9. Ik heb bloemen voor je meegebracht Flashcards
1
Q
so much, so many
A
zoveel
2
Q
that’s fine with us
A
dat is wat ons betreft prima
3
Q
vegetarian (person)
A
de vegetariër
4
Q
vegetarian (food)
A
vegetarisch
5
Q
go right on in
A
ga maar vast naar binnen
6
Q
fixed, tight
A
vast
7
Q
candle
A
de kaars
8
Q
lager (beer)
A
de pils
9
Q
something stronger
A
iets sterkers
10
Q
meal
A
de maaltijd
11
Q
sweet
A
zoet
12
Q
salty
A
zout
13
Q
spicy, hot
A
pittig
14
Q
dish
A
het gerecht
15
Q
lovely
A
heerlijk
16
Q
to get ready, to prepare (refers to food)
A
klaarmaken
17
Q
it isn’t so bad (better than expected)
A
dat valt wel mee
18
Q
to turn out to be better than expected
A
meevallen
19
Q
recipe, prescription
A
het recept
20
Q
to try out
A
uitproberen
21
Q
later, in a minute
A
straks