ZO.5 - Cytoskelet cel-cel verbindingen en extracellulaire matrix

Question 1

Welk type intermediair filament wordt in epitheelcellen aangetroffen?

Answer 1

keratine

Question 2

Welk type intermediair filament wordt in spiercellen aangetroffen?

Answer 2

desmine

Question 3

Welk type intermediair filament wordt in glia weefsel aangetroffen?

Answer 3

glia fibrillair acid proteïne (GFAP)

Question 4

Welk type intermediair filament wordt in zenuwcellen aangetroffen?

Answer 4

neutrofilament

Question 5

Welk type intermediair filament wordt in bind- en steunweefsel aangetroffen?

Answer 5

vimentine

Question 6

Wat zijn de twee belangrijkste componenten van ECM?

Answer 6

• collageen
• proteoglycanen

Question 7

Welke celfuncties zijn betrokken bij het verschil in huid tussen jou en je grootouders?

Answer 7

Eiwit synthese, glycosylering, secretie (van celmatrix componenten), celdeling/apoptose.

Question 8

Waarom kan je door een mutatie in glycosyltransferase blind worden?

Answer 8

Het transparante deel van het oog (lens, glasachtig lichaam) bestaat voor een groot gedeelte uit proteoglycanen en glycoproteïnen.

Question 9

Noem twee redenen waarom de cel pro-collageen uitscheidt en niet collageen

Answer 9

Polymerisatie van collageen in het Golgi-systeem zou
- de werking van het Golgi en de secretie remmen
- de vorming van extracellulaire structuren bemoeilijken.

Question 10

Welk eiwit verbindt intracellulair integrine met actine?

Answer 10

alpha-actinine

Question 11

Welk eiwit verbindt intracellulair integrine met intermediair filamenten?

Answer 11

plectine

Question 12

Hoe zijn tight-junctions opgebouwd en wat is de belangrijkste functie van deze structuur?

Answer 12

Transmembraaneiwitten (Claudines en occludine) vormen een band rondom cel en maken verbinding met naburige cellen, waardoor een vlakke laag cellen ontstaat met een boven (apical) en een onder (baso-lateraal-) membraan. De samenstelling van beide membranen verschilt doordat het transportsysteem van nieuw gesynthetiseerde membraan eiwitten (zie ‘sorting’) een onderscheid maakt tussen eiwitten met deze twee bestemmingen. Het gevolg is een asymmetrische verdeling van transport systemen die vectorieel transport (apical< -> basolateraal) mogelijk maakt.

Question 13

Zou een remmer van connexins een effect kunnen hebben op het gedrag van borstkanker in cellen?

Answer 13

Ja, dat is enige tijd geleden aangetoond. De verklaring is dat connexins een rol spelen bij de intercellulaire communicatie, die bij normale cellen verhindert dat ongecontroleerde migratie en celdeling optreedt (probeer onderstaande referentie eens te vinden in het PubMed data base systeem op internet: