ZO.6 - Regulatie van genexpressie op het niveau van transcriptie Flashcards

1
Q

Wat is het fenotype van een cel en waardoor worden deze bepaald?

A

De eigenschappen van een cel
Die worden bepaald door het eiwitexpressiepatroon van de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het eiwitexpressiepatroon?

A

welke eiwitten, en in welke hoeveelheid, in een cel aanwezig zijn op een bepaald moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat beïnvloedt het eiwitexpressiepatroon?

A

Verandering in omgevingsfactoren (adaptief) en plaats-tijd (weefsel-specifiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is regulatie op niveau van de start van transcriptie het meest efficiënt?

A

Dat proces vereist de meeste energie en dus is het energetisch het meest gunstig om hier te reguleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lac-operon:
Benoem voor de activator site het regulatoreiwit, de signaalstof en wanneer deze aanwezig is

A

regulator eiwit: CAP
signaalstof: cAMP
wanneer aanwezig: laag glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lac-operon:
Benoem voor de operator het regulatoreiwit, de signaalstof en wanneer deze aanwezig is

A

regulatoreiwit: lac repressor
signaalstof: lactose
wanneer aanwezig: hoog lactose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leer de tabel van lac operon

A

Gedaan/ken ik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waardoor worden alleen de ong. 30 genen die coderen voor vetzuuroxidatie enzymen geactiveerd door vetzuren, in tegenstelling tot de ong. 23000 andere genen?

A
  • de vetzuuroxidatie genen hebben allemaal enhancer elementen met dezelfde functie
  • de vetzuuroxidatie genen worden geactiveerd door dezelfde genregulator eiwitten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke streng zit de 5’-TATAA-3’ sequentie ten opzichte van de coderende DNA streng?

A

Op de coderende streng, de andere streng wordt als matrijsstreng gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom bevat een TATAA box weinig G’s en C’s?

A

TBP bindt aan dubbelstrengs DNA, en de binding tussen GC basenparen is steviger dan tussen TA basenparen. TA basenparen zijn waarschijnlijk lokaal makkelijker te buigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stap in het transcriptieproces bepaalt hoeveel transcripten er per tijdseenheid worden gemaakt?

A

de frequentie waarmee RNA polymerase II op de promotor wordt geactiveerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beschrijf de volgorde van stappen waarmee een op grote afstand van de promotor gelegen enhancer de transcriptie van een gen activeert.

A
  1. genregulator eiwit bindt aan enhancer
  2. DNA maakt een lus
  3. genregulator komt dicht bij promotor
  4. contact genregulator eiwit met transcriptie initiatie complex
  5. fosforylering van RNA polymerase II
  6. RNA polymerase II start transcriptie
  7. transcriptie initiatie complex valt uit elkaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waardoor worden van genen met nabijgelegen enhancers relatief meer transcripten gemaakt?

A

De nabijheid van enhancer en promotor verhoogt de kans dat een enhancer-gebonden genregulator eiwit contact maakt met het transcriptie initiatie complex op de promotor, waardoor de frequentie van het starten van transcriptie sterk toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe herkent en bindt een genregulator eiwit een specifieke basenvolgorde in dubbelstrengs DNA, zonder de DNA helix te ontwinden?

A

Basenvolgorde-afhankelijke H-brugvorming tussen de basen van het DNA en specifieke aminozuur restgroepen van de transcriptiefactor in vooral de grote groeve van dubbel helix DNA. Herkenning vanaf de zijkant; het is niet nodig om de helix te openen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn 3 voordelen van genregulator eiwitten die functioneel zijn als dimeer?

A
  1. Door DNA te binden als dimeer ontstaan er meer contactpunten met het DNA, en daarmee bindt het eiwit steviger met het DNA
  2. Doordat de vereiste basenvolgorde dubbel zo lang wordt, is het dimeer ook basenvolgorde selectiever dan een monomeer
  3. Hetero-dimeren geven de mogelijkheid om verschillende eiwitten te combineren waardoor een scala aan variaties ontstaan om verschillende DNA volgordes specifiek te binden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom is het nuttig dat DNA-bindende domeinen veel basische aminozuren bevatten?

A

Basische aminozuren zijn bij de pH van de cel positief geladen, en hebben daardoor een intrinsieke affiniteit voor de binding aan DNA dat negatief geladen is door de fosfaatgroepen aan de buitenkant. Dat zorgt voor een nog stevigere binding aan het DNA.
Daarnaast kan arginine H-bruggen vormen met basenparen in het DNA, wat bijdraagt aan de specifieke herkenning van de basenvolgorde.

17
Q

Beschrijf de volgorde van de processen na het smeren van een corticosteroïd zalf

A
  1. transport cortisol door de celmembraan
  2. binding cortisol aan GR
  3. transport van GR van cytosol naar kern
  4. binding GR aan specifieke enhancers
  5. activatie RNA polymerase II
  6. start transcriptie en RNA processing
  7. transport mRNA van kern naar cytosol
  8. translatie van mRNA
18
Q

Wat maakt kernreceptoren een bijzondere klasse van genregulatoreiwitten?

A

Het heeft ook een ligand-bindingsdomein