CGT Flashcards

1
Q

CGT

A

CGT: gericht op processen van informatieverwerking; hoe selecteren, interpreteren en archiveren mensen hun waarnemingen en hoe beïnvloedt dit hun gedrag.

  • Gericht op hier en nu
  • Kortdurend en gestructureerd
  • Huiswerkopdrachten
  • Sessies buiten therapiekamer
  • Client tot co-therapeut (activeren/uitdagen)
  • Functieanalyse; wat levert gedrag op
  • betekenisanalyse; wat betekent het gedrag
  • Exposure
  • Cognitieve technieken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gedragsexperimenten

A

Toetsen cognities en alternatieve cognities van de patient en helpen de patient minder angstwekkende cognities eigen te maken. ‘ als-dan ‘ toets

Stappen;
1. Bepalen van angstwekkende/niet-helpende cognitie
2. Formuleren van alternatieve cognitie
3. Bepalen van gedrag dat cognitie onwaarschijnlijk maakt
4. Maken van voorspelling
5. Oefensituatie vasstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Functie-analyse

A

fa: waarmee een verondersteld verband wordt aangegeven tussen disfunctioneel gedrag en consequenties van gedrag; Wat levert het op

Stappen: vaststellen van
1. Situatie (SD)
2. Gedrag (G)
3. Positief gevolg (SR positief) van G
4. Negatief gevolg (SR negatief) van G

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Betekenis analyse

A

Ba; om een aangeleerde associatie tussen twee prikkels in beeld te brengen; wat betekent het (referentiële waarde)

Stappen; vaststellen
1. Situatie (CS)
2. Referentie vaststellen (doet denken aan?)
- evt. verband houdende gebeurtenis uit verleden (UCS/UCR)
3. Gevolgen gedrag (CR)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

G-schema

A

Interpretatie van gebeurtenis als oorzaak van gedrag.
G-schema wordt ingevuld om weer te geven dat cognities niet accuraat zijn. In kaart brengen van situatie -> assumpties/cognitie/coping/auto gedachten -> Reactie/emotie/gevoel

  1. Gebeurtenis
  2. Gedachte
  3. Gevoel
  4. Gedrag
  5. Gevolg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Extinctie

A

Methode om geconditioneerde vreesreacties te verminderen, waarbij de geconditioneerde stimulus herhaaldelijk wordt aangeboden zonder geassocieerde aversieve prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Veiligheidsgedrag

A

Cognitieve en gedragsmatige strategieën om angst te voorkomen. Moet worden voorkomen om de angst te verminderen door extinctie; Responspreventie

Advies dit zo snel mogelijk af te bouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uitgebreide cognitieve model

A

Overtuigingen

Assumpties

Coping strategieën

Situatie

Automatische gedachten

Reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly