Farmacokinetiek Flashcards

1
Q

Farmacokinetiek

A

Beschrijft de processen waaraan een werkzame stof in het lichaam wordt onderworpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cmax, Tmax en T1/2

A

Cmax (maximale plasmaconcentratie)
= Maximale hoogt van middel in het bloed

Tmax
= gemiddelde tijd om Cmax te bereiken. Belangrijk voor werkingssnelheid en verslaving, eg coke

T1/2 (halfwaardetijd)
= tijd tot helft van de stof is uitgescheiden. Belangrijk voor werkingsduur en ontwenning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leverenzymen (P450)

A

Enzymen in de lever die belangrijk zijn voor afbraak van stoffen, interacties tussen stoffen en

individuele verschillen in snelheid van afbraak bijv;
- fluvoxamine/cafeine gebruik, roken, koorts, ras, geslacht etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Interacties

A

Substraat
- Het middel dat wordt afgebroken door het enzym

Inducerend
- Zorgt voor meer enzym actie, verkort halfwaardetijd

Inhiberend
- Zorgt voor minder enzym actie, verlengd halfwaardetijd *verhoogd piekplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Genetische variatie

A

Er bestaat een genetische variatie in nde activiteit van enzymen, je kan bijv een slow metabolizer zijn of een fast metabolizer.

Daarom is het effectief om medicatie aan te passen op genetisch profiel, dit verlaagd significant de ervaren bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly