zwangerschap Flashcards

1
Q

welke mensen overlijden aan CV-aandoeningen?

A

de mensen die niet bekend bij ons zijn en een mitralisklep insufficiëntie of aortadissectie hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurt er met de CO in het 2e trimester van de zwangerschap?

A

neemt toe met 30-50%. lichaamswater neemt met 6-12 L toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat gebeurt er met de BD in de zwangerschap?

A

deze daalt en een mid pregnancy drop van 15 mmHg dit normaliseert tegen het einde van de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer is er een risico moment voor zwangeren?

A

post partum want de placenta komt dan terug in systeem en daardoor is er een additionele volumebelasting in de eerste 48 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

dus welke hemodynamische veranderingen zijn er in de zwangerschap?

A
  • volume expansie bloed (6-12L) door retentie water en zout
  • toename CO
  • afname systemische vaatweerstand en bloeddruk
    veranderingen beginnen al vanaf de 5e week in de zwangerschap, piek in 2e trimester dan niks en dan na de partus
    (ook stijging erytrocyen massa van 20-30%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurt er met de HF in zwangeren?

A

stijgt met 15-20 bpm er is geen verandering in linker en rechter ventrikel EF.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat heeft de houding voor invloed in de zwangerschap?

A

linker zij ligging versus rug is 20-25% verschil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke veranderingen zijn er tijdens de partus?

A

er is 10-15% toename van CO pre-partus en daarna 24% gedurende actieve fase. als je bevalt is je CO %0% verhoogd.
bij elke wee is er 15-25% systolische toename en 10-15% diastolische toename

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer normaliseert de CO?

A

24 weken na post partum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe werkt het WHO-risico model bij zwangeren?

A
  • groep 1: pulmonaal stenose. het risico is niet noemingswaardig verhoogd bij deze mensen
  • groep 2-3 is een goed gecorrigeerde Fallot. dit is een grote groep.
  • groep 4: is contra-indicatie om zwanger te worden (PAH, Ehlers-Danlos, Fontan).
    groep 1-2 kan in periferie en 3-4 moet in tertiair soms krijgen patiënten op eens aorta dilatatie dan moet je nadenken of je de zwangerschap wel wil doorzetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

in welke groep valt een ernstige mitralisklep stenose?

A

WHO 4 kleplijden leidt tot veel problemen in mitraal en aorta (rechts minder een probleem) kleppen. maar als het niet ernstig is dan zit je in WHO3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de follow-up van ernstige stenose?

A

elke 1-2 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de behandeling van MS en AoS?

A

je kijkt of ze symptomen hebben en dan kan je bèta blokkers, diuretica en evt antistolling doen. er is een interventie voorkeur na de 20ste week indien er NYHA III/IV is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke antistolling gebruik je bij zwangerschap?

A

LMHW in 1ste trimester ipv VKA. er is groter variatie in anticoagulantia regimes. als organogenese klaar is VKA en dan richting bevalling weer LMHW en dan na 2 weken na bevalling dan VKA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat weet je over zwangeren met mechanische klepprothese?

A

hebben hoog risico op complicaties. slechts 58% heeft een ongecompliceerde zwangerschap met levend kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de belangrijkste doodsoorzaak bij zwangeren?

A

coronairlijden er is geen afname van mortaliteit over de jaren (dus blijft nummer 1). ze hebben vaak geeen afwijkingen bij LO.

17
Q

wat is de 2e doodsoorzaak bij zwangeren?

A

hartfalen dit kan je behandelen met bètablokkers, tombro-embolische profylaxe, bedrust

18
Q

hoe groot is de kans op een miskraam bij Fontan?

A

50%

19
Q

in welke WHO zit Fontan?

A

3 of 4. er is een indicatie voor antistolling

20
Q

wat is de WHO van TGA?

A

atriale switch is het advies afhankelijk van functie sRV en bij arteriële switch is het laag risico

21
Q

wanneer spreek je van een contra-indicaties bij een aortapathologie?

A

Marfan: >45 mm is een contra.je overweegt het starten van bèta blokkers
bicuspide: > 50 mm

22
Q

welke WHO is PH en eisenmenger syndroom?

A

WHO IV