ZO.6 - Regulatie van genexpressie op het niveau van transcriptie Flashcards
Wat is het fenotype van een cel en waardoor worden deze bepaald?
De eigenschappen van een cel
Die worden bepaald door het eiwitexpressiepatroon van de cel
Wat is het eiwitexpressiepatroon?
welke eiwitten, en in welke hoeveelheid, in een cel aanwezig zijn op een bepaald moment
Wat beïnvloedt het eiwitexpressiepatroon?
Verandering in omgevingsfactoren (adaptief) en plaats-tijd (weefsel-specifiek)
Waarom is regulatie op niveau van de start van transcriptie het meest efficiënt?
Dat proces vereist de meeste energie en dus is het energetisch het meest gunstig om hier te reguleren
Lac-operon:
Benoem voor de activator site het regulatoreiwit, de signaalstof en wanneer deze aanwezig is
regulator eiwit: CAP
signaalstof: cAMP
wanneer aanwezig: laag glucose
Lac-operon:
Benoem voor de operator het regulatoreiwit, de signaalstof en wanneer deze aanwezig is
regulatoreiwit: lac repressor
signaalstof: lactose
wanneer aanwezig: hoog lactose
Leer de tabel van lac operon
Gedaan/ken ik
Waardoor worden alleen de ong. 30 genen die coderen voor vetzuuroxidatie enzymen geactiveerd door vetzuren, in tegenstelling tot de ong. 23000 andere genen?
- de vetzuuroxidatie genen hebben allemaal enhancer elementen met dezelfde functie
- de vetzuuroxidatie genen worden geactiveerd door dezelfde genregulator eiwitten
Op welke streng zit de 5’-TATAA-3’ sequentie ten opzichte van de coderende DNA streng?
Op de coderende streng, de andere streng wordt als matrijsstreng gebruikt
Waarom bevat een TATAA box weinig G’s en C’s?
TBP bindt aan dubbelstrengs DNA, en de binding tussen GC basenparen is steviger dan tussen TA basenparen. TA basenparen zijn waarschijnlijk lokaal makkelijker te buigen
Welke stap in het transcriptieproces bepaalt hoeveel transcripten er per tijdseenheid worden gemaakt?
de frequentie waarmee RNA polymerase II op de promotor wordt geactiveerd
Beschrijf de volgorde van stappen waarmee een op grote afstand van de promotor gelegen enhancer de transcriptie van een gen activeert.
- genregulator eiwit bindt aan enhancer
- DNA maakt een lus
- genregulator komt dicht bij promotor
- contact genregulator eiwit met transcriptie initiatie complex
- fosforylering van RNA polymerase II
- RNA polymerase II start transcriptie
- transcriptie initiatie complex valt uit elkaar
Waardoor worden van genen met nabijgelegen enhancers relatief meer transcripten gemaakt?
De nabijheid van enhancer en promotor verhoogt de kans dat een enhancer-gebonden genregulator eiwit contact maakt met het transcriptie initiatie complex op de promotor, waardoor de frequentie van het starten van transcriptie sterk toeneemt
Hoe herkent en bindt een genregulator eiwit een specifieke basenvolgorde in dubbelstrengs DNA, zonder de DNA helix te ontwinden?
Basenvolgorde-afhankelijke H-brugvorming tussen de basen van het DNA en specifieke aminozuur restgroepen van de transcriptiefactor in vooral de grote groeve van dubbel helix DNA. Herkenning vanaf de zijkant; het is niet nodig om de helix te openen.
Wat zijn 3 voordelen van genregulator eiwitten die functioneel zijn als dimeer?
- Door DNA te binden als dimeer ontstaan er meer contactpunten met het DNA, en daarmee bindt het eiwit steviger met het DNA
- Doordat de vereiste basenvolgorde dubbel zo lang wordt, is het dimeer ook basenvolgorde selectiever dan een monomeer
- Hetero-dimeren geven de mogelijkheid om verschillende eiwitten te combineren waardoor een scala aan variaties ontstaan om verschillende DNA volgordes specifiek te binden.