10. Obsessieve-Compulsieve stoornis (OCD) Flashcards

1
Q

DSM OCD

A

A. Aanwezigheid van obsessies (dwanggedachten), compulsies (dwanghandelingen) of beiden
–> Obsessies (= dwanggedachten): 2 kenmerken (zie verder)
–> Compulsies (= dwanghandelingen): 2 kenmerken (zie verder)
B. De dwanggedachten of dwanghandelingen zijn tijdrovend (bv. Meer dan een uur per dag) of veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen
C. De symptomen kunnen niet toegeschreven worden aan de fysiologische effecten van een middel (zoals een drug of medicatie) of aan een andere somatische oorzaak
D. De stoornis kan niet beter verklaard worden door de symptomen van een andere psychische stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Specificatie OCD in DSM

A

Specificeer indien:

  • Met goed of redelijk realiteitsbesef: betrokkene erkent dat de opvattingen die horen bij de stoornis zeker of waarschijnlijk niet waar zijn
  • Met gering realiteitsbesef: betrokkene erkent… waarschijnlijk waar zijn
  • Met ontbrekend realiteitsbesef/waanovertuigingen: betrokkene is er volledig van overtuigd dat de… waar zijn

Specificeer indien:
- Tic-gerelateerd: ook actuele ticstoornis of ticstoornis in de
voorgeschiedenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dwanggedachten

A

aanhoudende, terugkerende gedachten, impulsen of beelden; intrusief, ongewenst, vreemd aan zichzelf; moeilijk controleerbaar; bezorgen angst of leed

kind probeert te negeren of onderdrukken of te
neutraliseren met andere gedachte of compulsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dwanghandelingen

A

repetitieve, rituele gedragingen of mentale handelingen; gedwongen uitvoeren of volgens strikte regels

niet realistisch, irrationeel; buitensporig; doel
–> angst of lijden voorkomen/verminderen
–> vermijden van gevreesde situaties/gebeurtenissen

geen reëel verband met datgene wat daardoor geneutraliseerd of voorkomen moet worden

vreemd aan zichzelf

niet om plezier of voldoening te ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Symptoomdimensies binnen OCD

A
  1. Verboden gedachten
  2. Symmetrie
  3. Schoonmaken
  4. Hamsteren

=> bij elke dimensie horen specifieke obsessies en compulsies

Daarnaast ook “not just right experience”: iets doen tot het ‘goed’ voelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Epidemiologie - prevalentie van OCD

A

Obsessies en compulsies in milde of voorbijgaande vorm: zeer frequent bij k & j

‘subklinische ocs’: 4-19%

OCS: 1-3,6% (cfr.Volwassenen)

Bimodale verdeling:
–> ‘early onset’ piek: 7,5 tot 12,5 jaar (gemiddelde 10,3 jaar), 3:2 (jongens vs meisjes)
–> ‘late onset’ piek: 20 tot 29 jaar (gemiddelde startleeftijd 21 jaar), 1:1 (jongens vs meisjes)

Obsessies en compulsies voor de leeftijd van 11 jaar, groot risico om op volwassen leeftijd te voldoen aan diagnose OCS –> belang van vroegtijdige behandeling!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Etiologie van OCD

A

Biologische invalshoek:
1) Erfelijkheid:
- Familiaal voorkomen: 10 x ↑
- Erfelijkheidsaandeel bij kinderen met - - OCS: 45 – 65%
2) Neurobiologisch
- Betrokkenheid van drietal hersenstructuren: orbitofrontale cortex, cortex cingularis anterior en kop van nucleus caudatus
- Cfr: planning en organisatie, gedragsinhibitie en controleren van handelingen
- Echter vooral onderzoek bij volwassenen
- Bij kinderen: hersengebieden die ook betrokken zijn bij ASS en TS

Cognitieve invalshoek: cognitieve modellen
1) Salkovskis (1985): Opgeblazen verantwoordelijkheidsgevoel
- Gedachten interpreteren als zijnde zelf verantwoordelijk voor eventuele schade aan henzelf of anderen
- ‘het feit dat ik dit denkt betekent dat we een ongeluk krijgen en dat is dan mijn schuld’ 
gedachten neutraliseren door dwanghandelingen
2) Wells (1999): Metacognitieve model
- denken over eigen gedachten
- = veel geloof hechten aan de betekenis en de gevolgen van het hebben van een gedachte
3) Rachman (1997):Thought-action fusion (TAF)
- Eigen gedachten kunnen de gebeurtenissen in de wereld beïnvloeden

Leertheoretische verklaring:
- KC: Dwanggedachten ontstaan door bepaalde gedachten, gebeurtenissen of situaties en leiden tot toename van angst en spanning
- OC: Dwangrituelen worden uitgevoerd om de angst en spanning te verminderen

Invloed van opvoeding en omgeving:
- Verhoogd verantwoordelijkheidsgevoel, verhoogde inschatting van bedreigende situaties bij ouders, angstige ouders, hoge mate van emotionele expressie in gezinnen, rigide en dwangmatige opvoeding,..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Evidence-based guidelines

A
  • NICE-guidelines
  • Review Franklin et al. (2015): CBT als effectieve behandeling voor dwang
  • Behandelprotocol “Bedwing je dwang” Behandeling van de dwangstoorni bij kinderen en adolescenten, Else de Haan en Lidewij Wolters, 2009
  • Ouderbegeleiding (cfr. angst)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly