3A2 week 11 HC 2 Aangeboren afwijkingen ledematen Flashcards
Waarom komen congenitale afwijkingen aan de extremiteiten relatief vaak voor?
- De ontwikkeling is erg complex
- Extremiteiten zijn niet nodig om te overleven
Welke oriëntaties zijn er en welke genen spelen een rol?
- Proximaal -> dorsaal: AER met Hox genen
- Anterior -> posterieur: ZPA met Shh
- Ventraal -> dorsaal: Wnt met Lmx
Wat is het gevolg van defecten in de verschillende oriëntaties?
- AER: stop met groeien in lengte richting
- ZPA: te veel/te weinig vinger (radio-ulnair)
- Wnt: bv nagel aan palmaire zijde (meest zeldzaam)
Welke afwijkingen aan de radio-ulnaire as komen het meest voor?
- Ulnaire polydactylie (extra pinkje afclippen)
- Radiale polydactylie
- Hypoplastische duim
- Radius dysplasie
Wat zijn kenmerken van radiale polydactylie?
- Classificatie I t/m VIII: oneven aantallen niet volledig gesplitst
- Primaire operatie vanaf 1 jaar: reconstructie tot 1 functionele duim
Wat zijn kenmerken van een hypoplastische duim?
- Bauth classificatie I t/m V
- II tm IIIB: FDS 4 oppositie plastiek: oppositie, stabilisatie MCP en webverdieping
- IV en V: pollicisatie en reconstructie uit wijsvinger
Wat zijn kenmerken van radius dysplasie?
- Overgroei & bowing vd ulna
- Weke delen distractie met fixateur externe en centralisatie (spieren en pezen)
Welke aangeboren deformaties komt het meest voor?
Triggerduim
- Extensie MCP en flexie IP
- Afwachten, splinten of klieven A1 pulley na 1 jaar
+ Trigger vinger: A2-3 pulley of andere entiteit
Welke aangeboren dysplasiën komen het meest voor?
- Hypertrofie: macrodactylie, CLOVES (weke delen)
- Tumoren: bv focale fibrocartilagineuse dysplasie
In welke assen verloopt de embryogenese van de ledematen?
- Proximo-distale as: bij de arm van schouder naar vinger
- Dorso-ventrale as: van de rug van de hand naar de handpalm
- Antero-posterior as: van duim naar pink
Hoe verloopt de embryogenese van de ledematen?
- Week 4: ledemaatknopjes uit pariëtale blad lateraal mesoderm
- Vorming craniaal en caudaal veld door Tbx5 en Tbx4
- Vorming AER door FGF10
- Seperatie door apoptose (BMP)
- Migratie myoblasten door Pax3
- Week 8: volledige ledematen
Wat zijn kenmerken van de apical ectodermal ridge (AER)?
Verdikking ectoderm aan uiteinde van ledemaat
- Productie FGF 2,4 en 8
- Proximale-distale as: uitgroei ledemaatknopjes
Wat zijn kenmerken van de zone of polarising activity (ZPA)?
Mesodermale structuur aan posterieure (pink) zijde van ledemaatknopje
- Posterieur-anterieur patroonvorming: Shh
Hoe verloopt de cross talk tussen de verschillende assen?
- Shh stimuleert expressie FGF4 en FGF8 in AER dmv stimulatie gremlin
- FGF’s en Wnt stimuleren Shh expressie in ZPA
- Aansturing door BMP (remt FGF) en Gremlin (remt BMP)
Wat zijn gevolgen van mutaties in de HOX-genen?
Co-lineaire aandoening aan ledematen
- HOXA11: radio-ulnaire synostose
- HOXA13: hand-voet genitaal syndroom