2B1 week 3 HC 4 & 5 Septische shock Flashcards
Wat is shock?
Levensbedreigende, gegeneraliseerde vorm van acuut circulatoir falen
Wat kan gegeven worden bij shock?
Vocht (30 mL/kg) , vasopressine, inotropica en inodilatoren
Wat zijn neurologische symptomen van shock
Rusteloosheid, angst, lethargie en verwarring
Wat zijn respiratoire symptomen van shock?
Snelle, oppervlakkige ademhaling
Wat zijn cardiovasculaire symptomen van shock?
Tachycardie, lage cardiac output, draderige pols en lage bloeddruk
Wat zijn metabolisme symptomen van shock?
Lage temperatuur, dorst, acidose en lage urine productie
Wat zijn kenmerken van de huid bij shock?
Bleek, klam en koud
Wat is het doel bij behandelen van shock?
Adequate perfusie die leidt tot adequate aanlevering van zuurstof en afvoer van afvalstoffen om orgaanfunctie te bewaren
Wat zijn de verbanden tussen flow en druk?
- Geen flow zonder druk
- Flow veroorzaakt druk, maar nog steeds druk zonder flow
- Adequate druk betekent niet adequate flow
Welke factoren hebben invloed op de druk naast flow?
- Toon van pre-capillaire sphincters
- Centraal veneuze druk
- Veneuze return
Wat is het effect van vocht toedienen?
Verhogen regionale bloedflow / stressed volume
Hoe kun je de zuurstof behoefte verlagen?
- Verlagen temperatuur (met aandacht voor saturatiecurve)
- Zuurstof toedienen
- Sedatie
Wat bepaald het zuurstofverbruik?
CaO2 x CO x k
- CO = SV x HR
- CaO2 = Hb x SaO2 + (0,0031 x PaO2)
Wat is de extractie ratio?
Deel van aangeleverd volume dat wordt opgenomen
Welke typen shock zijn er?
Cardiogeen, distributief, obstructief of hypovolemisch