1C1 - W1 - HC3 TD II 'van maag tot anus' Flashcards
1
Q
Waar zit het duodenum?
A
Retroperitoneaal
2
Q
Waar ligt de maag?
A
Intraperitoneaal
3
Q
Uit welke 4 delen bestaat de maag?
A
- Cardia
- Corpus
- Fundus
- Pars pylorica
4
Q
Stratum longitudinale - maag
A
Verlengde slokdarm
5
Q
Stratum circulare - maag
A
Cirkelvormige spierlagen die de maag kleiner kunnen maken en het voedsel naar boven/beneden kunnen duwen
6
Q
Stratum obliquea - maag
A
Schuine spierlaag
7
Q
Waarvoor dienen de plooien (plicae circularis) van het duodenum?
A
Voor een goede opname van voedingsstoffen en het kneden van een goede opname van de voedselbrok.
8
Q
Welke afvoerbuizen monden uit in de papil van Vater?
A
- Ductus choledochus
- Ductus pancreaticus
9
Q
Hoe wordt de papil van Vater ook wel genoemd?
A
Papilla duodeni major