Zorgstandaarden Flashcards

1
Q

Zorgstandaard

A

Beschrijft de norm waaraan multidisciplinaire zorg moet voldoen.

  • Niet beperkt to inhoud van de zorg, ook organisatiestructuur van het proces en kwali indicatoren
  • Beschrijft voor patient verwachtingen voor behandeling, participatie en omgeving/organisatie van zorg
  • Stoornis-specifiek (atm 16)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Richtlijn

A

Beschrijft in detail de inhoud van de zorg. het is een advies dat het ‘wat, wanneer en waarom’ beschrijft en is gekoppeld aan een diagnose.

Typisch onderzocht dmv RCTs en meta-analyses om te zien welke behandeling meest effectief is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 Kernfactoren voor kwaliteitsstandaard

A
  1. Wetenschappelijk evidentie (evidence based)
    - empirische onderzoeken die over diagnose richtlijnen stellen
  2. Praktijk overwegingen (practice based)
    - Expertise consensus, contextuele factoren om rekening mee te houden
  3. Ervaringen van patiënten, betrokkenen en behandelaren (experience based)

1&2 vormen samen de richtlijnen

In combinatie met 3 de zorgstandaard

Dit netwerk vormt kwaliteitsstandaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ZPM

A

Zorgprestatiemodel. Ingezet door overheid om bekostigingssysteem voor GGZ (inc forensische) weer te geven.

  • Afhankelijk van aantal factoren
    1. Type zorg (bv diagnostiek/behandeling)
    2. Beroepscategorie (bv basis, gz psycholoog)
    3. Setting (bv ambulant, klinisch, gedwongen)
  • Bepaald welke vergoeding zorgaanbieder krijgt voor geleverde zorg

Rede:
- Herkenbaar en controleerbaar voor patient
- Minder administratieve lasten
- Betere weerspiegeling zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

5 verwijscriteria

A
  1. Vermoeden DSM stoornis
  2. Ernst van problematiek
  3. Mate van risico
  4. Complexiteit
  5. Beloop van klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly