3.6 embryologie aanleg en differentiatie kiembladen Flashcards
wat gebeurd er na de gastrulatie ook nog in week 3?
de neurulatie, het ontstaan van de neurale plaat. dit gebeurd craniaal
er vindt proliferatie plaats. het weefsel wordt verlengd/ verdikt en er ontstaan instulpingen waarbij de cellen hun eitheliaal verband houden.
er ontstaat een neurale plaat welke in week 4 een buis wordt (primitieve neurale zenuwstelsel)
week 4: sluiting van de neurale buis
de neurale plaat gaat zich sluiten en vormen tot een buisstructuur. zonder de buisstructuur is er geen epitheel
naast de neurale buis zitten somieten
tussen neurale buis en ectoderm ontstaat uit de neurale lijst het perifere zenuwweefsel
week 4: krommingsproces
het embryo verandert gelijktijdig met de vorming van de neurale buis in een cilinder.
neurale buis groeit in de lengte. endoderm groeit mee aan de binnenkant en er is veel mesoderm. er ontstaat een paddenstoel.
de rugzijde groeit sneller dan de buikzijde
tijdens de kromming ontstaat de navelstreng, de primitieve darm en komen het hart en de buccopharyngeale membraan op de goede plek te liggen
allantois is een zak met afval waar de blaas uit zal ontstaan
stomodeum is het gebied waar de mond uit ontstaat
op welke 2 manieren kan mitose verlopen?
asymmetrisch: de dochtercellen verschillen van elkaar doordat de 2 helften van de originele cel verschillen
signaalmoleculen/ inductie: dochtercellen verschillen van elkaar doordat na de deling 1 van de twee in contact komt met andere signaalmoleculen.
dit komt veel voor in de embryogenese
wat us de stapsgewijze specialisatie?
er wordt iets gemaakt, dit gaat een signaal uitzenden en zo verder
voorbeelden van de signaalmoleculen zijn: FGF, Fgf8, BMP4, delta
wat is competentie?
Specifiek signaaleiwit is betrokken bij meerdere ontwikkelingsprocessen
Effect van signaaleiwit is afhankelijk van de doelcel (competentie)
het is hey vermogen van de cellen om op het specifieke signaalmolecuul te reageren
wat is inductie?
cellen en celpopulaties sturen de ontwikkeling van elkaar door signaalmoleculen uit te zenden