4.3 Veranderende bekken tijdens arbeid & bevalling Flashcards

1
Q

Welke veranderingen zijn er in en rond het bekken tijdens arbeid en partus?

A
  1. Tractie op het bekken
  2. Het “ondersteunde” bekken
  3. Pijn door druk op het bekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ervaart het bekken tractie van de ligamenten en spieren?

A

Door de “nieuwe” houdingen die de vrouw aanneemt.
→ spanning thv spieren
→ tractie op beenderen
→ provoceert instrinsieke bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ervaart het bekken tractie van de wervelkolom?

A

Sterke flexie van de wervelkolom brengt het sacrum in kanteling door samentrekkende spieren.

→ bekkenuitgang vergroot!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ervaart het bekken tractie van de rugspieren?

A

Contractie van de rugspieren veroorzaakt een kanteling van het sacrum. (vergroot bekkenuitgang)

Ontspanning van dezelfde spieren → tegenkanteling (vergroot bekkeningang)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk effect heeft de abductie van de heupkop op het os ilium?

A

Abductie heupkom = adductie os ilium
→ vergroot bekkenuitgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk effect heeft de adductie van de heupkop op het os ilium?

A

Adductie heupkop = abductie os ilium
→ vergroot bekkeningang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welk effect heeft de interne rotatie van de femur op het os ilium?

A

Interne rotatie femur = interne rotatie os ilium
→ bekkenuitgang groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk effect heeft de externe rotatie van de femur op het os ilium?

A

Externe rotatie femur = externe rotatie os ilium
→ bekkeningang groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk effect heeft flexie en interne rotatie van de femur op het os ilium?

A

Zorgt voor pronatie van het os ilium
→ spina ischiadica uiteen
→ interessant bij indaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Flexie en interne rotatie van de femur zorgen voor pronatie bij het os ilium. Welke houdingen zorgen hiervoor?

A
  • Flexie en interne rotatie in all fours
  • Staand met geflecteerde heupen
  • Zittend op de bal
  • Hurkend met parallelle knieën en gespreide voeten
  • Liggend op de zij met interne rotatie van het been met voet bovenste been naar boven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk effect heeft flexie en externe rotatie van de femur op het os ilium?

A

Zorgt voor supinatie van het os ilium
→ spina ischiadica dichter
→ vergroot bekkeningang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Flexie en externe rotatie van de femur zorgen voor supinatie bij het os ilium. Welke houdingen zorgen hiervoor?

A
  • Flexie en externe rotatie in all fours
  • Staand met geflecteerde heupen
  • Zittend op de bal
  • Kleermakerszit in bed
  • Liggend op de zij met externe rotatie van het been met voet bovenste been naar beneden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk effect heeft een sterke flexie van de heup op het bekken?

A

Volledig bekken: retroversie
Enkel ilium en ischii: kanteling os ilium
→ vergroot bekkenuitgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sterke flexie van de heup vergroot de bekkenuitgang. Welke houdingen passen hierbij?

A
  • Liggend op de rug met sterke flexie in de dijen
  • Zittend op de bevallingstafel met ondersteunde voeten (dijen verticaal en onderbenen horizontaal) die een sterke flexie van de heupen en knieën uitlokken
  • Gehurkt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk effect heeft de extensie van de heup op het bekken?

A

Volledig bekken: anteversie
Enkel ilium en ischii: tegenkanteling van os ilium
→ vergroot bekkeningang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Extensie van de heup vergroot de bekkeningang. Welk houdingen passen hierbij?

A
  • Liggend op de rug met uitgestrekte benen (0° flexie)
  • Staand zonder flexie in de heup
  • Liggend op de zij, met bovenste been verlengd naar achter
17
Q

Welke effect heeft een ondersteund sacrum?

A

Tegenkanteling van het sacrum
→ vergroot bekkeningang
→ enkel interessant bij begin arbeid en indaling

18
Q

Wanneer zien we ondersteuning aan de externe zijde van het os ischii?

A

Als een parturiënte zich neerzet op één kant van het bekken, op een harde ondergrond.

19
Q

Welk effect heeft ondersteuning van de externe zijde van het os ischii?

A

Abductie en supinatie van het os ilium
→ bekkeningang vergroot
→ enkel interessant bij begin arbeid en indaling

20
Q

Wat is de trochanter?

A

Het vooraanstaand deel van de femur

21
Q

In welke situatie zie je ondersteuning thv de trochanter?

A

Liggend op de zij op een harde matras

22
Q

Welk effect heeft ondersteuning van de trochanter?

A

Heupkom wordt ondersteund door de femurkop.
→ beweging mogelijk in elke richting
→ bekken te bewegen op elk delicaat moment

23
Q

Welk effect heeft ondersteuning op een zitbal?

A

Veroorzaakt geen druk → mobiel bekken

Kan in elke fase van de arbeid (as)symmetrisch ingezet worden

24
Q

Geef een voorbeeld van hoe het bekken zichzelf ondersteunt.

A

Druk op bovendeel van heupkom oriënteert os ilium in adductie.

25
Q

Waarbij kan manuele druk op het sacrum helpen?

A

Zorgt voor tegenkanteling van het sacrum.

26
Q

Hoe geef je manuele druk op het sacrum?

A
  • Midden sacrum - sacro coccyx (hoger geeft een kanteling ipv tegenkanteling)
  • Naar beneden drukken!
  • Bij rechtopstaande, leunende of all fours houding
27
Q

Welk onderscheid maken we bij manuele druk op het os ilium?

A

Druk op het:
1. Midden bovenste deel
2. Voorste bovenste deel
3. Achterste bovenste deel

28
Q

Welk effect heeft manuele druk op het midden bovenste deel van het os ilium?

A
  • Adductie van os ilium
  • Ischii uiteen
  • Goed voor indaling

BU verruimt

29
Q

Welk effect heeft manuele druk op het voorste bovenste deel van het os ilium?

A
  • Adductie en pronatie van os ilium
  • Spina ischiadica uiteen
  • Goed voor indaling en uitdrijving

BU verruimt

30
Q

Welk effect heeft manuele druk op het achterste bovenste deel van het os ilium?

A
  • Adductie en externe rotatie van os ilium
  • Bekkeningang vergroot
  • Goed voor start arbeid

BI verruimt