8. Amerikaanse pioniers Flashcards

1
Q

William James vs Wundt:

A

Dankzij hun werk waren Duitsland en de Verenigde
Staten wereldleiders geworden wat betreft het aantal psychologen en psychologische laboratoria. Ironisch genoeg hadden deze pioniers niet zoveel waardering voor elkaars werk. Wundt
vond James’ werk niet origineel en zijn stijl te informeel. Dat kan deels te maken hebben gehad
met de zure opmerkingen van James over Wundt. Er was een groot onderscheid in hun persoonlijkheden, dat nog steeds typerend is voor het verschil in intellectueel klimaat tussen
Amerika en het Europese vasteland. In Amerika is de psychologische discipline meer persoonlijk en praktisch dan theoretisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

William James (1842-1910)

A

had moeite om roeping te vinden. ging scheikunde studeren. belangstelling verschoof naar fysiologie en ging geneeskunde studeren. vertrok in 1867 naar duitsland. kwam in aanraking met werk van de Bois-Reymond en Wundt. Onder indruk van mechanistische fysiologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke invloed had de Franse filosoof Charles Renouvier en Britse filosoof en psycholoog Alexander Bain op William James?

A

Renouvier essay over vrije wil
Bain essay over gewoonte, onderstreepte het belang van de herhaling van moreel wenselijke handelingen, zodat die een gewoonte en automatisme worden.
James combineerde de gedachten van Renouvier en Bain en oefende zichzelf erin om optimistischer te denken. Zijn voorzichtige aanname van de vrije
wil werd een levenslange overtuiging, die hem bevrijdde van zijn intellectuele terughoudendheid. Hij kon zich hierdoor grondiger verdiepen in de implicaties van de nieuwe mechanistische fysiologie en psychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pragmatisme

A

filosofie van William James
mechanistische ideeën op na houden en die
wetenschappelijk gezien serieus nemen, zonder die persoonlijk te accepteren. Bij gebrek aan
absolute beoordelingscriteria, besloot James ideeën te beoordelen naar hun nut of bruikbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef een korte beschrijving van het leven en de interesses van William James tot het moment van zijn crisis.

A

William James werd geboren in New York als oudste kind van een rijke, intellectuele familie. Het gezin verhuisde regelmatig van de Verenigde Staten naar Europa en terug. Daarbij werd voortdurend gezocht naar de beste scholing voor de kinderen. De enige constante factor, gedurende die tijd, was de stimulerende sfeer binnen het gezin. Hierdoor werden de kinderen stuk voor stuk werelds, meertalig en intellectueel van geest.

William James voelde als oudste voortdurend de druk om te presteren, en had tegelijkertijd enorme moeite om zijn roeping te vinden. Hij had artistieke talenten maar werd daarin niet gestimuleerd. Wat wel gestimuleerd werd, was zijn interesse in scheikunde, hoewel zijn vader vreesde dat William hierdoor een strikte materialist zou worden. Toen hij ging studeren aan Harvard stapte hij al snel over van scheikunde naar fysiologie, waar hij kennismaakte met het werk van psychofysiologen als Helmholtz. Om een beroep te leren waarmee hij zijn eigen geld zou kunnen verdienen stapte hij echter over naar geneeskunde.

Een tussentijdse expeditie naar het Amazonegebied liep uit op een fiasco en ziekte, waardoor James geplaagd door depressies en fysiek ongemak terug naar huis kwam. In de hoop dat zijn klachten zouden verbeteren, vertrok hij vervolgens naar Duitse kuuroorden, waar hij zich verder verdiepte in de psychofysiologie van Helmholtz en Wundt. Heel wat wijzer, maar nog altijd achtervolgd door zijn klachten, reisde hij uiteindelijk terug om zijn geneeskunde-opleiding te voltooien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waardoor werd de existentiële crisis van William James uiteindelijk uitgelokt?

A

De crisis van James werd natuurlijk niet door slechts één factor veroorzaakt. Er ging een opeenstapeling van zaken aan vooraf: hij had al geruime tijd diverse fysieke klachten, en leed aan gevoelens van wanhoop en depressie omdat hij zijn roeping in het leven niet kon vinden; ook de dood van een neef die hem na stond droeg bij aan deze gevoelens.

Maar het was vooral de Duitse, mechanistische psychofysiologie van wetenschappers als Helmholtz en Wundt die hem dwarszat. In een tijd waarin materialisme en mechanisme geen vanzelfsprekende uitgangspunten waren, en de menselijke geest voor de meesten nog iets was waar religieuze voorgangers voor zorgden, was het deterministische uitgangspunt van de psychofysiologie voor William James verontrustend.

Hij was intellectueel onder de indruk van de resultaten die in Duitsland geboekt werden, maar tegelijkertijd voelde hij zich zwaar bedrukt door de filosofische implicaties ervan. Het riep bij hem het gevoel op dat het voor een mens niet mogelijk was om zijn lot in eigen hand te nemen. Op een dag werd hij zich met een schok bewust van de ‘put van onzekerheid onder het oppervlak van zijn bestaan’, en hij belandde daarmee op 28-jarige leeftijd in een diepe existentiële crisis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gelukkig wist James zich ook weer aan deze crisis te ontworstelen. Dit lukte hem onder andere door twee inzichten die hij opdeed in de literatuur van enkele filosofen.
Welke twee inzichten bedoelen we hier, en hoe stelden deze hem in staat zijn crisis te overwinnen?

A

Het verhaal wil dat James zich met name wist te ontworstelen aan deze crisis, nadat hij een essay over de vrije wil van Charles Renouvier had gelezen. Dit essay liet hem namelijk zien dat het geloof in het bestaan van een vrije wil best te combineren was met een deterministische houding in de wetenschap.

Volgens Renouvier is de vrije wil het vermogen om ervoor te kiezen een specifieke gedachte aandachtig vast te houden in het bewustzijn, terwijl men op datzelfde moment in principe ook andere gedachten zou kunnen hebben. Het inzicht van James was dat de gedachte die men verkiest vast te houden ook de gedachte aan de vrije wil zou kunnen zijn. Op die manier zag hij in dat de vrije wil bestond zodra hij die uitoefende. Het was zijn keuze om erin te geloven. De volgende dag schreef hij dan ook in zijn dagboek: “my first act of free will, shall be to believe in free will”, en daarmee bracht hij de vrije wil terug in zijn leven, ondanks zijn deterministische overtuigingen.

Tegelijkertijd wist hij van de opvattingen van Alexander Bain over het leren van gewoonten. Als je ongewenst gedrag vertoonde, dan kon je daar een alternatieve gewoonte voor in de plaats zetten en deze wilskrachtig blijven herhalen. Met de wilskrachtige herhaling van het gewenste gedrag werden volgens Bain namelijk de connecties in het brein, tussen de betreffende situatie en de gewenste reactie, steeds sterker totdat de reactie onbewust optrad zonder dat deze gewild werd. Op basis van dit idee, en zijn geloof in de vrije wil, besloot James zichzelf te trainen om optimistische gedachten te hebben, totdat deze positieve reacties een automatisme geworden waren. Op deze manier lukte het hem uiteindelijk om zijn crisis te overwinnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het tegenstrijdige is dat James, door zich op basis van zijn geloof in de vrije wil aan zijn crisis te ontworstelen, ruimte voor zichzelf creëerde om zich vol overgave te verdiepen in een deterministische psychologie waarin geen plaats was voor diezelfde vrije wil.
Leg uit hoe deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid de basis zou vormen voor het pragmatisme dat hij later in zijn leven zou ontwikkelen.

A

Het mooie van deze anekdote is dat James inzag dat de waarheid van ideeën afhankelijk is van de context waarin zij werkzaam zijn. In zijn persoonlijke leven was het geloof in de vrije wil uitermate nuttig. In zijn wetenschappelijke carrière was het geloof in determinisme juist nuttig. Beide ideeën waren in zeker zin ‘waar’, maar niet altijd. Ze waren dat alleen in bepaalde contexten. Exact deze opvatting, dat ideeën ‘waar’ zijn in die mate waarin ze nuttig zijn in een specifieke context, zou de basis worden voor het pragmatisme dat later de kern van zijn gedachtegoed werd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zorgde ervoor dat de carrière van James uiteindelijk op gang kwam?

A

In 1872 kreeg James de uitnodiging van Harvard om als docent de helft van een cursus fysiologie over te nemen. Hij deed dat zo goed dat hem vervolgens werd gevraagd om de hele cursus voor zijn rekening te nemen. Hij was als docent zeer begaan met zijn studenten, stond open voor hun ideeën en was altijd beschikbaar voor een discussie over de leerstof. Dankzij deze eigenschappen werd hij al snel een uitzonderlijk populaire docent, en kon hij zich betrekkelijk veel vrijheid permitteren bij de invulling van zijn fysiologiecursus. De inhoud daarvan verschoof dan ook niet lang daarna richting de psychologie, en nog weer wat later richting de filosofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

The Principles of Psychology

William James

A

Het werd al snel het belangrijkste psychologieleerboek in het Engels. Het boek was succesvol om dezelfde reden waarom zijn colleges succes hadden: het benadrukte het persoonlijk nut van psychologische ideeën en was geschreven in een natuurlijke en eerlijke stijl. James’ boek omvatte alle belangrijke psychologische onderwerpen van die tijd.
Belangrijke onderwerpen: stream of consciousness, gewoonte, emotie, wil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

stream of consciousness

A

James’ beroemdste metafoor in het boek The Principles of Psychology.
stelde dat de inhoud van het bewustzijn meer een stroom is dan een verzameling afzonderlijke
elementen of ideeën – een gedachtestroom.
overtuigd dat niemand ooit precies eenzelfde sensatie, idee of ervaring twee keer kan hebben. Elke nieuwe ervaring wordt gevormd door voorgaande ervaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gewoonte

Hoofdstuk Principles of Psychology

A

benadrukte het enorme belang van gewoontereacties voor het in stand houden van de samenleving.
Hij merkte op, in navolging van de ideeën van Bain, dat de wetten van gewoontevorming neutraal zijn en in staat om zowel moreel goed als slecht gedrag voort te brengen. Als een goede of slechte gewoonte zich
eenmaal begint te vormen, is het moeilijk om die nog om te keren. Zijn belangrijkste raad was om, net als hijzelf, niet-deterministisch, vrij en blijmoedig te denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Emotie

Hoofdstuk Principles of Psychology

A

emotie is meer het gevolg dan de oorzaak van de fysiologische effecten die ermee samengaan. Hij ging hiermee tegen de heersende mening in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Emotie

Hoofdstuk Principles of Psychology

A

emotie is meer het gevolg dan de oorzaak van de fysiologische effecten die ermee samengaan. Hij ging hiermee tegen de heersende mening in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

emotietheorie van James-Lange

A

James had soortgelijke visie als Deense fysioloog Carl Lange (1834-1900). Als emotie volgt op perceptie van lichamelijke reacties, volgt daaruit dat fysieke
beweging of activiteit tot verandering van emotionele ervaringen kan leiden. James had hier
zelf ook gebruik van gemaakt, om zijn depressie te boven te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wil

Hoofdstuk Principles of Psychology

A

ingaan op de vraag of vrije wil wel bestaat. Hij begon met het beschrijven van een wilsdaad als een die
samengaat met de subjectieve beleving van aandacht. Voor hem was aandacht de essentie
van wil. Vervolgens vroeg hij zich af of aandacht een mechanistisch gevolg van het gedachteproces is, of dat dit bepaalde niet-mechanistische en onvoorspelbare invloeden uitoefent. De
wetenschap gaat uit van het eerste, maar persoonlijke ervaring suggereert het tweede.
geloofde dat wetenschap gebaseerd moet zijn op volledig determinisme en dat onder
indeterminisme wetenschap niet kan bestaan.
Wetenschap en psychologie omvatten voor James niet alle antwoorden.
Dit was kenmerkend voor James’ psychologie: geen compleet systeem of vaststaande conclusies, maar een aantal levendige en persoonlijke bespiegelingen over belangrijke kwesties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bedenk zoveel mogelijk redenen waarom William James de grondlegger van de Amerikaanse psychologie genoemd kan worden.

A

Om te beginnen richtte James in 1875 een psychologisch laboratorium in aan de universiteit van Harvard. Dit was drie jaar nadat hij er begonnen was als docent fysiologie, en vier jaar voordat Wundt het zijne officieel opende.

Gelijktijdig verschoof hij de inhoud van zijn cursus van de fysiologie in de richting van de psychologie. Daarmee was hij de eerste die aan een Amerikaanse universiteit deze nieuwe academische discipline ging onderwijzen. Vervolgens speelde natuurlijk ook zijn bevlogen manier van lesgegeven en communiceren een belangrijke rol in de snelle popularisering van het vak.

Intussen werkte hij naarstig aan een tekstboek dat hij voor een groot deel baseerde op de lezingen die hij hield voor zijn studenten. Dat boek zou uiteindelijk uitkomen in 1890 onder de titel Principles of Psychology, en was het eerste serieuze tekstboek in zijn soort. In dat tweedelig boek besprak hij alle belangrijke psychologische onderwerpen van dat moment: het brein, het zelf, aandacht, waarneming, geheugen, voorstellingsvermogen, emoties, instinct, gewoontegedrag, de vrije wil enzovoort. Het was een compleet overzicht, zowel inhoudelijk als methodologisch, van een vakgebied dat voor de verschijning van dit boek in wezen nog niet bestond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Er zijn ook redenen te bedenken om dit beeld van William James als de grondlegger van de Amerikaanse psychologie wat te nuanceren. Noem enkele zaken die het beeld van James als onaantastbaar grondlegger van de psychologie nuanceren.

A

Eigenlijk besteedde James maar een betrekkelijk korte tijd aandacht aan de psychologie. Rond 1875 verschoof het onderwerp van zijn lessen aan Harvard naar de psychologie, en in 1890, na het verschijnen van zijn Principles of Psychology, liet hij het onderwerp eigenlijk alweer achter zich. Hij merkte zelfs letterlijk op dat alles wat interessant was, juist buiten het domein van de psychologie lag, en ging zich in toenemende mate bezighouden met filosofie, religieuze ervaring en zelfs zaken als spiritisme en paranormale verschijnselen.

Een tweede reden om het iconische beeld van James wat te nuanceren, is het feit dat hij nergens in zijn psychologische publicaties een coherent, gesloten theoretisch systeem biedt. Hij vliegt de psychologie van alle kanten aan; zijn werk is daardoor zeer inspirerend maar niet heel kritisch-wetenschappelijk van aard. Hij vond dit zelf trouwens ook, hij gaf toe dat zijn ideeën niet altijd even samenhangend waren en vond dat zijn boek vooral liet zien dat psychologie eigenlijk helemaal geen wetenschap was.

19
Q

Charles Sanders Peirce (1839-1914)

A

ook voorstander pragmatisme. stelt dat wetenschappelijke ideeën en kennis nooit absoluut zijn, maar altijd onderhevig aan een wisselende mate van ‘pragmatische overtuiging’.
omarmde samen met andere aanhangers de darwinistische visie, waarin geen enkele aanpassing ooit volmaakt of blijvend is, maar altijd onderworpen aan evolutie of vervanging door een betere, net als aanpassingen van biologische kenmerken. Dit sloot mooi aan bij James’ eigen overtuigingen na zijn persoonlijke crisis: zijn besluit in vrije wil te geloven was pragmatisch adaptief en ‘juist’, omdat het werkte.

20
Q

The Varieties of Religious Experience,

A

klassieker op het gebied van de godsdienstpsychologie
Naar pragmatisch model hield James zich niet bezig met de validiteit van specifieke geloofsovertuigingen, maar schetste hij de kenmerken van een godsdienstig leven en de
doelen of functies van geloof. Hij bestudeerde religieuze gevoelens en andere subjectieve verschijnselen als psycholoog. Hij verbond bijvoorbeeld zijn fascinatie voor bewustzijnstoestanden aan de godsdienstpsychologie, en deed dat in zijn kenmerkende, toegankelijke stijl. Hij
zette wetenschap als objectief, algemeen en onpersoonlijk af tegen religie als subjectief, individueel en persoonlijk en stond daarbij duidelijk aan de kant van de godsdienst.

21
Q

Wat was de kracht van William James wat invloed had?

A

Hij bouwde niet aan een specifieke theoretische oriëntatie, maar creëerde
een atmosfeer die het onderwerp psychologie interessant wist te maken. Hij inspireerde vele
studenten hun eigen aanpak te ontwikkelen. Drie Amerikaanse pioniers die bij James studeerden leverden zelf een belangrijk experimenteel, theoretisch en professioneel aandeel aan de
psychologie: Hall, Calkins en Thorndike. De laatste nam na James’ dood diens plaats in als bekendste Amerikaanse psycholoog

22
Q

G. Stanley Hall (1844-1924)

A

Darwinisme trok zijn aandacht, ging zich of filosofie en fysiologie richten in Duitsland.
Later aan Harvard University ontmoette hij James en behaalde bij hem doctoraat in experimentele psychologie.
Vertrok naar Leipzich, werd eerste Amerikaanse postdoctorale student van Wundt. Zijn lezingen aan Harvard over opvoeding bleken op twee manieren cruciaal. Zijn aandacht
richtte zich voor het eerst op ontwikkelingspsychologie en pedagogiek, en hij trok de aandacht van de ▌John Hopkins University. Zijn aanstelling daar maakten hem tot een van de belangrijkste institutionele vernieuwers van de Amerikaanse psychologie.

In 1887 bracht hij de ▌American Journal of Psychology tot stand, gewijd aan
experimenteel-psychologisch onderzoek.

In 1888 werd Hall benoemd tot voorzitter van de
▌Clark University, waar hij de rest van zijn leven bleef. Hij bleef er zelf lesgeven, en zijn instituut bracht veel promovendi voort.

In 1892 stond hij aan de wieg van
de ▌American Psychological Association, en hij werd de eerste voorzitter daarvan.

23
Q

John Hopkins University

A

De eerste Amerikaanse universiteit die naar Duits model werd opgezet.
Hall was eerste hoogleraar psychologie en pedagogiek. Kreeg eigen onderzoekslaboratorium.

24
Q

Wat hadden James en Hall met elkaar te maken, en wat hadden zij met elkaar gemeen?

A

G. Stanley Hall was voor een groot deel geïnspireerd door dezelfde bronnen als William James. Hij bracht net als James tijd door in Duitsland en studeerde daar filosofie en fysiologie en hij raakte net als James onder de indruk van het werk van Wilhelm Wundt en diens experimentele psychologie.

Hij kreeg na terugkomst in de Verenigde Staten een baantje aan Harvard toen James daar net begonnen was als docent, en werd door James gestimuleerd om onderzoek te doen naar de fysiologie van diepteperceptie. Hall deed dat en werd zodoende, hoewel zij ongeveer even oud waren, de eerste student die bij James zijn doctorstitel behaalde. Vanaf dat moment ging hij, net als James, het gezicht van de toekomstige psychologie bepalen.

25
Q

Hoe en waarnaar deed Hall onderzoek naar na 1880?

A

een reeks onderzoeken op basis van vragenlijsten, onder kleuters. Met zijn werk werd hij toonaangevend in een beweging die systematisch informatie over kinderen verzamelde, met als doel aanwijzingen te geven voor effectieve opvoedingspraktijken.

26
Q

Boek Adolescence: Its
Psychology and Its Relation to Physiology, Anthopology, Sociology, Sex, Crime, Religion and
Education

A

Beroemdste boek van Hall.
weerspiegelde Halls interesse in ontwikkelingskwesties, en zijn overtuiging dat kinderen moeten worden gezien als constant groeiende en veranderende individuen.

27
Q

Met welke theorie kwam Hall?

A

Een theorie voor van kinderontwikkeling, gebasseerd op Darwin en ▌recapitulatie, de opvatting die stelt dat ieders intellectuele, emotionele en psychologische ontwikkelingsfasen volgens hetzelfde patroon verlopen als die van onze voormenselijke voorouders. Ook met betrekking tot ras en geslacht. opvoeders het advies te geven jongens aan te moedigen hun etnische oorsprong te herleven om zo de hoogste trap van evolutie te bereiken. Dit zou uiteindelijk tot een ras van ‘supermensen’ leiden, die hun gevorderde
ontwikkeling door konden geven aan het nageslacht door een vorm van overerving zoals beschreven door Lamarck.
Hall geloofde ook in variatiehypothese, dat personen van het mannelijke geslacht de dragers waren van een grotere variabiliteit in fysieke en mentale kenmerken, omdat ze met andere mannen moesten strijden om de gunst van seksueel meer passieve
vrouwen. Weerhield Hall er in elk geval niet van met vrouwen samen te werken
en de eerste Afro-Amerikaan bij hem te laten promoveren

28
Q

Na het behalen van zijn titel aan Harvard vertrok Hall enige tijd naar Duitsland om bij Wundt te studeren. Vanaf dat moment had hij weinig meer met James te maken. Hij ontwikkelde heel andere interesses en bleef ook veel langer actief in de psychologie dan James. Wat kenmerkte vanaf dat moment het inhoudelijke werk van Hall? Geef een kort overzicht van zijn belangrijkste opvattingen.

A

Toen hij terugkwam in Amerika kreeg Hall de kans om een aantal colleges te geven over onderwijs, waardoor zijn aandacht verschoof naar de ontwikkelingspsychologie en de pedagogiek. Dit zou voor de rest van zijn leven het belangrijkste domein van zijn activiteiten worden.

Hij onderzocht met name de intellectuele en emotionele vaardigheden van kinderen op verschillende leeftijden om het onderwijs beter op hun niveau te laten aansluiten. Daarbij vestigde hij niet alleen de wetenschappelijke aandacht op jonge kinderen, maar met name ook op adolescenten.

Daarbij hanteerde hij overigens wel het discutabele concept van recapitulatie – de opvatting dat de mens in zijn individuele ontwikkeling tot volwassenheid alle primitieve fasen van zijn evolutionaire geschiedenis doormaakt – en ging er derhalve vanuit dat het hoogste academische onderwijs alleen nuttig was voor mannen van Europese afkomst. Voor andere rassen was dergelijk onderwijs van weinig nut, omdat zij in hun evolutie niet de laatste stap naar de noodzakelijke intellectuele vermogens hadden gemaakt. Ook voor vrouwen werd dergelijk onderwijs afgeraden. Dit zou namelijk het nodige bloed aan hun voortplantingsorganen onttrekken, en dus hun vermogen tot voortplanting schaden.

29
Q

Hoewel Hall dus een belangrijk rol gespeeld heeft in het ontstaan van de ontwikkelingspsychologie, is hij bij het ontstaan van de Amerikaanse psychologie vooral ook van groot belang geweest voor de institutionalisering van de psychologie. Wat waren de belangrijkste bijdragen van Hall op dit gebied?

A

G. Stanley Hall werd in 1884 aangesteld als eerste professor in de psychologie en pedagogiek, aan de John Hopkins universiteit. Het primaire doel van zijn aanstelling was om promovendi te begeleiden en te trainen in hun onderzoeksvaardigheden. Daarbij kreeg hij tevens de leiding over een psychologische laboratorium dat het eerste institutioneel opgerichte laboratorium in Amerika was.

Vier jaar later, in 1888, werd Hall de eerste president van Clark University, waar hij de rest van zijn leven zou blijven. Ook hier lag de focus op het trainen van promovendi. Hall zou in het opvolgende decennium dan ook meer dan de helft van alle Amerikaanse promovendi opleveren. Hierdoor zorgde hij voor een enorme groei van het aantal wetenschappers dat psychologie bedreef en kon onderwijzen.

In 1887 richtte hij het American Journal of Psychology op – het eerste Engelstalige tijdschrift dat specifiek gericht was op publicatie van experimenteel psychologisch onderzoek – en een paar jaar later, in 1890, richtte hij tevens een pedagogisch tijdschrift op: Pedagogical Seminary, dat tegenwoordig bekend staat als Journal of Genetic Psychology.

Hall zorgde dus niet alleen voor een sterke groei van het aantal psychologische wetenschappers, maar ook voor platforms waar zij hun onderzoek konden publiceren. Als bekroning van al dit werk richtte hij in 1892 de American Psychological Association (APA) op, waarvan hij de eerste voorzitter werd. Deze APA is tot op de dag van vandaag gezaghebbend over de hele wereld waar het gaat om psychologisch onderzoek.

30
Q

Francis Cecil Sumner (1895-1954)

A

de eerste Afro-Amerikaan die een doctoraat in de psychologie ontving. Begeleid door Hall. werd
hoofd van de afdeling psychologie aan ▌Howard University in Washington, DC. Hij was vooral
geïnteresseerd in godsdienstpsychologie

31
Q

Mamie Phipps Clark (1917-

1983) en Kenneth B. Clark (1914-2005)

A

het beroemdste
Afro-Amerikaanse koppel uit de geschiedenis van de psychologie. Begeleid door Sunmer. Ze voerden beroemde onderzoeken uit naar de ontwikkeling van raciale identiteit bij zwarte en blanke kinderen. De resultaten hiervan werden gebruikt door de Hoge Raad van de Verenigde Staten, wat uiteindelijk leidde tot het verbod op rassensegregatie op openbare scholen

32
Q

Mary Whiton Calkins (1863-1930)

A

Calkins beheerste van huis uit zowel het Engels als het Duits perfect, genoot een uitstekende opleiding in de Engelse taal en de klassieke talen en kreeg na haar opleiding al snel een baan als lerares aan het Wellesley College voor vrouwen. In eerst instantie doceerde zij daar alleen Grieks, maar ze werd ondanks haar onervarenheid al snel gevraagd om er ook de nieuwe experimentele psychologie te introduceren.

Om daartoe in staat te zijn, volgde zij een jaar lang (onofficieel) lessen bij William James. Zij toonde zich daarbij al snel zijn gelijke in begrip van de materie en publiceerde onder andere een kritische reactie op diens hoofdstuk over associatie. Tegelijkertijd kreeg zij van Edmund Sanford uitgebreide instructie voor het opzetten van een psychologisch laboratorium.

Gewapend met deze kennis ging zij terug naar Wellesley waar zij een laboratorium oprichtte en les ging geven. Zij voelde echter ook de noodzaak om zich verder te ontwikkelen en volgde daartoe opnieuw (en weer onofficieel) lessen aan Harvard; ditmaal bij Münsterberg. Onder zijn begeleiding ontwikkelde zij experimentele technieken om associatieve vermogens te onderzoeken en deed daarmee een aantal ontdekkingen die bij elkaar het niveau van het gemiddelde promotietraject ver ontstegen. Het verzamelde werk verscheen zelfs als een monografie in de Psychological Review.

Bij een onofficieel PhD-examen maakte zij zo’n indruk op William James en Hugo Münsterberg dat de eerste haar prestatie op het examen classificeerde als de beste die ooit was geleverd aan Harvard, en de laatste haar superieur verklaarde aan alle mannelijke studenten.

Nadien schreef zij nog een goed ontvangen Inleiding in de Psychologie, ontwikkelde een invloedrijke theorie over het zelf als een actief en doelgericht fenomeen. Op basis van al deze prestaties werd Calkins in 1903 gerekend tot de vijftig belangrijkste Amerikaanse psychologen, en in 1905 verkozen als eerste vrouwelijke voorzitter van de American Psychological Association

33
Q

Edmund C. Sanford (1859-1924)

A

kreeg Calkins instructies voor het opzetten van een psychologisch laboratorium. Sanford en Calkins werkten samen aan experimenteel
onderzoek naar dromen. Na een productief jaar keerde ze terug naar Wellesley om psychologie te doceren, maar ze voelde de behoefte om verder te studeren. Dat deed ze aan Harvard,
nu bij de Duitse psycholoog Münsterberg. Ze stelde haar docent niet teleur, want ze bedacht
de ▌gepaarde-associatiemethode bij het uitvoeren van experimenteel onderzoek naar associatief leren. Haar onderzoek was veel origineler en uitgebreider dan men destijds gewend was.
Hoewel ze ruimschoots aan de vereisten voldeed, kreeg ze echter geen doctoraat.

34
Q

zelfpsychologie

Calkins

A

n invloedrijke psychologie van het zelf. Ze beschouwde het bewuste
zelf als een basisonderwerp van de psychologie, en hield dit staande tegenover behavioristen en Gestaltpsychologen. liep in zekere zin vooruit op de invloedrijke persoonlijkheidstheorie van Gordon W. Allport.

35
Q

Beschrijf welke weerstand Calkins ondervond, en welke officiële erkenning haar zelfs postuum tot op de dag van vandaag onthouden is.

A

De belangrijkste belemmeringen ondervond Calkins toen zij in 1890 op zoek was naar een instituut waar zij opgeleid kon worden in de psychologie. Het was in de tijd van Calkins zeer ongebruikelijk dat vrouwen gingen studeren, en als ze dat deden, dan gingen ze naar een speciaal vrouweninstituut waar ze hoofdzakelijk tot onderwijzer werden opgeleid, niet tot wetenschapper.

Calkins, die een betere opleiding zocht, klopte aan bij Clark University en bij Harvard University, maar beide lieten geen vrouwen toe. Uiteindelijk werd zij na veel aandringen van onder andere William James toch toegelaten tot Harvard, maar niet volwaardig. Zij mocht lessen volgen bij William James, maar niet officieel geregistreerd worden als student.

Ook toen ze een tweede maal aan Harvard wilde studeren, ditmaal bij Hugo Münsterberg, werd dat slechts oogluikend toegestaan, en weer mocht zij niet officieel ingeschreven worden. Dit leidde ertoe dat zij met baanbrekend onderzoek, onder begeleiding van Münsterberg, ruimschoots voldeed aan de kwalificatie voor een doctorstitel, maar deze niet kreeg toegewezen van Harvard University.

Zeven jaar later kreeg zij – als een soort tegemoetkoming – een doctorstitel aangeboden van het aan Harvard gelieerde vrouweninstituut Radcliffe College, maar die weigerde ze omdat deze titel de kwaliteit van haar werk niet dekte. Sindsdien zijn er regelmatig pogingen gedaan om haar alsnog de titel door Harvard te laten toekennen, maar zij heeft die titel nooit gekregen. Ook postuum, en zelfs sinds Harvard zijn deuren heeft geopend voor vrouwelijke studenten (dit gebeurde overigens pas in 1977 toen Harvard en Radcliffe fuseerden) wil het Harvard-bestuur er niets van weten.

36
Q

Edna Heidbreider

1890-1985

A

Sloto ook aan bij psychologiefaculteit van Wellesley. /
Publiceerde Seven Psychologies, liet zien dat ze een van de knapste denkers en schrijvers was over de psychologiesystemen die tot dan toe domineerden.
Tijdens een verplichte cursus in
experimentele psychologie begon ze in te zien hoe experimenteel onderzoek naar menselijk
denken haar filosofische vragen over de verwerking van kennis zou kunnen beantwoorden

37
Q

Edward Lee Thorndike (1874-1949)

A
  • studeerde aan Harvard, volgde colleges bij James
  • deed experiment met kippen, later katten. bouwde vijftien provisorische ‘puzzle boxes’, waaruit een kat kon
    ontsnappen met een specifieke respons, bijvoorbeeld door aan een koord te trekken of op
    een knop te drukken. De katten vertoonden
    eerst willekeurig gedrag voordat ze per ongeluk de juiste respons vertoonden. Bij daarop volgende pogingen ontsnapten de dieren steeds sneller.
38
Q

leren door trial-and-error

Thorndicke

A

proces van het vertonen van willekeurig gedrag dat af en toe succesvol is en daarna steeds preciezer wordt

39
Q

Hoe werkt de wet van effect van Thorndicke?

A

Volgens zijn wet van effect worden responsen meestal bekrachtigd als een opeenvolging van stimulus en respons wordt gevolgd door iets plezierigs, en meestal verzwakt indien gevolgd door iets vervelends of pijnlijks.

40
Q

Robert Sessions Woodworth

1869-1962

A

Werkte samen met Thorndike aan Colombia Teachers College. aan een belangwekkend onderzoek naar ▌trainingsoverdracht: het effect van instructie en oefening in de ene mentale functie op de prestatie in een andere. Destijds werd
algemeen gedacht dat het uitgebreid bestuderen van bijvoorbeeld de klassieke vakken, tot
betere prestaties op andere gebieden zou leiden. Uit het onderzoek van Thorndike en Woodworth bleek er nauwelijks sprake van overdracht, wat overeenkwam met Thorndikes leertheorie, namelijk dat leren het gevolg is van stimulus-responsverbindingen. Hun onderzoek ondergroef het bestaande denken, ten gunste van een meer taakgeoriënteerde
onderwijspraktijk

41
Q

Welke opvatting had Thorndike over intelligentie?

A

In lijn met zijn eerdere
onderzoek hield hij staande dat intelligentie geen afzonderlijke eigenschap is, maar een combinatie van meerdere vaardigheden. Hierbij aansluitend ontwikkelde hij intelligentietests om
vaardigheden in verschillende functies te meten. Hij geloofde ook dat deze elementen van
intelligentie grotendeels erfelijk zijn, en stemde in met de eugenetische ideeën van Galton. Door dit werk werd hij gezien als leider van het functionalisme

42
Q

functionalisme

A

In tegenstelling tot Titcheners structuralisme, dat de inhoud van bewuste ervaringen probeerde te definiëren en beschrijven, richtte het ▌functionalisme zijn aandacht op nut en doel van gedrag. Het was
een direct voortvloeisel uit het darwinistische denken. Deze denkwijze behoorde tot de pragmatische, utilitaristische benadering van James en zijn opvolgers.

43
Q

Thorndikes nalatenschap

A

Thorndikes theorieën over leren, onderwijs en erfelijke intelligentie worden nu als te simpel
gezien, en de tegenstelling structuralisme-functionalisme is niet langer relevant. Zijn belangrijkste bijdrage was misschien wel dat hij een brug sloeg tussen functionalisme en behaviorisme, dat de psychologie in de Verenigde Staten in de decennia daarna stempelde.