2 | Het BVerfG: de EU als 'statenbond' Flashcards
Na het Verdrag van Rome wordt het Verdrag van Maastricht opgesteld in 1992. Wat had dit verdrag als doel?
De bevordering van het verbond tussen volkeren van Europa, waardoor de EU werd opgericht.
Wat is het BVerfG?
Het Duitse Constitutionele Hof
Het Duitse Constitutionele Hof (het BVerfG) besloot nav het Verdrag van Maastricht haar beroemde Maastricht-arrest aan te wijzen. Waar gaat het Maastricht-Arrest over?
Gaat over de verenigbaarheid van het Verdrag van Maastricht met de Duitse grondwet
Wat is het verschil in bondsstaat en statenbond (volgens Maastricht-arrest)
- statenbond: groep autonome landen die samen zijn gaan werken op basis van een verdrag.
- bondsstaat: bestaat uit allemaal verschillende deelstaten onder een overheid. Grondslag voor de staat is een grondwet
Bij het ratificeren van het Verdrag van Maastricht stelden Duitsers dat het in strijd was met de Duitse grondwet (Grundgesetz). Welke klachten (2 stuks) legden de Duitsers neer bij het Duitse Constitutionele HvJ (het BVerfG)?
- de grondrechten komen onder druk te staan door het Verdrag
- de Duitse soevereine staat wordt bedreigd nu de nieuwe Unie verschillende wettelijke bevoegdheden krijgt om binnen nationale lidstaten te oordelen, bevoegdheden die toekomen aan de wetgevende macht gaan zo naar de uitvoerende macht
Wat is een belangrijke stelling van het Maastricht-arrest? En waar is deze stelling op gebaseerd?
Belangrijke stelling: het BVerfG stelt dat de EU geen bondsstaat is maar een statenbond.
Stelling op gebaseerd: democratieprincipe: uit het volk komt alle macht (art. 20 lid 2 Duitse Grondwet). Het volk is dus de grondslag van een grondwet (pouvoir constituant) aangezien de grondwet de hoogste macht is binnen een staat.
Waar moet er sprake zijn volgens het BVerfG voordat men kan spreken van een volk?
Er moet sprake zijn van relatieve homogeniteit binnen een groep mensen voordat men kan spreken van een volk. Het BVerfG stelt dat slechts relatieve homogeniteit bestaat wanneer iets een groep mensen sociaal, geestelijk en politiek samenbindt.
Het BVerfG stelt dat er geen sprake is van relatieve homogeniteit in de EU: het Europese volk bestaat niet.
Het BVerfG stelt dat er geen sprake is van relatieve homogeniteit in de EU, gezien het Europese volk niet bestaat. De argumenten van het BVerfG kunnen op 3 verschillende manieren worden gegroepeerd. Welke 3 manieren?
- autonomie van het gemeenschapsrecht
- het democratieprincipe
- representatie volgens BVerfG
Wat houdt de eerste groepering (autonomie van het gemeenschapsrecht) in als argument dat er geen sprake is van relatieve homogeniteit in de EU, omdat het Europese volk niet bestaat?
- de unie is geen autonome rechtsorde, maar een samenwerkingsverband van lidstaten -> autonomie komt voort uit een volk; een politieke eenheid -> EU is afhankelijk van de lidstaten -> er is dus geen Europees parlement -> EU mag geen aanspraak maken op autonomie.
- de EU is geen bondsstaat, maar een statenverbond
- Voor zover de uitvoering van het EU recht binnen de Duitse staat grondrechten aantast, is deze grondwettelijk verboden
Wat houdt de tweede groepering (het democratieprincipe) in als argument dat er geen sprake is van relatieve homogeniteit in de EU, omdat het Europese volk niet bestaat?
- democratische legitimatie (het democratieprincipe): een (bonds)staat ontleent haar macht aan een volk, het EU volk bestaat niet -> er kan geen EU grondwet bestaan -> EU kan geen bondsstaat zijn.
- Pouvoir constituant: het volk
- Pouvoir constitue: trias politica
- De grondwet wordt tot stand gebracht door het volk (pouvoir constituant) en de grondwet kan bepalen welke machten er zijn en welke bevoegdheden ze hebben (pouvoir constitue)
Wat is een belangrijke implicatie van het Maastricht arrest mbt het democratieprincipe?
het Europees Parlement is geen parlement, want er is geen sprake van een relatief homogeen volk! Het niet hebben van een EU volk zorgt voor een democratisch tekort, dus moeten nationale parlementen meer betrokken worden bij de EU-wetgeving om dit democratisch tekort te voorkomen
Wat houdt de derde groepering (representatie volgens BVerfG) in als argument dat er geen sprake is van relatieve homogeniteit in de EU, omdat het Europese volk niet bestaat?
- de constitutie is niet de grondslag van een democratische rechtsorde, dat is het volk.
- een volk dat zichzelf als volk erkent kan politiek zelf beschikken, het HvJ heeft zich in HvJ Les Verts dus verkeerd uitgelaten omtrent ‘constitutie’, nu er geen sprake is van politieke zelfbeschikking van een volk binnen de EU.
Als de EU een statenverbond is, is het EG Verdrag te bestempelen als een normaal internationaal verdrag en dus niet one of a kind (sui generis). Dit heeft enkele gevolgen (5). Welke?
- Lidstaten als Heren van het verdrag: lidstaten blijven de bazen van de EU en niet het verdrag.
- Delegaties van bevoegdheden, geen overdracht.
- Eigen rechtmatigsheidscontrole
- Verbindendheid van unierecht in Duitsland: het EU recht is niet vanuit zichzelf bindend in Duitsland, het is geen autonome rechtsorde. Slechts bindend indien het geratificeerd wordt door bondsstaat Duitsland en het een grondwettelijke toets heeft doorstaan.
- Impact op prejudiciële beslissingen: het BVerfGG stelt dat deze procedure niet gehonoreerd dient te worden wanneer risico bestaat dat de Duitse grondwet wordt aangetast. De EU-rechter kan enkel uitspraak doen wanneer zij een zaak voorgelegd krijgt door een nationale rechter
Wanneer is er sprake van een volk volgens het BVerfG?
wanneer een relatief homogene groep mensen bestaat die zich op geestelijk, sociaal en politiek vlak met elkaar verbonden voelen. Het volk is dan een politieke eenheid.
- wanneer het volk zich politiek wil uitdrukken, doet het volk dat in de vorm van een grondwet.
- de grondwet is dus een ‘afbeelding’ of ‘representatie’ van het relatief homogene volk.
- hierdoor is het volk: pouvoir constituant (grondwetgever)
- waarmee zij de grondwet (en trias politica)
- in het leven groepen: pouvoir constituée -> hierdoor wordt het volk naast een politieke, ook een juridische eenheid
Wat houdt legaliteit in volgens het BVerfG?
wanneer het volgens de wet gebeurt.
- de constitutionele toets in Les Verts is dan ook ‘is het volgens het verdrag?’
Dit wordt gezien als de materiële grondwet: wordt naar inhoud van het verdrag gekeken -> juridische opvatting van een constitutie