8/10/24 (3de) Flashcards

1
Q

Consideratie

A

Overweging, nadenken over iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Consistent

A

Steeds gelijk, zonder tegenstrijdigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Consolideren

A

Versterken, steviger maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Continuïteit

A

Voortdurende, onafgebroken voortzetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Contradictie

A

Tegenstelling, iets dat niet samen kan gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Contraproductief

A

Het tegenovergestelde bereiken van wat je wilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Controversieel

A

Omstreden, waarover veel meningsverschillen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Coöperatie

A

Samenwerking tussen partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Correlatie

A

Samenhang tussen twee of meer zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cumuleren

A

Opeenstapelen, samenvoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Deontologie

A

Ethische leer over plichten en normen in beroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Desillusie

A

Teleurstelling, verlies van illusies of verwachtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Desolaat

A

Verlaten, troosteloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Destructief

A

Vernietigend, schadelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Determineren

A

Bepalen, vaststellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dilemma

A

Moeilijke keuze tussen twee opties

17
Q

Discrepantie

A

Verschil tussen twee zaken die eigenlijk hetzelfde horen te zijn

18
Q

Discretie

A

Voorzichtigheid, het vermogen om iets vertrouwelijk te behandelen

19
Q

Diskrediet

A

Slechte reputatie, in een negatief daglicht stellen

20
Q

Dogma

A

Starre overtuiging die niet ter discussie staat

21
Q

Domicilie

A

Woonplaats, vaste verblijfplaats

22
Q

Dotatie

A

Toelage of financiële bijdrage, vaak van de overheid

23
Q

Effectief

A

Doeltreffend, met het gewenste resultaat

24
Q

Embargo

A

Verbod op handel of publicatie, meestal door de overheid

25
Q

Emissie

A

Uitstoot van gassen of stoffen, vaak schadelijk voor het milieu