21/10 (4de) Flashcards
1
Q
Empathie
A
Vermogen om gevoelens van anderen aan te voelen
2
Q
Empirisch
A
Gebaseerd op ervaring of waarneming
3
Q
Erkentelijk
A
Dankbaar, erkentelijk
4
Q
Escaleren
A
Verergeren, uit de hand lopen
5
Q
Esthetisch
A
Mooi, met betrekking tot schoonheid
6
Q
Ethisch
A
Betrekking hebbend op goed en kwaad, moraal
7
Q
Etnisch
A
Betrekking hebbend op bevolkingsgroepen
8
Q
Excessief
A
Overmatig, te veel
9
Q
Expertise
A
Deskundigheid, speciale kennis op een vakgebied
10
Q
Exploiteren
A
Commercieel gebruiken, uitbuiten
11
Q
Extralegaal
A
Bovenwettelijk, aanvullend buiten de wet
12
Q
Extravagant
A
Overdreven, buitengewoon
13
Q
Exuberant
A
Uitbundig, overdadig
14
Q
Faciliteren
A
Mogelijk maken, voorzien van middelen
15
Q
Facultatief
A
Vrijblijvend, niet verplicht