1C1 - W1 - HC6 Eetlust en verzadiging Flashcards
Wat is BMI?
Maat voor het gewicht op basis van geslacht, leeftijd, lengte en gewicht
Wanneer heb je onder-, normaal-, overgewicht of obesitas?
BMI < 18,5 kg/m2 = ondergewicht
BMI 18,5-24,9 kg/m2 = normaal gewicht
BMI 25-29,9 kg/m2 = overgewicht
BMI > 30 kg/m2 = obesitas
Wat zijn anorexigene factoren en wat doen ze?
= Verzadigingsfactoren
Rekken maagdarmkanaal (n. X geeft info over de rek, n. splanchnic over de voedingsstof).
CCK: signaal om de pylorus te sluiten of stopsignaal naar thalamus
Stoffen zoals: glucose, glucagon, insuline en leptine.
Wat zijn orexigene factoren en wat doen ze?
= Hongersfactoren
Ghrenline: lustopwekkend stofje in de maag
Welke stofjes regelen de orexigene feedback binnen het CZS?
Hedonisme en neuropeptide Y
Waar zit het verzagingcentrum in de hypothlamus?
Links = ventromediale hypothalamus
Waar zit het hongercentrum in de hypothlamus?
Rechts = laterale hypothalamus
Wat als er in verzadigingscentrum een letsel is?
Hyperfagie > setpoint verhoogd
Wat als er in hongercentrum een letsel is?
Afagie > setpoint gedaald
Waar hebben de anorexigene factoren (POMC/CART) en orexigene factoren (AgRP/NPY) effect op?
Anorexigeen stimuleert MC4R en orexigeen remt.
Wat stimuleert/inhibeert leptine?
(Leptine zegt iets over de vetopslag in het lichaam)
- Inhibeert de afgifte van neuropeptide Y (orexigene stof) in de hypothalamus
- Stimuleert de expressie van CART (anorexigene stof)
Wat is hyperplasie van adipocyten, en wanneer gebeurt dit?
= Nieuwvorming van vetcellen
Gebeurt vooral op jonge leeftijd waarbij vetcellen niet worden afgebouwd.
Wat is hypertrofie van adipocyten, en wanneer gebeurt dit?
= Toename in volume van vetcellen
Obesitas bij volwassenen en is reversibel door dieet en activiteit.