Farmacokinetiek Flashcards
Farmacokinetiek
Beschrijft de processen waaraan een werkzame stof in het lichaam wordt onderworpen.
Cmax, Tmax en T1/2
Cmax (maximale plasmaconcentratie)
= Maximale hoogt van middel in het bloed
Tmax
= gemiddelde tijd om Cmax te bereiken. Belangrijk voor werkingssnelheid en verslaving, eg coke
T1/2 (halfwaardetijd)
= tijd tot helft van de stof is uitgescheiden. Belangrijk voor werkingsduur en ontwenning.
Leverenzymen (P450)
Enzymen in de lever die belangrijk zijn voor afbraak van stoffen, interacties tussen stoffen en
individuele verschillen in snelheid van afbraak bijv;
- fluvoxamine/cafeine gebruik, roken, koorts, ras, geslacht etc.
Interacties
Substraat
- Het middel dat wordt afgebroken door het enzym
Inducerend
- Zorgt voor meer enzym actie, verkort halfwaardetijd
Inhiberend
- Zorgt voor minder enzym actie, verlengd halfwaardetijd *verhoogd piekplasma
Genetische variatie
Er bestaat een genetische variatie in nde activiteit van enzymen, je kan bijv een slow metabolizer zijn of een fast metabolizer.
Daarom is het effectief om medicatie aan te passen op genetisch profiel, dit verlaagd significant de ervaren bijwerkingen