7. Stemmingsstoornissen Flashcards
Wat is een stemming?
Een continue aanwezige emotionele toestand die bepalend is voor de manier waarop de mens zichzelf, zijn wereld, zijn verleden en zijn toekomst ervaart (><emotie, stemming is wel emotioneelgeladen)
Is niet zo sterk situatiegebonden zoals een emotie
Reguleren van emoties
Vanaf geboorte moet baby leren om zijn plezierige en verdrietige gevoelens te reguleren.
Ouders zijn daarbij hun gids.
Een kind let enorm op de emoties die ouders vertonen en neemt deze vaak over:
- Wat moeder ‘voelt’, ‘voelt’ het kind ook.
- Sociale afstemming (vooral als de situatie onduidelijk is).
- Emoties zijn enorm besmettelijk cfr. Onderzoek van Weissman et al., 2011 besmettingshypothese bij depressieve moeders
Sociale afstemming
Afgaan op een emotionele reactie van een ander (meestal papa of mama) om vast te stellen wat je in een onduidelijke situatie moet doen.
Opvoeders kunnen dit hun kinderen leren –
Cfr theorie van Rimé emotieregulatie is een sociaal proces
Basisemoties (primaire emoties)
Elk kind over de hele wereld kent en herkent 6 aangeboren basisemoties.
Aangeboren betekent niet dat ze er zijn bij de geboorte: ze ontstaan in de loop van het eerste levensjaar.
- Vreugde
- Verbazing
- Woede
- Angst
- Verdriet
- Walging
Sociale (secundaire) emoties
- Verschijnen in loop van 2e jaar.
- Voorwaardelijk is dat het kind een zelfbesef heeft ontwikkeld.
- Bij sociale emoties spelen leerprocessen (culturele verschillen) een grotere rol.
*schaamte
*schuld
*jaloersheid
*trots
Sociale cognities
- Gedachten en opvattingen over zichzelf en over anderen.
- Worden cognitieve schema’s genoemd.
- Disfunctionele (irreële) cognitieve schema’s over zichzelf spelen vaak een grote rol bij stemmingsstoornissen.
- Vanaf ongeveer 7 jaar is de mogelijkheid tot zelfevaluatie bij een kind volledig ontwikkeld en daarmee ook de mogelijkheid om vergelijkingen met anderen te maken.
Wat is een stemmingsstoornis?
Stemmingsstoornis als syndroom:
- Stoornissen in de dimensie somber-euforisch
- Wanneer sprake van een complex van symptomen met een begin, een verloop en een afloop, waarin de depressieve of manische stemming een kernsymptoom is
- Wanneer de ontwikkeling belemmerd is
- Leeftijdsafhankelijke ontwikkeling
Maatschappelijk kader stemmingsstoornissen
Maakbaarheid van ‘geluk’
Gericht op ‘ik’, presteren, perfectionisme, geluk, ‘like-cultuur’, verbergen van dip/imperfecties, …
Gejaagdheid van bestaan
Individualistische maatschappij
Controledrang: er zijn dingen in het leven die je niet kan controleren. Behandeling is gericht op het loskomen van de gedachte van controle. Het leven is een stukje lijden, dat is eigen aan het leven.
Depressie: DSM 5
- Depressieve-stemmingsstoornissen
- Bipolaire- stemmingsstoornissen
Abnormaal:
- Zo intens en zo langdurig dat interactie met omgeving aangetast wordt
- Onmogelijk om deel te nemen aan leven van alledag
Depressieve-stemmingsstoornissen
Abnormale somberheid en/of anhedonie (abnormale lusteloosheid, ongeïnteresseerd en onvermogen om te genieten)
Bipolaire- stemmingsstoornissen
Manie: Abnormale vrolijkheid, maar ook overdreven gevoelens van zelfvertrouwen/overmoed, prikkelbaarheid of ontvlambaarheid
Soorten depressieve stoornissen
- Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis - —- Disruptive Mood Dysregulation Disorder (DMDD)
- (Majeure) depressieve stoornis
- Persisterende depressieve stoornis – (dysthymie )
- Premenstruele stemmingsstoornis (Premenstrual dysphoric disorder)
- Depressieve stoornis door een middel/medicatie
- Depressieve stoornis door een somatische aandoening
Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis (DSM-5)
A. Ernstige recidiverende driftbuien die zich verbaal (verbale agressie) en/of in gedrag (fysieke agressie jegens personen of eigendommen) manifesteren en die wat intensiteit of duur betreft in grove mate disproportioneel zijn ten opzichte van de situatie of de aanleiding
B. De driftbuien komen niet overeen met het ontwikkelingsniveau
C. De driftbuien treden gemiddeld drie keer of vaker per week op
D. De stemming tussen de driftbuien is persisterend prikkelbaar of boos, gedurende het grootste deel van de dag en bijna elke dag, en dit is door anderen waarneembaar (bijv. ouders, leerkrachten, leeftijdsgenoten)
E. Criteria A-D zijn sinds één jaar of langer aanwezig. In die periode is de betrokkene nooit gedurende drie of meer achtereenvolgende maanden geheel vrij geweest van de symptomen in criterium A-D
F. De symptomen in criteria A en D zijn in minstens twee van de drie settings aanwezig (d.w.z.: thuis, op school of in contact met leeftijdsgenoten) en zijn in minstens één van deze settings ernstig
G. De classificatie dient niet voor de eerste maal vóór de 6-jarige leeftijd of na de 18-jarige leeftijd te worden toegekend
H. Op basis van de anamnese of door observatie kan worden vastgesteld dat criteria A-E voor de 10-jarige leeftijd zijn begonnen
I. Er heeft zich nooit een duidelijke periode van meer dan één dag voorgedaan waarin de symptomen volledig hebben voldaan aan de criteria voor een manische of een hypomanische periode, met uitzondering van de duur. NB. Een stemmingsverhoging gepast voor het ontwikkelingsniveau mag niet worden beschouwd als een symptoom van (hypo)manie
J. Het gedrag doet zich niet uitsluitend voor tijdens een episode van de depressieve stoornis en kan niet worden verklaard door een andere psychische stoornis (bijv. ASS, posttraumatische stressstoornis, separatieangststoornis of dysthymie) NB. De classificatie kan niet gelijktijdig worden toegekend met een ODD, een periodiek explosieve stoornis of een bipolaire stemmingsstoornis
Wat is het verschil tussen de driftbuien bij een gedragsstoornis en disruptieve stemmingsstoornis?
Gedragsstoornis: gedrag is intentioneel met het doel om iets te bekomen.
Disruptieve stemmingsstoornis: gedrag komt voort uit negatieve stemming.
Differentiële diagnostiek
- bipolaire – stemmingsstoornis:
–> periodiciteit vs. aanhoudend (de stemming tss de driftbuien is persisterend prikkelbaar of boos)
–> verhoogde of expansieve stemming en grandiositeit niet bij DMDD - oppositionele-opstandige stoornis
–> ODD symptomen wel bij DMDD, niet omgekeerd - ADHD
- ASS
- periodiek explosieve stoornis:
–> ernstige woede-uitbarstingen, geen aanhoudende verstoring van de stemming, 3 maanden i.p.v. 12 maanden
Kan je de diagnose van disruptieve stemmingsstoornis stellen in aanwezigheid van manische episodes
Nee, onmogelijk
ODD
Een patroon bestaand uit een boze/prikkelbare stemming, brutaal/ongehoorzaam gedrag of ontevredenheid, dat minstens 6 maanden duurt, zoals blijkt uit minstens 4 van de volgende symptomen:
- boze/prikkelbare stemming:
*Verliest vaak zijn/haar kalmte
*Is vaak lightgeraakt of snel geërgerd
*Is vaak boos en ontevreden - ruziezoekend/openlijk ongehoorzaam gedrag:
*Maakt vaak ruzie met volwassenen
*Verzet zich vaak actief tegen of weigert te voldoen aan regels of verzoeken
*Ergert anderen vaak opzettelijk
*Geeft anderen vaak de schuld van zijn of haar fouten of wangedrag - wraakzuchtig:
*Hatelijk of wraakzuchtig
(Majeure)depressieve stoornis (DSM-5)
A. Vijf (of meer) van de volgende symptomen zijn binnen dezelfde periode van 2 weken aanwezig geweest en wijken af van het eerdere functioneren; minstens een van de symptomen is 1. of 2.:
1. Sombere of prikkelbare stemming gedurende het grootste deel v.d. dag en bijna elke dag
2.Verlies van interesse of plezier in bijna alle activiteiten gedurende het grootste deel v.d. dag en bijna elke dag
3.Duidelijk gewichtsverlies of gewichtstoename (zonder dat dieet gehouden wordt) of wisselingen in de eetlust - niet bereiken van verwachte gewichtstoename
4. Slapeloosheid of overmatig slapen bijna elke dag
5. Psychomotorische agitatie of remming bijna elke dag
6.Vermoeidheid of verlies van energie bijna elke dag
7. Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens bijna elke dag
8. Besluiteloosheid of verminderd vermogen om na te denken of zich te concentreren bijna elke dag
9. Terugkerende gedachten aan de dood, aan suïcide of een suicïdepoging.
B. Symptomen veroorzaken klinische significante lijdensdruk of beperkingen in het sociaal, beroepsmatig functioneren
C. Episode kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel of somatische aandoening
D. Depressieve episode kan niet verklaard worden door schizofrenie of psychotische stoornis
E. Er heeft zich nooit een (hypo)manische episode
Ernstspecificatie (Majeure) depressieve stoornis (DSM-5)
Gebaseerd op aantal symptomen, ernst symptomen en mate van beperking.
Licht: weinig of geen symptomen extra aanwezig naast die vereist zijn om classificatie toe te kennen; enige lijdensdruk en lichte verslechtering van functioneren
Matig: aantal symptomen, intensiteit van symptomen en?of beperking bevinden zich tussen licht en ernstig
Ernstig: aantal symptomen is aanzienlijk groter dan noodzakelijk voor toekennen classificatie; intensiteit van van symptomen zorgt voor ernstige lijdensdruk en symptomen niet beheersbaar en staan functioneren ernstig in de weg
Differentiaal diagnostiek majeure depressieve stoornissen
Voedingsstoornissen en gehechtheidsstoornissen
Gedragsstoornissen
Angststoornissen
Rouw
Schizofrenie
Persisterende depressieve stoornis - Dysthymie
Stemmingsstoornis met kenmerken van een majeure depressie, maar milder doch meer chronisch (duurt tenminste 2 jaar (k&a 1 jaar)). Drie of meer van volgende symptomen, waarvan zeker 1.
- Sombere of prikkelbare stemming grootste deel van de dag, meer dagen wel dan niet
- Slechte eetlust of te veel eten.
- Insomnia (slapeloosheid) of hypersomnia (te veel slapen).
- Weinig energie of vermoeidheid.
- Gering gevoel van eigenwaarde.
- Concentratiemoeilijkheden of moeite met beslissingen nemen.
- Gevoelens van hopeloosheid.
(voorloper van majeure depressie)
Wat is het verschil tussen majeure depressie en dysthymie?
Depressie: 2 weken. Dysthymie: 2 jaar (bij volwassenen)