220309 Flashcards
1
Q
aardig
A
kind
2
Q
gezamenlijk
A
united, collective, common
3
Q
met pensioen
A
retired
4
Q
de vingerafdruk
A
fingerprint
5
Q
het document
A
document
6
Q
ophalen
A
v. to pick up
7
Q
de pagina
A
page
8
Q
het woord
A
word
9
Q
nog
A
still, yet
10
Q
de werkvergunning
A
work permit, license
11
Q
het spaargeld
A
savings
12
Q
de belasting
A
tax
13
Q
afmaken
A
v. to finish
14
Q
vergelijken
A
v. to compare
vergeleek - vergeleken
15
Q
het meeste
A
most