4. Kinderwens - infertiliteit Flashcards
Wat is infertiliteit?
De onmogelijkheid gedurende een jaar van regelmatige onbeschermde coïtus om zwanger te geraken. Maar ook bij herhaaldelijke miskramen, ectopische zwangerschappen en perinataal overlijden.
De nadruk ligt wel op de onmogelijkheid van het koppel.
Wat zijn behandelingsmethodes voor infertiliteit?
- Medicatie (ovulatie stimuleren)
- Heelkunde (structurele afwijkingen herstellen)
- Intrauteriene inseminatie
- Assisted Reproductive Technologies (IVF, ICSI)
Wat was het psychogene model van infertiliteit?
De psychoanalyse in 1950-1960 over de oorzaak van infertiliteit. Indien er geen somatische factoren gevonden werden was de oorzaak psychogeen. Onbewuste conflicten werden gezien als oorzaak voor infertiliteit. De oorzaak werd gezocht binnen het oedipale:
- onbewuste schuld van de vrouw ten opzichte van de agressie die ze voelt om haar moeders plaats in te nemen. Je verliest hierdoor degene die je vaak gesteund heeft, en je wordt geconfronteerd met je eigen agressiviteit
- de vrouw is angstig en geremd voor seks. Hoe dit dan kwam werd in die tijd nog niet afgevraagd
- de vrouw heeft te veel mannelijke ambities en te weinig vrouwelijke verlangens
- weerstand tegen het nemen van moederlijke verantwoordelijkheid omwille van eigen infantiele nood
Is er vandaag de dag nog sprake van psychogene infertiliteit?
De intra-psychische thema’s zijn effectief belangrijk binnen zwangerschap. Soms leiding die conflicten of spanning tot het vermijden van coïtus of het niet willen van een kind. Maar dit komt evengoed voor bij fertiele vrouwen met kinderen.
De emotionele en psychische beleving staat vaak centraler in het lijden dan infertiliteit.
Wat is de geschiedenis van psychogene infertiliteit?
Er werd praktisch niet aan empirie gedaan. Alles kwam voort uit klinische gesprekken met vrouwen.
1940: verwerping van moederschap en angst voor seks
1950: anorgasmie, frigiditeit
Frigiditeit houdt vrouwen in die geen orgasme kunnen krijgen, zijn koud qua persoonlijkheid. De schuld voor deze frigiditeit ligt bij masturbatie.
1953: Benedek: empirisch onderzoek met 6 koppel die kampten met infertiliteit.
Het was duidelijk dat de oorzaak bij de mannen lag (die een te laag aantal zaadcellen hadden) maar in het artikel werd geconcludeerd dat de vrouwen kozen voor onvruchtbare mannen als defensie tegen zwangerschap. Mannelijke infertiliteit werd zelden onderzocht.
1953: Ford: psychogram van functionele steriliteit.
De vrouw die wil werken is een slechte moeder. De vrouw moet seksueel submissief zijn en zich schikken naar de verlangens van de man. De slechte moeder gebruikt seks als een middel om de man te controleren. Pijn tijdens de seks is de schuld van de vrouw.
In 1965 werd dit empirisch onderzocht; er wordt geen enkele relatie gevonden. Men concludeert dat het toch zo moet zijn maar het niet gevonden hebben. Dus het ‘niet-weten’ van de psychoanalyse zien we niet. De onderzoeken zitten vol vooroordelen en veronderstellingen.
Wat heeft de evolutie in endocrinologie en heelkunde betekend voor infertiliteit?
Men vind opeens een heleboel oorzaak bij mensen waarbij ze voorheen niets vonden; 95% van de oorzaken word geïdentificeerd.
Het aandeel van functioneel/psychogeen gaat van 50% naar 5%.
Dan gebeurt er iets belangrijk. Psychische klachten zoals depressie en stress worden niet meer gezien als een oorzaak van infertiliteit, maar als een gevolg ervan. Dit heeft drie grote consequenties:
- schuld en schaamte veranderd
- de begeleiding is niet meer gericht op het oplossen van het psychogeen probleem
- begeleiding is gericht op de psychische beleving ervan
Speelt het psyche een rol bij infertiliteit?
Als gevolg speelt het zeker een rol.
Als oorzaak of bijdrage factoren is het mogelijk. Soma en psyche zijn niet strikt te scheiden, ze beïnvloeden elkaar.
Bijvoorbeeld het niet willen van een kind op dit moment met deze partner zal uiteraard een invloed hebben op de frequentie van coïtus.
Wat is de hedendaagse psychoanalytische benadering van infertiliteit?
- de ervaring zelf onderzoeken
- de gevolgen op intrapsychisch en interpersoonlijk leven
- diepgaand empathisch verstaan van het individuele lijden
- biedt ont-lasting van be-lastende beleving
De ervaring is gedeeld (met partner, familie, vrienden, lotgenoten) maar tegelijk is dat ook hoogst individueel omdat het vol zit met je eigen geschiedenis, eigen psyche, weerbaarheid en kwetsbaarheid.
Het lastige is dat je geconfronteerd wordt met de onoverbrugbaarheid van het innerlijke leven met de buitenwereld (bijvoorbeeld partner). Dan kom je vaak tot eenzaamheid, schaamte, isolatie. Want hoe beschrijf je iets wat zo beladen is of waar je nog geen taal voor hebt?
Wat zijn mogelijke intrapsychische reacties op infertiliteit?
- zelf-gevoel, identiteit
- zelf-waarde
- narratief van voortplanting
- controle verlies
- mortaliteit
- affect
Hoe kan infertiliteit een effect hebben op het zelfgevoel, de identiteit?
We hebben allemaal een zeker narcisme in ons en dat uit zich onder andere als een functie, namelijk ‘ik kan’. Een ander deel van dat zelfgevoel is de identiteit, namelijk ‘ik ben’. Die ‘ik kan’ en ‘ik ben’ zijn basisveronderstellingen waarmee we de wereld organiseren. We gaan van een goedaardige, te vertrouwen wereld waarin alles goedkomt naar een onvoorspelbare, onrechtvaardige wereld waarin alles slecht is. Ook de zelf-representatie van controle over het lichaam is verstoord.
Indien je herhaaldelijk geconfronteerd wordt met infertiliteit, is het mogelijk om in een dissociatieve reactie van onthechting te geraken om geen verdere pijn te voelen. Je embodied self geraakt verstoord.
Hoe kan infertiliteit een effect hebben op het zelfwaarde?
De baby is een aparte entiteit en individu, maar ook een geïdealiseerd zelf-object; een perfecte extensie van de moeder/vader.
Er is een groter gemeten impact van infertiliteit op de vrouw tegenover de man op gebied van zelfwaarde, depressie, schuldgevoel en voldoening in het leven. Het belang van moederschap is eveneens cultureel beïnvloed.
Het geeft uiteraard kwetsuren. Hoe, waarom, waarin en hoe je ervan kan herstellen is individueel; afhankelijk van de eigen defensies, eigen strategie, eigen eerdere kwetsuren, persoonlijkheid,…
Vaak is het belangrijker om de narcistische kwetsuren te herstellen dan om een oplossing te vinden voor de infertiliteit.
Wat is gezond narcisme?
Freud maakte een onderscheid tussen primair en secundair narcisme.
Primair narcisme is de baby die onmiddellijk de borst wil en omnipotent is. Dit soort narcisme is noodzakelijk voor de ontwikkeling.
Secundair narcisme is het al in de wereld zijn met anderen en je trekt uw libido/interesse/investering terug.
We spreken over pathologisch narcisme als de ander een zelf-object wordt. De ander heeft enkel een functie voor jouw zelfgevoel.
In infertiliteit wordt zowel het gezond narcisme geraakt maar uiteraard kunnen er ook narcistische zelfdefensies ontstaan. Er kan nijd ontstaan, het niet kunnen gunnen aan een ander.
Hoe kan infertiliteit een effect hebben op het narratief van de voortplanting?
Het narratieve zelf is het verhaal dat wij over onszelf vertellen en over ons verteld wordt.
Met betrekking tot voortplanting zijn dit alle bewuste en onbewuste, fantasmatische en historisch, cognitieve en emotionele factoren die bijdragen aan dit verhaal. Het is een visie op ouder worden. ‘Zo zal mijn gezin er uit zien, we gaan daar op vakantie gaan’
Dit zijn geen vaststaande verhalen en daar ligt ook de kracht van therapie; je kan er verandering in aanbrengen.
Hoe kan infertiliteit een effect hebben op controleverlies?
Sinds anticonceptie hebben mensen het idee dat vruchtbaarheid te controleren valt. Wat als je dan toch niet vruchtbaar blijkt?
We kunnen dit wat linken met het idee van een meritocratie; als je maar hard genoeg werkt, krijg je het.
Er is plots een grens een de eigen autonomie en controle. Er is hulpeloosheid. Dit kan moeilijk infantiele of jeugdervaringen terug bovenhalen.
Hoe kan infertiliteit een effect hebben op mortaliteit?
Het gewoonlijk ontkennen van de dood wordt doorbroken; er zijn doodsangsten, nachtmerries over het einde van de wereld.
Het projecteren van zichzelf in een nieuwe generatie is niet langer mogelijk. Dit kan zowel narcistisch zijn ‘iets van mij dat verder geraakt, over de dood heen’, als existentieel ‘te bestaan voorbij het niet-bestaan’.
Infertiliteit kan ook verlieservaringen uit het verleden triggeren.