Pscyhofarmaca; dynamiek

Question 1

Famacodynamiek

Answer 1

Niveau van prikkeloverdracht van zenuw naar zenuw. Waar we denken dat medicatie een effect op heeft.

synaptische transmissie wordt gealtereerd

Question 2

Heropname

Answer 2

1/3 van medicijnen heeft hier effect op, de heropname van de neurotransmitters wordt geblokkeerd (Bijv Ritalin)

Question 3

Receptoren

Answer 3

1/3 van medicijnen heeft hier effect op. De receptoren in het postsynaptische membraan. Worden er bijvoorbeeld meer of minder receptoren

Question 4

Enzymen

Answer 4

1/10 van de medicijnen heeft hier effect op. Enzymen die neurotransmitters afbreken. (bijv MOAs)

Question 5

Agonisten

Answer 5

Binden zich aan de receptor waardoor er meer ionen kunnen passeren dan in ruststand.

Question 6

Antagonisten

Answer 6

Binden zich aan de receptor waardoor de werking van de agonist wordt gestopt. De doorlating van ionen gaat terug naar de ruststand

Question 7

Agonist spectrum

Answer 7

Agonist; bevorderd doorlating

Partial agonist; maakt het iets meer dan ruststand

Antagonist: brengt het terug naar ruststand

Inverse agonist: blokkeert de doorlating van ionen

Question 8

Desensitisatie

Answer 8

Lang genoege activatie van en agonist zorgt voor desensitisatie waarbij het effect ervan langzaam verdwijnt. De activatie lijkt dan ondanks hechting van de agonist op een receptor in ruststand.

Question 9

Downregulatie

Answer 9

Bij lange periode van desensitisatie volgt downregulatie, minder receptoren aanwezig in de postsynaptisch membraan.

Tegonvergestelde = upregulatie, meer receptoren in membraan

Question 10

Synthese van neurtransmitters

Answer 10

Acetyl coenzym A (uit metabolisme)
- maakt acetylcholine

Phenylalanine (uit dieet)
- nodig voor dopamine, norepinephrine en epinephrine

Tryptophan (uit dieet)
- Nodig voor serotonine