HC.2.1 – Besliskunde in cardiovasculaire interventie Flashcards

1
Q

wat zijn 3 manieren om een klinische waarschijnlijkheid in te schatten?

A
  • Persoonlijke ervaring: De schatting van een chirurg van de patiënt die een operatie overleeft, geleid door persoonlijke ervaring met deze operatie bij soortgelijke patiënten (dit is beperkt)
  • Gepubliceerde ervaring: Frequentie van overlijden na de specifieke operatie volgens gepubliceerde rapporten (gemiddelde cijfers voor een grote en diverse populatie). Dit zijn dus internationale cohort studies over de ervaring van een grote groep chirurgen.
  • Attributen van de patiënt: De ervaren chirurg gebruikt gepubliceerde rapporten en persoonlijke ervaring als uitgangspunt en plaatst deze informatie in de context van de kenmerken van de patiënt. Elke patiënt is namelijk uniek en kan daardoor anders reageren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het verschil tussen pre-test probability en post-test probability?

A

pre is voordat je gaat testen. dit is gelijk aan de prevalentie
post dan heb je getest als die test positief is dan grotere kans anders minder grote kans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe bereken je de pre-probability?

A

dit is hetzelfde als prevalentie. dus totaal aantal zieken/zieken + niet zieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe bereken je de post-probability?

A

je pakt 1000 mensen dan deel je dat op naar prevalentie. dan op de test kans. en dan alle postieve gedeeld door totaal positeive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe bereken je de sensitiviteit?

A

TPR = TP/ TP + FN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe bereken je de specificiteit?

A

TNR = TN/TN + FP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly