4.1 Bewegingen kleine bekken: intrinsieke bewegingen Flashcards

1
Q

Herhaling anatomie

Benoem de pijltjes

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Herhaling anatomie

Benoem.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Herhaling anatomie

Benoem.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Herhaling anatomie

Benoem.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Herhaling anatomie

Benoem.

A

Spina ischiadica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is baringsdynamiek?

A

Het geheel van methoden om het baringsproces te bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef enkele algemene aandachtspunten bij baringsdynamiek.

A
  • Creativiteit en enthousiasme van de vroedvrouw
  • Kennis en inzicht in het verloskundig proces
  • Wensen van de vrouw respecteren
  • Privacy respecteren
  • Comfort
  • Ondersteuning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat bedoelen we met de uitgangspositie?

A

Rechtopstaande houding met de voeten op dezelfde hoogte naast elkaar en wijzend naar voor

= symmetrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is het bekken vaak asymmetrisch tijdens arbeid en bevalling?

A
  • Ene deel bewegelijker dan andere
  • Krachten die bewegingen mogelijk maken = vaak asymmetrisch
  • Foetale hoofd beweegt asymmetrisch in het bekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Herhaling

Vanuit welke oogpunten kunnen we het lichaam bekijken?

A
  • Sagitaal
  • Frontaal
  • Transversaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer spreken we over intrinsieke bewegingen?

A

Indien het bekken zich beweegt binnen zichzelf, zijn eigen beenderstructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk effect hebben intrinsieke bewegingen?

A

Bekken verruimen of verkleinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer spreken we over extrinsieke bewegingen?

A

Indien het bekken zich beweegt ten gevolge van een beweging in een naburige regio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk effect hebben extrinsieke bewegingen?

A

Veroorzaken
intrinsieke bewegingen

indirecte invloed op grootte en vorm van bekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Herhaling

Wat is flexie en extensie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Herhaling

Wat is abductie en adductie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Herhaling

Wat is endorotatie en exorotatie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Herhaling

Wat is supinatie en pronatie bij handen?

A

Supinatie = handpalm boven
Pronatie = handrug boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Herhaling

Wat is pronatie en supinatie bij voeten?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (sagittaal)

Kanteling van het sacrum. Welk effect heeft het?

A

Vergroot bekkenuitgang → uitdrijvingsfase!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (sagittaal)

Kanteling van het sacrum. Welke voorwaarde om deze beweging te bekomen?

A

Vrijmaken sacrum

  • Op bevallingstafel sacrum vrijmaken
  • Zittende houding: niet achteruit leunen!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (sagittaal)

Kanteling van het sacrum. Wat doen de beenderen?

A
  • Promotorium richting pubis
  • Coccyx weg van pubis

→ afstand tussen pubis en coccyx vergroot

23
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (sagittaal)

Kanteling van het os ilium. Wat doen de beenderen?

A

Os ilium draait rond het sacrum.
* Ilium naar achter
* Ischii naar voor

Tegelijk: kanteling van sacrum

24
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (sagittaal)

Kanteling van het os ilium. Welk effect heeft het?

A

Kan spina isschiadica doen verplaatsen → uitdrijving!

25
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (sagittaal)

Tegen-kanteling van het sacrum. Wat doen de beenderen?

A
  • Promontorium weg van pubis
  • Coccyx richting pubis

→ afstand pubis - promontorium vergroot

26
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (sagittaal)

Tegen-kanteling van het sacrum. Welk effect heeft het?

A

Bekkeningang vergroot → eerste fase arbeid!

27
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (sagittaal)

Tegen-kanteling van het os ilium. Wat doen de beenderen?

A

Ilium draait rond het sacrum

  • Ilium naar voor
  • Ischii naar achter

→ afstand promontorium - pubis vergroot

28
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (sagittaal)

Tegen-kanteling van het os ilium. Welk effect heeft het?

A

Sagitale diameter van bekkeningang vergroot → eerste fase arbeid!

29
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (frontaal)

Abductie van het os ilium. Wat doen de beenderen?

A

Ilium rond sacrum.
- Bovenkant ilium naar buiten
- Ischii naar binnen

30
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (frontaal)

Abductie van het os ilium. Welk effect heeft het?

A
  • Linia innominata vergroot
  • Transversale diameter vergroot

bekkeningang vergroot, goed voor start van arbeid!

31
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (frontaal)

Adductie van het os ilium. Wat doen de beenderen?

A

Ilium rond sacrum.
- Bovenkant ilium naar binnen
- Ischii naar buiten

32
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (frontaal)

Aductie van het os ilium. Welk effect heeft het?

A

Bekkenuitgang vergroot door het uit elkaar bewegen van spina ischiadica
→ uitdrijving!

33
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (transversaal)

De interne rotatie van het os ilium. Wat doen de beenderen?

A

Ilium rond verticale as doorheen pubis.
- Bovenste deel ilium draait naar binnen
- Onderste deel ilium draait naar buiten

→ Spina ischiadica bewegen uit elkaar

34
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (transversaal)

De interne rotatie van het os ilium. Welk effect heeft het?

A

Spina ischiadica bewegen uit elkaar
Indaling en passage doorheen bekkenmidden

35
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (transversaal)

De externe rotatie van het os ilium. Wat doen de beenderen?

A

Ilium rond verticale as doorheen pubis.
- Bovenste deel ilium draait naar buiten
- Onderste deel ilium draait naar binnen

→ Spina ischiadica bewegen naar elkaar toe

36
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (transversaal)

De externe rotatie van het os ilium. Welk effect heeft het?

A

Spina ischiadica bewegen naar elkaar
Indaling en passage doorheen bekkenmidden (vooral op assymetrische wijze)

Tegenovergestelde van interne rotatie maar toch gelijkaardig effect!

37
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (frontotransversaal)

Supinatie van het os ilium. Wat doen de beenderen?

A

Ilium draait rond schuine as doorheen linea innominata.
- Ilium draait naar buiten en naar voor
- Ischii draait naar binnen en naar achter

38
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (frontotransversaal)

Supinatie van het os ilium. Welk effect heeft het?

A

Bekkeningang vergroot → indaling!

39
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (frontotransversaal)

Pronatie van het os ilium. Wat doen de beenderen?

A

Ilium draait rond schuine as doorheen linea innominata.
- Ilium draait naar binnen en naar achter
- Ischii draait naar buiten en naar voor

→ spina isschiadica en het os ischii uit elkaar

40
Q

Intrinsieke bewegingen van het kleine bekken (frontotransversaal)

Pronatie van het os ilium. Welk effect heeft het?

A

Spina isschiadica en het os ischii uit elkaar
→ indaling en passage bekkenmidden en-uitgang

41
Q

Het foetale hoofd is vrij en bevindt zich boven de bekkeningang.

Wat moet er met het bekken gebeuren?

A

Bekkeningang openen.

42
Q

Het foetale hoofd is vrij en bevindt zich boven de bekkeningang.

Wat kan een rustende vrouw doen om de baring te bevorderen?

A
  • Ontspanning rugspieren
  • Sacrum vrij laten
  • Verticale ondersteunde houding
43
Q

Het foetale hoofd is vrij en bevindt zich boven de bekkeningang.

Wat kan een bewegende vrouw doen om de baring te bevorderen?

A
  • Staande houdingen
  • Wiegende houdingen
  • Assymetrische houdingen
  • Hangen/steunen
  • All fours

→ vrij sacrum en los bekken

44
Q

Het foetale hoofd daalt in in de bekkeningang

Wat moet er met het bekken gebeuren?

A

Bekkeningang vergroten:
- Tegenkanteling sacrum
- Tegenkanteling ilium
- Abductie ilium
- Supinatie ilium

45
Q

Het foetale hoofd daalt in in de bekkeningang

Wat kan een rustende vrouw doen om de baring te bevorderen?

A
  • Rugspieren ontspannen
  • Sacrum vrijhouden
  • Warmte op/rond sacrum

Houdingen afwisselen!

46
Q

Het foetale hoofd daalt in in de bekkeningang

Wat kan een bewegende vrouw doen om de baring te bevorderen?

A
  • Staande houdingen
  • Hangen/steunen
  • All fours
  • Open/gesloten borsthouding

Houdingen afwisselen!

47
Q

Het foetale hoofd daalt verder in tot het bekkenmidden

Wat moet er met het bekken gebeuren?

A

Bekkenmidden moet vergroten achteraan en lateraal:
- Interne rotatie ilium
- Pronatie ilium

48
Q

Het foetale hoofd daalt verder in tot het bekkenmidden

Wat kan een rustende vrouw doen om de baring te bevorderen?

A

Zijligging

Liever niet liggen!

49
Q

Het foetale hoofd daalt verder in tot het bekkenmidden

Wat kan een bewegende vrouw doen om de baring te bevorderen?

A
  • Hangen/steunen
  • Staande houdingen
  • Assymetrische houdingen
50
Q

Het foetale hoofd bereikt de spina iscchiadica

Wat moet er met het bekken gebeuren?

A

Bekkenmidden verruimen vooraan en achteraan.

51
Q

Het foetale hoofd bereikt de spina iscchiadica

Wat kan een rustende vrouw doen om de baring te bevorderen?

A
  • Zijligging
  • All fours met wiegen
  • Grote flexie en interne rotatie femurs
52
Q

Het foetale hoofd bereikt de spina iscchiadica

Wat kan een bewegende vrouw doen om de baring te bevorderen?

A
  • Hangen
  • Verticale houdingen
  • Assymetrische houdingen
53
Q

Het foetale hoofd gaat voorbij de spina isschiadica en wordt uitgedreven

Wat moet er met het bekken gebeuren?

A

Bekkenuitgang vergroten

54
Q

Het foetale hoofd gaat voorbij de spina isschiadica en wordt uitgedreven

Wat kan de vrouw doen om de baring te bevorderen?

A
  • Sacrum vrijhouden
  • Grote flexie femur(s)
  • Abductie femur
  • Interne rotatie femur