6: de tijd van regenten en vorsten Flashcards
aandeel
papier waarvan de koper (aandeelhouder) mede-eigenaar is van een bedrijf
Batavia
hoofdkwartier van de VOC op java
goeverneur-generaal
hoogste bestuurder van de VOC in azie, later hoogste bestuurder van nederlands-indie
handelskapitalisme
vroege vorm van kapitalisme waarbij handelaren een leidende rol hadden in de economie
kapitalisme
economisch systeem waarbij de productiemiddelen privebezit zijn en personen geld in een onderneming investeren om winst te maken
monopolie
alleenrecht
multinational
onderneming met vestigingen in meerdere landen
onderneming
bedrijf
plantage
tropisch landbouwbedrijf
productiemiddel
hulpmiddel waarmee wordt geporduceerd
tijd van regenten en vorsten
zesde tijdvak; 1600-1700
VOC
verenigde oost-indische compagnie
wereldeconomie
economisch systeem van wereldwijde handelscontacten
WIC
west-indische compagnie
generaliteitslanden
gebieden in de republiek die in de 17e eeuw op de spanjaarden veroverd waren en bestuurd werden door de staten-generaal (noord-brabant, zeeuws-vlaanderen en delen limburg)
gereformeerd
calvinistisch
gewetensvrijheid
recht om te geloven wat je wilt
gouden eeuw
lange bloeiperiode
regent
bestuurder
staatshoofd
persoon die het hoogste gezag in een staat heeft of belichaamt (tegenwoordig veel koningen en presidenten)
stapelplaats
plaats waar goederen worden opgeslagen om de prijzen te beinvloeden
absolutisme
regeringssysteem waarbij de macht van de vorst door niets wordt beperkt
constitutionele monarchie
koninkrijk waarin de macht van de koning is beperkt door de wet
glorious revolution
machtsovername in 1688/1689 waarbij engeland een constitutionele monarchie werd
mercantilisme
politiek waarbij de overheid de eigen economie versterkt door productie en export te bevorderen en import te beperken
natuurwet
beschrijving van een regelmatig verschijnsel in de natuur
technologie
toepassing van de wetenschap in de techniek
wetenschappelijke revolutie
doorbraak van een wetenschappelijke manier van denken in de 17e eeuw
hoe werkte het bestuur in het Republiek
de zeven gewesten werkten samen in de staten-generaal voor algemeen bestuur. de het hoogste bestuur waren de staten; vertegenwoordiging van de steden en de adel. in de steden hadden burgers het voor het zeggen (rijkste burgers)
stadhouder
een regent die een beetjes op een vorst leek. machtigste man in republiek; opperbevelhebber van leger en vloot, toezichthouder op rechtspraak en benoeming van regenten. werd benoemd door de staten, maar een prins van oranje werd altijd benoemd
waardoor werd amsterdam de belangrijkste stapelplaats
antwerpen was eerst de belangrijkste handelsstad. na de val van antwerpen 1585 vluchtten veel rijke koopleiden naar amsterdam
hoe hielp de handel met de welvaart
nijverheid nam toe voor schepenproductie en landbouw nam toe doorr grotere steden