11. Psychoanalyse Flashcards

1
Q

Wat hield de cathartische methode in die Breuer (oude mentor van Freud) gebruikte?

A

Bij deze ▌cathartische methode hypnotiseerde Breuer zijn patiënte, en vroeg haar aan een van haar symptomen te denken en zich de eerste keer te
herinneren dat ze iets dergelijks had meegemaakt. Vaak kreeg ze een ‘vergeten’ maar zeer
emotionele herinnering, gevolgd door de uiting van de voorheen onderdrukte emotie. Na deze
emotionele catharsis verbeterden de symptomen, of verdwenen ze zelfs. Bij het voortschrijden van de behandeling deed zich echter een complicatie voor, toen Pappenheim (de vrouw die aan hysterie leed en werd behandeld) openlijk en
steeds sterker emotioneel aan Breuer gehecht raakte. Breuer beëindigde de behandeling, en
wilde nooit meer een hysteriepatiënt behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Studies on Hysteria

A

Boek geschreven door Freud en Breuer over vrouwen die leden aan hysterie. Hun boek ging uit van de hypothese dat mensen die lijden aan hysterie vooral lijden aan herinneringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pathogene ideeën

A

emotioneel beladen, maar vergeten en onbewust geworden herinneringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

▌conversies van emotionele in fysieke energie

A

hysterische symptomen door stimuli die normaal gesproken een dergelijke herinnering oproepen, activeren in plaats daarvan de onderdrukte emotionele energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

psychoanalyse

Freud

A

Onder hypnose konden patiënten weer toegang krijgen tot hun
pathogene ideeën, en hun emotionele energie op een gewone manier uiten.
Helaas werkte de cathartische methode alleen als mensen gehypnotiseerd konden worden, en bij velen was dat niet mogelijk. Freuds pogingen om dit probleem op te lossen leidden tot een uitvoerige en ambitieuze theorie, die hij ▌psychoanalyse noemde en die bestond uit allerlei ideeën die hij eerder had opgedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf in grote lijnen de carrière van Sigmund Freud tot aan het moment waarop hij de methode van vrije associatie verkoos als de kern van zijn therapeutische aanpak?

A

Sigmund Freud werd in 1856 geboren in het huidige Tsjechië, maar verhuisde op zijn vierde naar Wenen, waar hij zou blijven tot hij in 1938 naar Londen emigreerde om aan vervolging door de nazi´s te ontkomen. Hij was een vlotte leerling op school, met een brede belangstelling. Hoewel hij aanvankelijk van plan was rechten te gaan studeren, koos hij op zijn zeventiende vrij impulsief voor een studie geneeskunde.

Hij besloot zich toe te leggen op neuroanatomie en ging na zijn studie in het ziekenhuis werken om zich verder te specialiseren, waarbij hij onder andere naam maakte naam door zijn bekwaamheid om hersenziekten te diagnosticeren. Op basis van zijn vorderingen kon hij vervolgens in de leer bij de hypnose-expert Jean-Martin Charcot in Parijs. Charcot was bekend om zijn gebruik van hypnose bij het genezen van vrouwen met hysterie, en Freud raakte onder de indruk van de resultaten die hij daarmee leek te bereiken.

Na terugkeer uit Parijs begon Freud dan ook zijn eigen praktijk voor patiënten met hysterie, waarin hij aanvankelijk de hypnotische methode toepaste. Daarbij gebruikte hij ook technieken van Hippolyte Bernheim om patiënten te helpen bij het oplepelen van relevante herinneringen. Hij ontdekte echter al snel dat het niet de techniek was die allerlei herinnering terugbracht, maar vooral de daarbij geleverde opdracht om verder te associëren. Zodoende kwam hij uiteindelijk op vrije associatie als beste methode om verdrongen ervaringen bewust te maken en tijdens de therapie te verwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

act-psychologie
Franz Brentano
docent Freud

A

een benadering die onderscheid maakte tussen de aard van mentale en fysische fenomenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe keek Franz Betano tegen de psychologische analyse aan?

A
  • alle mentale handelingen hebben: ▌intentionaliteit: het aanduiden van en het hebben van een attitude, overtuiging of wens ten opzichte van een object.
    elke psychologische theorie ‘dynamisch’ moet zijn en de invloed van motivationele factoren moet kunnen verklaren.
  • maakte ook onderscheid tussen ‘objectieve realiteit’ en
    ‘subjectieve realiteit’.
    Freud maakte zo kennis met kwesties die hem later sterk beïnvloedden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ernst Brücke (1819-1892 en invloed op Freud:

A
  • veel invloed op Freud
  • voorstander van een nieuw fysiologisch mechanisme, zocht mechanistische verklaringen voor alle organische fenomenen. Freud wou hierdoor neuroanatomie studeren, maar dat mocht niet als jood.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vrije associatie

Freud

A

Net als bij hypnose moesten patiënten op een divan liggen, en vervolgens hun gedachten de vrije loop laten en alles zeggen wat in hen opkwam. Het werd Freuds standaard behandelmethode.
Methode om verdrongen ervaringen bewust te maken en tijdens de therapie te verwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

overdeterminatie

Freud

A

Freud ontdekte verscheidene nieuwe kenmerken van hysterie. Ontdekte dat er een hele reeks van pathogene ideeën achter een hysterisch symptoom kan schuilgaan. overdeterminatie kan ontstaan, waarbij één symptoom door twee of meer factoren veroorzaakt kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tot welk inzicht bracht vrije associatie Freud?

A

Hij raakte ervan overtuigd dat pathogene ideeën niet zomaar ‘vergeten’ waren, maar onderhevig aan opzettelijke – maar meestal onbewuste - ▌repressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

intrapsychisch conflict

Freud

A

Freud concludeerde dat zijn patiënten zich hun pathogene ideeën soms
niet wilden herinneren, terwijl ze zich daar niet bewust van waren. Deze onbewuste weerstand bracht Freud op de gedachte dat patiënten ingewikkelde ideeën hadden over hun ziekte en de emotionele herinneringen daarachter. Het leek of een bewust deel het probleem onder ogen wilde zien, en een onbewust deel terugdeinsde voor de emotionele pijn van de herinnering en daarom het proces saboteerde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe luidde die verleidingstheorie, hoe kwam Freud ertoe om deze te formuleren, en waarom moest hij hem een jaar later alweer verwerpen? Beschrijf ook welke elementen uit deze theorie hij, ondanks het verwerpen ervan, voor de rest van zijn carrière zou blijven hanteren.

A

Bij de behandeling van zijn hysterische patiënten merkte Freud hoe zij tijdens vrije associatie soms op verdrongen gedachten en gevoelens stuitten die een nadrukkelijk seksuele lading hadden. Dat bracht hem tot de conclusie dat die patiënten in hun jeugd seksueel misbruikt moesten zijn, en vervolgens ook tot de premature formulering van zijn verleidingstheorie die stelde dat alle gevallen van hysterie het gevolg zijn van dergelijk seksueel misbruik tijdens de vroege jeugd.

Deze verleidingstheorie werd echter slecht ontvangen door de meeste van Freuds collega’s, die hem beschouwden als een dwaas en stopten met patiënten naar hem door te verwijzen. Tot overmaat van ramp bleek dat lang niet alle seksueel geladen herinneringen daadwerkelijk met seksueel misbruik te maken hadden. Soms waren zij gewoon het product van de verbeelding van de patiënt, die ontstond tijdens de therapeutische dialoog. Daardoor restte Freud niets anders dan afscheid te nemen van zijn theorie.

Ondanks dat hij zijn verleidingstheorie al snel moest verwerpen, had deze episode hem wel een thema opgeleverd dat hij voor de rest van zijn carrière zou blijven cultiveren: seksualiteit als het dominante thema van de menselijke psyche, en de voortdurende verdringing daarvan naar het onbewuste.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ongeveer drie jaar later verscheen Die Traumdeutung / The interpretation of dreams, dat veelal wordt beschouwd als Freuds belangrijkste werk. In dit boek formuleerde hij een veel volwaardiger theorie over onbewuste gedachten en verlangens en de rol die dromen kunnen spelen in de therapeutische verwerking daarvan.
Wat verstaat Freud onder de manifeste en latente inhoud van dromen, en hoe verhouden droomarbeid en droomduiding in de therapeutische setting zich tot die manifeste en latente inhoud van dromen?

A

De manifeste inhoud van een droom is de inhoud zoals die zich aan ons voordoet en hoe wij ons die soms herinneren, met beelden en woorden.
De latente inhoud van een droom is de onderliggende, onbewuste inhoud die de droom heeft geïnspireerd en die voor ons verborgen blijft omdat deze door verdringing buiten ons bewustzijn gehouden wordt. Deze latente inhoud heeft volgens Freud veel meer persoonlijke betekenis voor de dromer dan de manifeste inhoud, maar is vaak onveilig omdat het een seksueel getinte herinnering uit de jeugd betreft.

Droomarbeid is het proces waarlangs deze onveilige, emotioneel geladen, latente inhoud van de droom wordt omgevormd tot een meer neutrale en veiligere manifeste inhoud. Hierin onderscheidde Freud drie processen: verschuiving (displacement), verdichting (condensation) en concrete verbeelding (concrete representation).
- Verschuiving is het proces waardoor emotioneel geladen latente inhoud zich verplaatst naar verwante maar meer neutrale manifeste inhoud.
- Verdichting is het proces waardoor twee of meer latente gedachten worden samengebald in een enkele manifeste gedachte.
- Concrete uitbeelding is het proces dat latente inhoud voorziet van beelden, geluiden, gevoel en dergelijke als het manifeste inhoud wordt.
Droomduiding is vervolgens niets anders dan het ongedaan maken van de droomarbeid door middel van vrije associatie tijdens de therapie, zodat de latente inhoud van dromen tevoorschijn komt en de patiënt inzicht krijgt in de ware aard van diens, veelal seksueel getinte, diepste wensen en drijfveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Freud veronderstelde twee contrasterende vormen van gedachten, primair en secundari proces:

A

primair: onbewust en geassocieerd met de vorming van dromen en symptomen
secundair: bewust en rationeel
Freud zag volwassen dromen en symptomen van hysterie als gevallen
waarin secundair-procesdenken wordt losgelaten en het vroegere primaire proces ervoor in de plaats komt. Later was hij van mening dat primair-procesdenken niet beperkt blijft tot dromen en hysterie, maar ook een positieve rol kan spelen in creatief en artistiek denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wensvervullingshypothese:
Freud
waarom ging deze hypothese mank?

A

de gedachte dat de latente inhoud van elke droom een wens omvat, die de belangrijkste drijfveer tot de droom zelf is. Vaak was het onaangenaam om die wensen te erkennen.

Manifeste dromen en symptomen van hysterie hadden opvallende overeenkomsten, en verschilden alleen sterk in hun veronderstelde oorzaken. Dromen werden blijkbaar gestimuleerd
door latente wensen, hysterische symptomen door seksuele herinneringen. Dat was precies waar de verleidingstheorie mank ging, en Freud zag een mogelijke verklaring voor het feit dat in veel gevallen ‘herinnerde’ seksuele ervaringen nooit hadden plaatsgevonden. Mogelijk kwamen dromen en symptomen overeen in hun oorsprong en structuur, en weerspiegelden de
seksuele scenes wensen in plaats van feitelijke gebeurtenissen. Die wensen zouden strijdig zijn met de waarden van zijn patiënten, die ze zouden ontkennen en onderdrukken, maar konden wel degelijk actief zijn. Mogelijk zochten ze een uitweg in hun symptomen, door het onbewuste primaire proces. Deze op het eerste gezicht schokkende gedachte werd versterkt toen
Freud in een moeilijke periode in zijn leven zijn eigen vrije associaties onderzocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Freud paste deze droomduiding niet alleen toe op zijn patiënten, maar ook op zichzelf. Naar aanleiding van de dood van zijn vader kreeg hij langdurige last van depressieve en angstige gevoelens, wat hem ertoe aanzette om zichzelf als patiënt te benaderen. Tot welke inzicht leidde deze zelfanalyse van Freud en welke psychoanalytisch concept baseerde hij op dit inzicht?

A

Vrij associërend op de inhoud van zijn eigen dromen kwam Freud tot een schokkende ontdekking over de latente inhoud van zijn dromen. Uit zijn droomduiding bleek namelijk dat hij al zijn hele leven onbewust vijandige gevoelens had gehad ten opzichte van zijn vader, die hij ogenschijnlijk lief had gehad. Tegelijkertijd moest hij constateren dat hij al vanaf zijn kindertijd onbewust seksuele gevoelens had gehad voor zijn moeder.

Al snel kwam hij ook tot de conclusie dat hij niet de enige was met een dergelijke complex van latente verlangens. Hij bespeurde ze ook bij zijn patiënten, en merkte ook op dat in folkloristische mythen en legendes vaak dergelijke gevoelens beschreven werden, waarbij personages lust voelden voor de ouder van het tegenovergestelde geslacht, terwijl ze vijandig waren ten opzichte van de ouder van hetzelfde geslacht. Meest specifiek hierin is het klassieke verhaal Oedipus Rex van Sophocles. Dat verhaal vertelt over de Griekse held Oedipus die zonder het te weten zijn vader vermoordde om daarna met zijn moeder te trouwen. Daarom besloot Freud het desbetreffende complex het oedipuscomplex te noemen.

19
Q

oedipuscomplex

Freud

A

de kinderlijke wens sensueel genot te verkrijgen van de ouder van het andere geslacht, en het verdwijnen van de ouder met hetzelfde geslacht, als de belangrijkste rivaal

20
Q

Three Essays on the Theory of Sexuality

Freud

A

Verdere observaties brachten Freud tot de gedachte dat deze oedipale gevoelens over oudersvaak samengingen met verontrustende herinneringen ten aanzien van het eigen lichaam. Walgelijke ideeën met betrekking tot mond, anus of genitaliën werden door patiënten met tegenzin geuit. Freud concludeerde dat ook die overeenkwamen met wensen uit de kindertijd, wensen die door de volwassen kant van de persoonlijkheid met afschuw worden beschouwd, maar
die actief blijven en tot uiting willen komen in primaire processen

21
Q

polymorfe perversiteit

Freud

A

elke baby die wordt geboren kan sensueel genot ontlenen aan stimulatie van welk lichaamsdeel dan ook

22
Q

erogene zones

Freud

A

gebieden die intense bevrediging en genot geven

  • orale zone
  • anale zone
  • genitale zone
23
Q

welke 3 karaktertypes onderscheidden Freudiaanse theoretici?

A

anale karakter: ordelijkheid, zuinigheid en koppigheid
orale karakter: voortgaande interesse in eten, drinken, roken en zelfs praten hoort, en daartegenover het fallische/genitale karakter, gekenmerkt door nieuwsgierigheid, strijdbaarheid en exhibitionisme

24
Q

Fixatie:

Freud

A

Nadruk op fase bij teruggaan herinneringen

25
Q
Ida Bauer (1882-1945)
Casus Dora
A

Zij werd door haar vader bij Freud gebracht, nadat
ze had gedreigd met zelfmoord. Haar problemen kwamen voort uit de relatie met haar ouders en een bevriend echtpaar. Freud zag in haar ervaringen dat zij op een kinderlijke manier werd aangetrokken door haar vader, zodat hij haar kon beschermen tegen haar eigen genegenheid voor een vreemde. Ida leek deze interpretatie te aanvaarden, maar brak plotseling haar behandeling af en kwam niet meer terug. Achteraf bezien realiseerde Freud zich dat hij een
belangrijk aspect over het hoofd had gezien, namelijk Ida’s ambivalentie ten opzichte van Freud zelf. Deze keer was Freud de vreemde, en deze keer vluchtte ze voor hem

26
Q

overdracht:
Freud
(transferrence)

A

Bij ▌overdracht brachten patiënten eigenschappen van belangrijke mensen uit hun verleden op hem als therapeut over. Zijn patiënten
reageerden op hem alsof hij hun moeder, hun vader of een ander persoon was. Daardoor ontstond weerstand tegen het therapeutische proces, en Freud leerde hiervan dat hij net zoveel aandacht moest gaan besteden aan overdracht als aan de oorspronkelijke symptomen.

27
Q

metapsychologie

Freud

A

theoretische modellen van de geest.
Zijn vroegste theorievorming betrof neurologische structuren en mechanismen die de dromen en symptomen die hij in zijn praktijk tegenkwam konden verklaren. Hij schreef hierover een lang manuscript, dat belangrijk was voor het ontstaan
van zijn ideeën maar beperkt werd doordat het inzicht in het zenuwstelsel destijds nog gering was. Freud vermeed daarom neurologische aanduidingen en beschreef zijn metapsychologie volledig in psychologische termen

28
Q

Wat betoogde Freud in The Ego and the ID

A

Beschrijving van psychische lokaliteiten.
De psyche voortdurend beïnvloed wordt door drie
conflicterende eisen:
1. de instincten, de biologische behoeften aan voedsel, warmte
en seksuele bevrediging.
2. de externe werkelijkheid: om te overleven moeten we
fysieke gevaren vermijden en onze instincten tevredenstellen. Deze twee kunnen in conflict zijn met elkaar, omdat de bevrediging van onze behoeften uitgesteld, veranderd of losgelaten moet worden in verband met beperkingen die de werkelijkheid ons oplegt.
3. morele eisen onze geest beïnvloeden, los van onze instincten en de externe werkelijkheid. Morele eisen kunnen mensen in richtingen sturen die tegengesteld zijn aan die van de instincten en van de eisen van de externe werkelijkheid.

29
Q

Freuds model uit 1923 veronderstelde drie afzonderlijke systemen, die de drie soorten psychische eisen weergeven:
Beschrijf het id, ego en super-ego en anderzijds het bewuste, voorbewuste en onbewuste in de menselijke psyche met elkaar samenhangen.

A

3 gebieden van de psyche:

  1. bewuste: gedeelte van de psyche waar we ons bewust van zijn en waar onze aandacht naar uit kan gaan.
  2. voorbewuste: regio van de psyche die niet direct in ons bewustzijn beschikbaar is, maar daar wel relatief makkelijk in kan worden opgeroepen.
  3. onbewuste: het gedeelte van de psyche waar we niet bij kunnen met ons bewustzijn, of slechts met grote moeite, bijvoorbeeld door middel van vrije associatie en droomduiding. Grootste gedeelte van de psyche. (grootste gedeelte ijsberg is onder water)

3 psychische systemen:

  1. het id (das Es) - onbewuste en bevat onze instinctieve impulsen verborgen wensen en herinneringen
  2. het ego (das Ich) - grotendeels bewust maar deels ook onbewust is en voortdurend onderhandelt tussen de impulsen van het id, de eisen van het superego, en de beperkingen vanuit de buitenwereld.
  3. superego (das Über-Ich) dat zetelt in zowel het onbewuste als het voorbewuste en het bewuste. Het superego bevat onze geïnternaliseerde normen en waarden en stelt morele eisen aan het gedrag dat we op basis van de impulsen uit het id het liefst zouden willen vertonen.
30
Q

‘perception-consciousness system’
pcpt.-cs
Freud

A

dat informatie over de externe werkelijkheid overbrengt naar de psyche. Dit systeem zorgt niet alleen voor bewustheid van alles wat waargenomen wordt, maar laat ook herinneringen achter die openstaan voor toekomstige bewustheid in een gebied van de psyche dat Freud aanduidde als ‘voorbewust’

31
Q

Een van de belangrijkste werkingen in dit psychische systeem was de werking van de afweermechanismen. Niet alleen de term afweermechanisme zelf, maar met name ook allerlei typen afweermechanismen die Freud verzon, vonden in de loop der jaren hun weg naar ons algemene taalgebruik. Beschrijf kort de algemene functie van de afweermechanismen. Noem daarbij enkele voorbeelden van de specifieke typen afweermechanismen en leg kort hun werking uit.

A

Afweermechanismen werden volgens Freud gebruikt door het ego om conflicten tussen het id en het superego te bezweren. Gedurende die processen werden volgens Freud de ontoelaatbare impulsen van het id op een alternatieve manier aangewend zodat hun uiting alsnog acceptabel werden voor het superego. Hieronder volgen de voorbeelden die ook in het boek genoemd worden.

  • Verschuiving (displacement): je impulsen richten op een ander dan degene die de impulsen opwekte; denk bijvoorbeeld aan iemand die gefrustreerd is door een autoritaire leidinggevende en dat vervolgens thuis afreageert op de kinderen
  • Projectie: je eigen emoties toedichten aan anderen; denk bijvoorbeeld aan iemand die zijn eigen hebzucht niet durft te erkennen, maar vervolgens wel de hebzucht in de mensen om hem heen gaat aanwijzen.
  • Intellectualisatie: ongewenste impulsen objectiveren zodat ze ontkoppeld raken van je emoties en dus minder dwingend voelen; denk bijvoorbeeld aan iemand die seksueel gedrag gaat bestuderen als reactie op zijn eigen, moeilijk bedwingbare, seksuele impulsen
  • Rationalisatie: argumenten zoeken ter rechtvaardiging van gedrag dat eigenlijk een andere oorzaak had; denk bijvoorbeeld aan iemand die stelt dat hij te hard reed omdat hij te laat was, terwijl hij eigenlijk gewoon niet zat op te letten.
  • Identificatie: je vereenzelvigen met iemand die emotioneel belangrijk voor je is; denk bijvoorbeeld aan iemand die de normen en waarderen accepteert van een idool waar voor hij ontzag heeft.

–> uitgewerkt met dochter Anna Freud. haar boek The Ego and the Mechanisms of Defense gaf een beschrijving van de belangrijkste afweermechanismen.

32
Q

Bij de verdere ontwikkeling van zijn metapsychologie stuitte Freud tevens op de fenomenen van het castratiecomplex en de penisnijd, die volgens hem bepalend waren voor de ontwikkeling van een essentieel verschil tussen man en vrouw.
Wat zijn deze begrippen van castratiecomplex en penisnijd, en hoe veroorzaken zij een fundamenteel psychologisch verschil tussen mannen en vrouwen?

A

Freud betoogde dat het superego ofwel het morele geweten bij vrouwen minder goed ontwikkeld was dan bij mannen. Dat had te maken met wat volgens hem het belangrijkste anatomische verschil was tussen mannen en vrouwen: mannen hebben wel een penis, terwijl vrouwen geen penis hebben. Freud opperde daarom het castratiecomplex. Dat complex bestaat daaruit, dat jongens bang zijn hun penis te verliezen door toedoen van hun vader als ze te veel toegeven aan hun oedipale wensen. Meisjes daarentegen zouden juist jaloers zijn op de penis van mannen omdat zij die moesten missen. Dit noemde Freud ook wel penisnijd. Deze penisnijd zou bij vrouwen gevoelens van minderwaardigheid veroorzaken.

33
Q

De argumenten voor het verschil tussen mannen en vrouwen werden lang niet door iedereen overtuigend gevonden. Freud kreeg er veel kritiek op, met name van de vooraanstaande vrouwelijke psychoanalitici Karen Horney en Clara Thompson.
Hoe luidde die kritiek van Horney en Thompson op Freud?

A

Karen Horney stelde in tegenstelling tot Freud dat juist mannen iets fundamenteels misten dat vrouwen van nature bezitten. Vrouwen bezitten namelijk de creatieve kracht en vreugde van de zwangerschap en de geboorte. Mannen zijn niet in staat tot deze natuurlijke creativiteit en zijn dus jaloers op vrouwen, in plaats van andersom.

Thompson voegde daar fijntjes aan toe dat de minderwaardige gevoelens van veel vrouwen dus helemaal niet veroorzaakt werden door anatomische verschillen met mannen. In tegendeel, voor zover vrouwen daar last van hadden, werden die gevoelens van minderwaardigheid veroorzaakt door denigrerende opvattingen en vooroordelen over vrouwen die heersten in een door mannen gedomineerde maatschappij.

34
Q

Hoe schreef Freud over filosofische kwesties?

A

Gekweld door herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog en door de
opkomst van Hitler, veronderstelde hij dat mensen vaak worden gedreven door ▌Thanatos, een ‘doodsinstinct’, dat wedijvert met ▌Eros, een leven brengend seksueel instinct.

35
Q

Wie kwamen er met wijzigingen van de psychoanalyse na de dood van Freud in 1939?

A
  • Anna bleef trouw aan oedipuscomplex
  • Melanie Klein raakte ervan overtuigd
    dat de oedipale periode te veel benadrukt werd, en dat de meest cruciale en bepalende relatie die tussen zuigeling en moeder is. Kleins theorie leidde tot een afsplitsing die bekend werd als de psychoanalytische school van ▌objectrelaties.
  • Erik Klein: oewel hij de orthodoxe Freudiaanse
    theorie accepteerde, veronderstelde hij een complementaire reeks psychosociale fasen, parallel aan de psychoseksuele gebeurtenissen van Freud. Hij ging verder uit van een voor de puberteit karakteristieke ‘identiteitscrisis’
  • Horeney was van grote invloed op het werk van de humanistische psycholoog Maslow. Dat geldt ook voor Adler, net als zij een Joodse emigrant. Adler, gevolgd door Jung, werd de beroemdste van de Freudiaanse dissidenten.
  • Adler, gevolgd door Jung, werd de beroemdste van de Freudiaanse
    dissidenten
36
Q

Alfred Adler (1870-1937) groeide net als Freud op in een Joods lagere-middenklassegezin in Wenen. Net als Freud volgde Adler een medicijnenstudie aan de Weense universiteit. Hij werkte aanvankelijk als oogarts. Hij sloot zich aan bij de kring rond Freud, niet lang na het verschijnen van diens Droomduiding, en werd een van de actiefste deelnemers. Toch liepen de inzichten van Freud en Adler langzaam uiteen wat in 1911 leidde tot het vertrek van Adler uit de psychoanalytische school van Freud. Wat zijn de belangrijkste bijdragen van Adler aan de psychologie en waarin verschillen zijn methoden en opvattingen van die van Freud?

A

Adler bedacht onder meer het >minderwaardigheidscomplex: ieder kind heeft omdat het per definitie in een afhankelijke positie verkeerd. Dit complex is echter te overwinnen door individuele motivatie. Dit minderwaardigheidscomplex was volgens Adler veel belangrijker dan de seksuele complexe die Freud benadrukte. Hij noemde zijn benadering > individuele psychologie - omdat zijn benadering draaide om het individu - maar legde tegelijkertijd de nadruk op de sociale inbedding van mensen.

Individuele verschillen, en dus persoonlijkheidskenmerken, ontstaan volgens Adler met name door de plaats die mensen als kind in het gezin hebben ingenomen. Adler was het dus eens met Freuds nadruk op gebeurtenissen tijdens de kindertijd als oorsprong van complexen, maar hij benadrukte daarbij veel meer het sociale aspect in plaats van het seksuele aspect. . Adler zag mensen als van nature sociaal, een vermogen dat hij ▌sociale interesse noemde. Adler vestigde ook meer de aandacht op de dynamiek in het gezin, en op het ▌geboortevolgorde-effect

Een ander belangrijk verschil met Freud was zijn therapeutische werkwijze. Adler liet zijn patiënten namelijk niet op een divan liggen, maar zette ze op een stoel tegenover hem. Hiermee wilde hij de relatie tussen de therapeut en de patiënt meer gelijkwaardig maken. Met deze wijziging was hij een belangrijke voorloper van de humanistische psychologie die later zou ontstaan in het werk Abraham Maslow en Carl Rogers. Beiden zullen besproken worden in de volgende studietaak.

37
Q

geboortevolgorde-effect

Adler

A

Volgens hem hadden verschillende soorten minderwaardigheidsgevoelens, en compensatie daarvoor, vaak te maken met verschillen in geboortevolgorde. Dit thema kwam altijd aan de orde in Adlers therapiesessies.

38
Q

▌leidende ficties

Adler

A

Adler ontdekte dit bij veel van zijn patiënten: ze leidden
een leven volgens wat hij noemde ▌leidende ficties, gedeeltelijk of geheel onjuiste ideeën over zichzelf, vaak voortkomend uit de kindertijd, waarvan men denkt dat ze juist zijn en die bewust of onbewust het gedrag kunnen beïnvloeden. Soms zijn hun effecten positief, soms negatief. Freud erkende dat Adlers methode tot op zekere hoogte juist was, maar vond die uiteindelijk
te oppervlakkig.

39
Q

Ook de Zwitser Carl Gustav Jung (1876-1961) maakte een aantal jaren deel uit van Freuds kring. Hij was opgeleid als psychiater en reisde zelfs in 1909 met Freud naar de VS. Echter, net als bij Adler was het ook bij Jung onvermijdelijk dat hij brak met zijn leermeester. In zijn geval gebeurde dat in 1913. Wat zijn de belangrijkste bijdragen van Jung aan de psychologie en waarin verschillen zijn methoden en opvattingen van die van Freud?

A

In de tijd dat hij nog onderdeel uitmaakte van de groep van Freud, ontwikkelde Jung een formele > woordassociatietest, geïnspireerd door Freuds vrije associatie en Galtons woordassociatie. Hiermee probeerde hij de Freudiaanse analyse van het onbewuste, door middel van vrije associatie, te systematiseren.

Maar ook Jung zou na enige tijd breken met Freud en ontwikkelde zijn eigen
> analytische psychologie, waarin hij onder andere zijn opvattingen rondom het
> collectief onderbewuste en de > archetypen die daarin een rol speelden. Hiermee brak hij met Freuds opvatting het onbewust een strikt individuele aangelegenheid was. Bij Jung was dat onderbewuste juist een collectief fenomeen, gevuld met universele beelden, verhalen en ideeën, waar iedereen over de hele wereld uit kon putten. mandala, een spiritueel en ritueel symbool dat het universum weerspiegelt

Daarnaast vond ook Jung de nadruk van Freud op het seksuele domein veel te eenzijdig. Volgens hem moest het begrip libido bijvoorbeeld niet alleen gebruikt worden voor seksuele energie, maar voor alle vormen van psychische energie. Ook stelde hij dat theorieen over persoonlijke ontwikkeling niet zozeer over seksualiteit moest gaan, maar over een veel bredere oriëntatie van het individu op de wereld. Vanuit dat idee ontwikkelde hij bijvoorbeeld het idee dat
> extraversie en introversie twee uitersten van een dimensie zijn waar alle individuen zich ergens op bevinden, waarmee hij een belangrijke basis legde voor de ontwikkeling van de latere persoonlijkheidspsychologie.

40
Q

Waaruit bestaat de mandala van Carl Jung en hoe kun je dit lezen?
p437

A

Nadruk ligt vooral op balans
De bovenste helft benadert het geheel van Freuds model en wordt gedomineerd door een ego dat probeert conflicterende eisen uit de externe werkelijkheid en uit het lichaam en het onbewuste met elkaar in overeenstemming te brengen. Dit creëert de compromissen en afweermechanismen die tot uiting komen in iemands openlijke gedrag. Jung
gebruikte de term persona om die openlijke verschijningsvorm aan te duiden. De onderste
helft, gericht op de innerlijke wereld, was in essentie het spiegelbeeld van de bovenste. Die helft wordt gedomineerd door de schaduw, een structuur die het omgekeerde is van het ego.
Diep binnen die schaduw ligt het tegengestelde van de persona die iemand aan de wereld toont. Jung noemde dit de animus (duidend op de onderdrukte mannelijkheid van iemand met een vrouwelijke persona) of anima (voor iemand met een mannelijke persona). Centraal in Jungs model staat het Zelf, dat een weergave is van iemands bewustzijn en erkenning van
de co-existentie van ego en schaduw.

41
Q

theorie van ▌psychologische types

Jung

A

twee extra dimensies voorstelde, namelijk perceptie en beoordeling. Bij perceptie komen iemands ervaringen vooral voort uit sensaties van de externe werkelijkheid of intuïties vanuit het innerlijk. Beoordelingen van die percepties vinden plaats op een dimensie van rationeel denken tot emotioneel voelen.
Jung was van mening dat de meeste mensen voorkeur voor een van beide uitersten vertonen. In de jaren 40 vormde een aangepaste versie van deze dimensies de basis voor een succesvolle persoonlijkheidstest, de Myers-Briggs Type Indicator

42
Q

De psychoanalyse van Freud kreeg dus al vrij snel veel kritiek te verduren. Het waren echter niet alleen de vrouwen uit zijn kring die zich tegen hem keerden vanwege zijn seksisme, of protegés die zijn nadruk op seksualiteit verwierpen. Ook buiten zijn directe kring van psychoanalytische volgelingen was het tegengeluid sterk. Freud werd bijvoorbeeld in 1909 door G. Stanley Hall uitgenodigd om in de VS aan Clark University een aantal lezingen over zijn werk te verzorgen. Ook bij die gelegenheid was niet iedereen even enthousiast over de opvattingen van Freud. Hoe werd het werk van Freud door het brede publiek ontvangen in de VS na deze lezingenreeks? En hoe was de waardering van Amerikaanse academische psychologen voor het werk van Freud?

A

Freud gaf vijf lezingen in het Duits, waarvan de tekst meteen door G. Stanley Hall werd vertaald in het Engels en uitgegeven. De lezingen kregen veel aandacht in de pers, met als resultaat dat de uitgave een succes werd. Niet lang daarna zou ook ander vertaald werk van Freud snel zijn weg vinden naar het brede Amerikaanse publiek, dat daar over het algemeen positief op reageerde.

Academische psychologen in de VS waren een stuk minder positief in hun ontvangst van Freuds werk. Om te beginnen strookte zijn methode van vrije associatie totaal niet met de overwegend systematische, en objectiverende aanpak van de Amerikaanse psychologie. Zelfs de behoorlijk vrijdenkende William James was niet erg onder de indruk. De algemene conclusie was uiteindelijk dat Freuds werk onwetenschappelijk, naïef, geobsedeerd en pervers was.

43
Q

Kritiek op de psychoanalyse van Freud is dus zeker niet iets van de laatste decennia. De kritiek is er altijd geweest, van begin af aan. Terugblikkend op die kritiek is het interessant om te bepalen wat nu de belangrijkste kritieken zijn geweest, die door de meeste mensen werden gedeeld.
Welke twee belangrijkste punten van kritiek op het werk van Freud kun je noemen?

A

Het is natuurlijk moeilijk om precies die twee kritiekpunten aan te wijzen die ‘het belangrijkst’ waren. Maar in het algemeen kan wel gezegd worden dat het gebrek aan toetsbaarheid van de psychoanalyse voor velen een heikel punt was. Freud baseerde zijn theorieën voornamelijk op observaties van patiënten en op het klinische materiaal van hun casussen, en vermengde die met antieke metaforen. Maar een en ander leverde weinig concrete hypothese op die onderzocht konden worden.

Daarnaast was voor velen het sterk seksuele karakter van Freuds werk een probleem Zijn eindeloze benadrukking van seksualiteit in de vroege jeugd als verklaring van psychische klachten is waarschijnlijk het meest concrete, expliciete punt van kritiek dat door velen is geopperd.