3.3 bindweefsel 2: kraakbeen, bot en bot vorming Flashcards

1
Q

wat is de functie van kraakbeen? 5

A

weerstaan mechanische stress (druk en trekkrachten)

ondersteuning zachte weefsels

gewrichten: schok opvang

ontwikkeling en groei lange botten

avasculair: geen zenuwen en lymfevaten (slechte regeneratie na beschadiging )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 3 typen kraakbeen zijn er?

A

hyalien (bijv op de gewrichtskoppen)

vezelig (bijv op schaambeenvoeg)

elastisch (bijv in je oorschelp, strottenklepje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het meest voorkomende kraakbeen?

A

hyalien kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waaruit bestaat hyalien kraakbeen?

A

voor 75% uit water

collageen type II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar zit hyalien kraakbeen?

A

het vormt een tijdelijk skelet van embryo

op oppervlakte van bewegelijke gewrichten

grotere luchtwegen

rib sternum

epifysairschijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn kraakbeencelllen?

A

chrondrocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarmee wordt de buitenkant van hyalien kraakbeen bedekt?

A

vezelig onregelmatig bindweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe ontstaan chondrocyten ?

A

uit voorlopercellen, de chondroblasten, in het perichondrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat doet het perichondrium?

A

levert via diffusie de voedingsstoffen die worden toegevoegd aan bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waaruit bestaat het ECM van hyalien kraakbeen?

A

collageen type II, GAG en proteoglycanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welk type collageen bevat elastisch KB?

A

type II

het is omgeven met perichondrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn 6 kenmerken van vezelig kraakbeen ?

A

het is een combinatie van hyalien kraakbeen en vezelig bindweefsel

collageen type I: weerstaan trekkrachten

graduele overgang tussen kraakbeen en vezelig bindweefsel

komt voor in tussenwervelschijven, gewrichtsbanden-bot hechtingen en de symphysis pubica

geen duidelijke scheiding van peritoneum

chrondrocyten en fibroblasten in het weefsel. fibroblasten maken collageen type I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is chondrogenese?

A

vorming van al het kraakbeen in een embryo vanuit het mesenchym

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn 5 stappen van de chrondrogenese?

A
  1. differentiatie in mesenchym
  2. proliferatie en verdere differentiatie tot chondroblast
  3. productie ECM, waterbinding en toename ECM volume
  4. deling chondroblasten–> chondronen groepen
  5. omgeven mesenchymaal weefsel vormt het perichondrium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

op welke 2 manieren kan de groei van reeds gevormd kraakbeen plaatsvinden?

A

interstitiele groei: groei van binnenuit. in het kraakeen vindt deling van chrondrocyten plaats. de cellen zetten matrix af –> volume toename

appositionele groei: groei van buitenaf. differentiatie van voorlopercellen uit het perichondrium tot chondroblast. als kraakbeen volgroeid is kan je zeggen dat chondroblasten chondrocyten zijn geworden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de 5 functies van bot?

A
steun
bescherming 
beweging 
bloedcelvorming 
reservoir voor calcium en fosfaat
17
Q

wat zijn 4 componenten van het bot?

A

gecalcificeerd ECM

osteoblasten

osteocyten

osteoclasten

18
Q

wat doen osteoblasten

A

ze vormen de botmatrix

ze geven osteoid af wat mineraliseert tot bot. ze bevatten osteocacline wat calcium kan binden

ze scheiden vesicles uit met alkalische fosfatase. deze maken fosfaat vrij

fosfaat en calcium vormt samen hydroxy-apatiet en wordt osteocyt genoemd als het rondom osteoblast is gevormd

19
Q

wat doen osteocyten?

A

ze onderhouden de verkalkte botmatrix

20
Q

wat doen osteoclasten?

A

matrix resorptie. afbraak van botweefsel

ze zorgen er lokaal voor dat er een laag pH vormt

21
Q

waar bestaat de botmatrix vooral uit?

A

calcium
fosfor

ze vormen samen hydroxyapatiet kristallen welke bestaan uit collageen type I

tussenstof met proteoglycanen en glycoproteinen

22
Q

welke type bot zijn er?

A

macroscopisch :compact of spongieus

microscopisch: rijp of onrijp

23
Q

welke 2 soorten botvormig zijn er?

A

intramembraneuze ossificatie voor meest platte botten zoals de schedel

endochondrale ossificatie voor korte lange botten

24
Q

hoe gaat de intramembraneuze ossificatie? 5

A
  • condensatie mesenchymcellen
  • differentiatie tot osteoprogenitor cellen die delen
  • verdere differentiatie tot osteoblasten
  • osteoblasten gaan osteod afzetten rond zich ontwikkelende bloedvaten in verbeningscentrum
  • periost en endost ontstaat uit omliggend mesenchym (bindweefselvlies die bot bedekken)
25
Q

hoe gaat de endochondrale ossificatie?

A

botgroei komt vanuit hyalien kraakbeen

  • verkalking tussen perichondrium en hyaliene kraakbeen
  • matrix in elkaar gedrukt
  • cellen in apoptose
  • ingroei vaten door periost
  • er ontstaat een holte waar beenmerg zijn plek krijt
  • bij epifyse vind ook ingroei en verkalking plaats
  • epifysairschijf verdwijnt
26
Q

wat zijn de epifysairschijven?

A

ze dienen voor lengtegroei van het bot. er zitten verschillende zones in

27
Q

hoe gaat de lengtegroei van pijpbeenderen?

A

door de epifysairschijf

in rustzone gebeurt niets

proliferatiezone: cellen delen zich en matrix wordt afgescheiden

in de hypertrofe zone gaan chondrocyten opzwellen. ze gaan dood en de afgezette matrix verkalkt

28
Q

wat is het enige soort kraakbeen wat niet wordt omgeven door perichondrium?

A

het articulaire kraakbeen. zorgt dat gewrichten soepel langs elkaar kunnen bewegen en kan schokken opvangen

hij krijgt zijn voedingsstoffen vanuit de synoviale vloeistof.