220310 Flashcards
1
Q
we zien wel / we zullen zien
A
we shall see
2
Q
uitleggen
A
v. to explain
3
Q
psycholoog
A
psychologist
4
Q
erger
A
worse
5
Q
de nadruk
A
stress, emphasis
6
Q
het onderwijs / de opleiding
A
education, school system / education, training
7
Q
althans
A
at least, at any rate
8
Q
dat wil zeggen
A
that is to say
9
Q
een beslissing nemen
A
to make a decision
10
Q
in het noorden
A
in the north
11
Q
uit de kast komen
A
to come out of the closet
12
Q
het leger
A
army, military
13
Q
vertalen / vertaler
A
v. to translate / translator
14
Q
mijn eigen woning
A
my own apartment
15
Q
lezen (conj.)
A
las - gelezen