220314 Flashcards
1
Q
Je ziet er goed uit
A
You look good
2
Q
vooral
A
above all
3
Q
de kracht / de macht
A
power
4
Q
de driehoek / het vierkant
A
triangle / square
5
Q
een driehoekig pleintje
A
a small triangular square
6
Q
het ongeluk
A
accident, mishap
7
Q
ik had 2 keer bijna een ongeluk
A
I almost had an accident twice
8
Q
de verkeerslicht / de stoplicht
A
traffic light
9
Q
ze zijn ongeduldig
A
they are impatient
10
Q
het geduld
A
patience
11
Q
aanraden (conj.)
A
to recommend
ried aan - aangeraden
12
Q
hij laat het bezorgen
A
He gets it delivered
13
Q
de kunsthistoricus / kunsthistorica / kunsthistorici
A
art historian
14
Q
voorlopig / voor nu
A
for the time being / for now
15
Q
het teken
A
sign, signal