10. Vroeger Flashcards
only (2)
nog maar, pas
before that
daarvoor
before this
hiervoor
did you like that?
beviel dat? (from bevallen)
in the country
op het platteland
enormous
enorm
I didn’t mind
dat vond ik niet erg
because of
vanwege
company
het bedrijf
offer (n.)
het aanbod
to offer
aanbieden
present job
huidige baan
a little longer
iets langer
a while ago
een tijd
just as well
evengoed
financial analyst
financieel analist
payment traffic
het betalingsverkeer
traffic
het verkeer
topic, subject
het onderwerp
to discuss
bespreken
which we have discussed
die we hebben besproken
did you understand everything?
snapte jij alles?
note (n.)
de aantekening
to take notes
aantekeningen maken
to read through
doorlezen
morning (2)
de ochtend, de morgen
afternoon
de middag
evening
de avond
night
de nacht