30-9-24 (1ste +2de) Flashcards

1
Q

Acclimatiseren

A

wennen, aanpassen,
Wennen aan een nieuwe omgeving of veranderde omstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Accuraat

A

nauwkeurig, precies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Achteloos

A

zonder zorg of aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Achterban

A

De groep mensen die iemand steunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Addendum

A

Een toevoeging of bijlage bij een document

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Adequaat

A

Passen of geschikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Affiniteit

A

natuurlijke interesse of verbondenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Agitatie

A

opwinding of onrust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Alliantie

A

samenwerking tussen groepen of landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Altruïsme

A

Onbaatzuchtigheid; iets doen voor anderen zonder eigenbelang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ambulant

A

Niet gebonden aan een vaste plaats, rondtrekkend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Amendement

A

wijziging of aanpassing in een officieel document of wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Amicaal

A

vriendschappelijk, informeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Analogie (naar… met)

A

vergelijking tussen twee dingen op basis van overeenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Antecedent

A

iets wat voorafgaat, of een vroeger gebeurd feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Antedateren/ Antidateren

A

een document van een eerdere datum voorzien dan de werkelijke datum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Anticiperen

A

Vooruitlopen op iets; van tevoren rekening houden met wat kan gebeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Apathisch

A

zonder energie of interesse; gevoelloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Argeloos

A

onschuldig en nietsvermoedend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Artificieel

A

kunstmatig, niet natuurlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Assimileren

A

je aanpassen aan een nieuwe cultuur of omgeving

22
Q

Audit

A

een grondige controle, meestal van financiële gegevens

23
Q

Aura

A

een sfeer of uitstraling rondom een persoon of object

24
Q

Authenticiteit

A

echtheid, oorspronkelijkheid

25
Q

Aversie

A

afkeer of tegenzin

26
Q

bagatelliseren

A

iets kleiner of minder belangrijk laten lijken dan het is

27
Q

banaaal

A

alledaags, onbelangrijk, niet interessant

28
Q

Baten

A

voordelen, winst

29
Q

Blamage

A

een beschamende of mislukte situatie

30
Q

Blauwdruk

A

een gedetailleerd plan of ontwerp

31
Q

Boycot

A

het bewust niet kopen of deelnemen aan iets als vorm van protest

32
Q

Buffer

A

iets dat dient als bescherming of tussenlaag

33
Q

Bureaucratie

A

een systeem van regels en procedures binnen de overheid of organisaties, vaak met veel papierwerk

34
Q

Burgerlijke stand

A

afdeling van de gemeente die gegevens bijhoudt over geboorte, huwelijk en overlijden

35
Q

Categorisch

A

beslist, zonder enige twijfel

36
Q

Causaal

A

verband houdend met oorzaak en gevolg

37
Q

Certificaat

A

officieel document dat aantoont dat iets of iemand aan bepaalde eisen voldoet

38
Q

Charter

A

officieel document of contract dat bepaalde rechten of plichten regelt

39
Q

Chauvinisme

A

overdreven vaderlandsliefde of partijdigheid voor je eigen land

40
Q

Chronisch

A

langdurig, voortdurend

41
Q

Claimen

A

iets opeisen of recht op iets verlangen

42
Q

Clandestien

A

in het geheim, illegaal

43
Q

Clausule

A

een specifieke bepaling of voorwaarde in een contract

44
Q

Cohesie

A

samenhang, verbondenheid

45
Q

Competent

A

bekwaam, in staat om iets goed te doen

46
Q

Condoleren

A

medeleven betuigen aan iemand die een verlies heeft geleden

47
Q

Confidentieel

A

vertrouwelijk, bedoeld om geheim te blijven

48
Q

Conform

A

in overeenstemming met iets

49
Q

Consensus

A

algemene overeenstemming

50
Q

Consequent

A

steeds hetzelfde, volgens een vast patroon

51
Q
A