker financiële crises zullen ontstaan? Welke spanning ontstaat er?
Er bestaat een spanning in het concept van ‘democratisch kapitalisme’
- kapitalisme volgens Streeck: vrije marktwerking
- democratie: gaat om de behoeftes van het volk.
Deze principes overlappen volgens Streeck bijna nooit. Dit betekent dat overheden vaak maar één van de principes kunnen volgen
Tegenwoordig volgen overheden voornamelijk de principes van vrije marktwerking. De markten bepalen volgens Streeck wat overheden voor hun burgers kunnen doen. Waar is dit slecht voor?
dit is slecht voor de solidariteit binnen de verzorgingsstaten van Europa, aangezien burgers zien dat de overheden niet kijken naar hun behoeftes, maar naar de behoeftes van de markt. Hierdoor kan afgevraagd worden in hoeverre de gemeenschappelijke markt inderdaad gemeenschappelijk is.
Welke grens definieert Europa?
- Lang geleden hebben we besloten welke landen behoren tot de EU.
o Door de jaren heen zijn er steeds meer lidstaten toegetreden tot de gemeenschappelijke markt. - De vraag is tot waar de grens van Europa destijds was getrokken.
o De Preambule van het Verdrag verwijst naar een grens tussen Europa en de rest van de wereld die ooit is getrokken in een ver verleden, maar ook een grens waarvan men niet weet waar die loopt. -> Het gevolg hiervan is dat men niet weet wanneer de EU compleet is.
Wat is daarmee de kern van de cursus als we het hebben over welke grens Europa definieert?
Daarmee komen we tot de kern van de cursus: iedere keer dat we bepalen welke landen tot de EU mogen toetreden, vindt er politieke representatie plaats. We moeten ons steeds afvragen wat voor gemeenschap de EU precies is en wat “Europees” betekent. Het proces van uitbreiding van de EU (integratie) gaat daarom altijd samen met discussies en spanningen die soms juist tot verdeeldheid leiden (desintegratie).