3A2 week 12 HC 1 Geslachtsontwikkelingsstoornis Flashcards

1
Q

Wat zijn kenmerken van de embryogenese van het geslacht?

A
  • Bipotentiële gonaden
  • Buizen van Wolff en Müller (tot week 11): genitalia interna
  • Bipotentiële genitalia externa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaat het mannelijke geslacht?

A
  • Sertolli cellen produceren AMH -> regressie Müllerse structuren
  • Leydig cellen produceren testosteron en DHT -> ontwikkeling gangen van Wolff & indaling testes (testosteron) en ontwikkeling/ritssluiting fallus en scrotum (DHT)
  • Insuline like factor 3 -> indaling testes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat ontstaat er uit de buis van Müller en Wolff?

A
  • Müller: utertus, tubae en bovenste deel vagina
  • Wolff: epididymis, vas deferens en vesica seminalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt de puberteit gereguleerd?

A

Hypothalamus produceert GnRH -> hypofyse produceert LH en FSH -> gonaden produceren androgenen of oestrogenen
- Mini puberteit rond 2 tot 3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een disorder of sex development (DSD)?

A

Congenitale aandoening waarbij de ontwikkeling van het chromosomale, gonadale of anatomische geslacht afwijkend is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kan een DSD zich presenteren?

A
  • Antenataal: karyogram niet gelijk aan uitwendig genitaal op echo
  • Neonataal: atypisch genitaal
  • Kinderleeftijd: liesbreuk met testis bij meisjes
  • Puberteit: uitblijven puberteit/menarche, viralisatie
  • Volwassen: infertiliteit of kiemceltumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke vormen van chromosomale DSD zijn er?

A
  • 45,X (Turner Syndroom
    en varianten)
  • 47,XXY (Klinefelter
    Syndroom en varianten
  • 45,X/46,XY (gemengde
    gonadale dysgenesie)
  • 46,XX/46,XY (chimerisme)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vormen van DSD komen voor bij mannen?

A
  • Stoornis gonadale ontwikkeling: dysgenesie, regressie of ovotesticulair
  • Stoornis androgeen synthese of werking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vormen van DSD komen voor bij vrouwen?

A
  • Stoornis gonadale ontwikkeling: ovotesticulair, testiculair (SRY+), dysgenesie, viralisatie
  • Androgeen overschot: foetaal, fetoplacentaal, maternaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat de diagnostiek van een DSD?

A
  • Genetisch: karyogram
  • Endocrien: testosteron, AMH, inhibine B
  • Beeldvorming: echo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het androgenitaal syndroom?

A

Overmaat aan androgeen door 21-hydroxylase deficiëntie
- Vaak regressie in puberteit, dus wachten met chirurgie
- Variatie in lengte van sinus urogenitalis
-> Virilisatie en hyperpigmentatie door hoog ACTH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de behandeling van androgenitaal syndroom?

A
  • Substitutie therapie: hydrocortison
  • Chirurgie: sinus urogenitalis correctie, clitoris plastiek en labia correctie
  • Prenataal: dexamethason moeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe begint de mannelijke geslachtsontwikkeling?

A

SRY piek in week 6 -> activatie SOX 9 -> stimulatie testis (voorloper sertolli cellen) en FGF9 (feedforward loop)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe komt vrouwelijke geslachtsontwikkeling tot stand?

A
  • WNT4 en RSPO1 onderdrukken SOX9 en FGF9
  • Foxl12 leidt tot LacZ expressie -> granulosa cellen, geen coelomic vessel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn kenmerken van ovotesticulaire DSD?

A

Aanwezigheid van zowel ovarieel als testiculair weefsel
- 46, XX met translocatie SRY of mutatie WNT4/RSPO1
- 46,XY met mutatie SRY of DMRT 1
- Mozaicisme
- Chimerisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kun je mozaicisme en chimerisme onderscheiden?

A
  • Mozaicisme: 1 embryo, dus gemiddeld 2 allelen
  • Chimerisme: 2 embryos, dus gemiddeld 4 allelen
17
Q

Wat zijn gevolgen van een mutatie in Foxl12?

A

Blepharophimosis/ptosis/epicanthus inversus syndrome (BPES) en premature ovarian failure door transdifferentiatie naar sertolli cellen
- Autosomaal dominant

18
Q

Hoe worden androgenen gevormd?

A

Cholesterol -> DHEA -> androstenedion -> testosteron -> oestradiol (aromatase) of 5a-DHT (5a reductase)