1C1 - W2 - ZO3 Functie en disfunctie van de exocriene pancreas Flashcards

1
Q

Hoe werkt secretine?

A

Via activering van adenylyl cylase en cAMP verhoging.
Stimuleert de HCO3- uitscheiding door de galducten.
Remt HCl-secretie en motoriek van maag en duodenum > aanspanning pylorus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat activeert cAMP?

A

cAMP-afhankelijke eiwitkinase dat het CFTR-Cl kanaal fosforyleert en activeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Via wat bereikt HCO3- de cel vanuit het bloed?

A

Via een Na/HCO3- cotransporter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe bereikt chloride de cel?

A

Via Na/K/Cl2-cotransporter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is er bij CF verkeerd?

A

Secretie van HCO3- door de pancreas is defect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Boven welke pH stopt de secretie van secretine (o.i.v. luminale H+ ionen)?

A

pH 4,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Via welke route remt somatosatine de HCO3- secretie?

A

Via een receptor op de ductulaire cellen die negatief gekoppeld is aan adenylyl cyclase en cAMP vorming (Gi koppelingseiwit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom moet de neutralisatie van het maagsap door NaHCO3- uit de pancreas snel en efficiënt gebeuren?

A
  • Zuur/peptine beschadiging van de darmwand moet voorkomen worden > ulcus vorming.
  • Neutrale pH is optimaal voor pancreas enzym activiteit en functie, en verhoogt de oplosbaarheid van galzouten en vetzuren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Heeft het HCO3- uit het pancreassap bij een hoge/lage uitstroomsnelheid de tijd om in de distale ducten gedeeltelijk passief uit te wisselen met Cl in het bloed?

A

Bij een lage uitstroomsnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar zijn de receptoren voor CCK in de pancreas gelokaliseerd en gekoppeld?

A

Gelokaliseerd in de acinaire cellen.
Gekoppeld aan de afbraak van fosfoinositiden in de plasmamembraan tot IP3.
> Opent een Ca-kanaal in het ER waardoor Ca vanuit de opslag in het ER naar het cytoplasma stroomt.

Dit Ca triggert Ca-afhankelijke eiwitkinases en de fosforylering van ‘fusogene’ eiwitten waardoor de zymogeen granulae met de apicale membraan fuseren en hun inhoud aan het lumen afstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly