4.5 Het bekken verandert en beweegt Flashcards

1
Q

Geef enkele bewegingen van het bekken met kleine amplitude.

A
  • Schommelen op de femurkop
    → anteversie naar retrovesie
    → lateroversie
    → interne en externe rotaties
  • Zijwaarts bewegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk effect heeft de schommeling van het bekken op de femurkop?

A

Het foetale hoofd “valt” afwisselend tegen elk bot van het bekken, snel en gevarieerd.

→ vlottere indaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk effect heeft de zijwaartse beweging van het bekken?

A

Minimale effecten maar toch:
- Vlottere indaling
- Pijnverlichtend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef enkele bewegingen van het bekken met grote amplitude.

A
  • Schommelen met grote amplitude
  • Zijwaarts bewegen met grote amplitude
  • Asymmetrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is nu het verschil tussen bewegingen met grote en kleine amplitude?

A

Beweging is hetzelfde, maar ze worden meer uitgesproken.

Grote amplitude brengt de 3 grote beenderen van het bekken in beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aandachtspunt voor schommelen met grote amplitude?

A

Het moet het bekken zelf zijn dat beweegt en niet de zones rondom. Heb aandacht hiervoor want de beweging kan zich makkelijk verplaatsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk effect heeft de zijwaarste beweging van het bekken met grote amplitude?

A
  • Lateraal: kan helpen bij indaling én uitdrijving, afhankelijk van spreiding benen
  • Retroversie: uitdrijving bevorderen
  • Anteversie: indaling bevorderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly