HC.7 - Cel adaptatie Flashcards
Welke twee belangrijke factoren bepalen de samenstelling van de ECM?
- functie
- omstandigheden (adaptatie en pathologie)
Wat zijn integrines?
Integrines zijn transmembraaneiwitten die aan de ene kant in de cel verankerd zijn met het cytoskelet (actine) en aan de buitenkant verankerd is in de ECM.
Wat zijn de drie belangrijkste bestandsdelen van het basale membraan?
- collageen type IV
- laminin
- proteoglycanen
homeostase
behoud van de “steady state” van een cel
Benoem de 5 vormen van cellulaire adaptatie
- atrofie
- hypertrofie
- hyperplasie
- metaplasie
- dysplasie (fase van definitieve metaplasie)
Wat is atrofie?
Vermindering van het aantal cellen, doordat een cel zijn metabolisme platlegt. Eiwitsynthese en cel inhoud verminderen hierdoor.
Benoem de verschillende oorzaken van atrofie
- leeftijdsgebonden atrofie
- pathologische atrofie (catabolisme, gelokaliseerd, neurale atrofie)
Wat zijn oorzaken van spieratrofie?
- slechte voeding
- leeftijd
- genetica
- medische oorzaak
- neurale aandoeningen
Beschrijf het mechanisme van atrofie
1: verminderde eiwitsynthese
2: verhoogde eiwit afbraak (ubiquitine)
3: afbraak cytoskolet en andere cytosolaire eiwitten
4: autofagosomen
Wanneer is herstel van atrofie mogelijk?
Als de signalen voor atrofie ontbreken
Wat is hypertrofie?
Het toename van weefsel door de vergroting van individuele cellen. Hierdoor neemt het aantal organellen in de cel en structurele eiwitten toe, want de energievraag en vraag naar bouwstenen neemt toe. Ook toename van het ECM
Welke twee vormen van hypertrofie zijn er?
- fysiologische hypertrofie (sport, hormonen)
- pathologische hypertrofie (compensatie na schade)
Wat is hyperplasie?
Toeneme van het aantal cellen door celdeling (mitose)
Welke twee vormen van hyperplasie kennen we?
- hyperplasie ter compensatie: herstel/regeneratie
- hormonale hyperplasie: onder invloed van hormonen
Wat is metaplasie?
Metaplasie is de transformatie van een cel type naar een ander celtype, veroorzaakt door stamcel herprogrammering?
Juist/Onjuist?
Metaplasie is een onomkeerbaar proces
Onjuist. Metaplasie is een omkeerbaar proces, indien metaplsie stimulus wordt weggenomen
Wat is dysplasie?
Dysplasie is definitieve, abnormale verandering van cellen
Wat is neoplasie?
Neoplasie is abnormale excessieve groei
Wat is apoptose en wat is het belangrijkste kenmerk?
Apoptose is zelfmoord van een cel en is signaal geïnduceerd
Beschrijf het proces van apoptose
1: pre-apoptose
2: de cel krimpt en chromatine condenseert door apoptose
3: protrusie van het membraan en maken van autofagosomen
4; de cel fragmenteert in kleine stukjes, die door macrofagen in je lichaam worden opgeruimd
Wanneer is apoptose onomkeerbaar?
Zodra chromatine gaat condenseren
Welke stimuli kunnen leiden tot apoptose?
- DNA-schade
- hypoxia (schade aan de cel van buitenaf (bestraling, toxiden, radicalen)
- wegnemen van groeifactoren
- specifieke signalen (death receptoren)
- cytotoxische T-cellen
- wegnemen van innervatie
Waar is apoptose wel functioneel?
- verwijdering van onnodig weefsel
- orgaanvorming (o.a. tijdens embryogenese)
Wat is necrose en wat is het kenmerk?
Necrose is celdood geïnduceerd door celbeschadiging
Wanneer treedt necrose op?
Als een cel met een bepaald signaal niet om kan gaan
Beschrijf het proces van necrose?
Normale cel krijgt een signaal waar het niet mee kan omgaan –> reversibele zwelling –> irreversibele zwelling als signaal lang aanhoudt –> disintegratie, waarna celinhoud in bloedbaan of weefsel terecht komt –> opruiming door macrofagen
Waardoor zwelt een cel bij necrose op?
- cel krijgt signaal waar het niet goed mee om kan gaan, waardoor energiehuishouding platgelegd wordt (respons opwekken), maar de respons kan niet worden opgewekt
- lek zijn van het membraan of een kapotte receptor
Apoptose of necrose?
Hypoxia
Apoptose of necrose (hangt af van celtype)
Apoptose of necrose?
meerdere stimuli van beschadiging
necrose
Apoptose of necrose?
mutaties, cel stress, infecties
apoptose
apoptose of necrose?
DNA-schade door radiatie
apoptose
Apoptose of necrose?
infecties, immunnologische disorders –> ontsteking
necrose of apoptose (afhankelijk van situatie)
Welke drie verschillende mechanismen zijn er waarbij moleculen cel-adhesie veroorzaken?
- homofiele binding (cadherine / integrine)
- heterofiele binding: carbohydraat met selectine
- binding via een extracellulair linker molecuul
Hoe wordt weefselschade hersteld?
- migratie
- deling
Wat is extracellulaire matrix?
Het materiaal dat cellen om zich heen uitscheiden
Wat zijn de vier hoofdgroepen weefsels?
- bindweefsel
- epitheelweefsel
- zenuwweefsel
- spierweefsel
Wat zijn kenmerken van bindweefsel?
- veel extracellulaire matrix
- cellen als rozijnen in een puddings verspreid
- ECM draagt mechanische last
- treksterkte voornamelijk afkomstig van eiwitvezels
Hoe controleren bindweefselcellen de oriëntatie van collageen?
- door collageen uit te scheiden op een georiënteerde manier
- door collageen te herschikken
Waardoor kunnen cellen interacties aangaan met het collageen in de ECM?
Dankzij integrinen. Integrinen zijn transmembrane receptoreiwitten die intracellulair via een set adaptormoleculen zijn gebonden aan actine filamenten en extracellulair via fibroconectin zijn verbonden aan collageenvezels
Noem een aantal functies van epitheel
- beschermingsbarrière
- biochemische functies
- secretie van speciale producten
- absorberen van nutriënten
- detectie van signalen
Wat zijn gemeenschappelijke eigenschappen van epitheel?
o Epitheel omslaat het externe oppervlak van het lichaam
o Epitheel bekleedt en belijnt alle interne holtes
o Epitheelcellen creëren een barrière
o Selectieve inname en afgifte van moleculen/water/nutriënten
o Bevat receptoren voor uitwendige signalen
o Beschermt het interieur van het organisme tegen micro-organismen en vloeistofverlies
Welke kant van epitheel is vrij en blootgesteld aan lucht of lichaamsvloeistof?
apicale kant
Welke kant van epitheel is vastgehecht aan de basale lamina?
de basale kant
Wat is de basale lamina?
Een dun, stevig vel van het ECM, grotendeels opgebouwd uit collageen type IV en laminin
Wat is laminin?
Een eiwit die aanhechtingsplaatsen biedt voor integrinemoleculen in het basale plasmamembraan van epitheelcellen (vergelijkbare functie met fibroconectin)
Wat is de functie van tight junctions?
Tight junctions sluiten buurcellen nauw op elkaar aan zodat in water oplosbare moleculen niet makkelijk langs de cellen kunnen
- functie in barrièrevorming
- functie in behouden van de polariteit van individuele epitheelcellen
Waardoor wordt een tight junction gevormd?
Door claudins en occludins
Welke 3 cytoskelet-linked junctions bestaan er?
- adherens junction
- desmosomen
- hemidesmosomen
Wat is de functie van cytoskelet-linked junctions?
het bieden van mechanische sterkte
Beschrijf de opbouw van een adherens junction
Elk cadherin molecuul is binnen de cel via meerdere linker eiwitten vastgebonden aan actine filamenten en vaak wordt er een continue adhesiering rondom de epitheelcel gevormd
Beschrijf de opbouw van een desmosoom
Een specifiek type cadherine moleculen in verbonden aan intermediair filamenten (keratine in epitheelcellen)
Beschrijf de opbouw van hemidesmosomen
Integrinen binden aan de basale zijde aan laminin in de basale lamine en binden intracellulair via linker eiwitten aan intermediair filamenten
Wat is de diameter van een gap junction?
2-4 nm
Wat is de functie van gap junctions?
- transport van anorganische ionen en kleine in water-oplosbare moleculen direct van cytosol naar cytosol
- elektrische en metabolische koppeling tussen cellen
Hoe is een gap junction opgebouwd?
Vele connexons vormen samen een holle buis transmembraan en intercellulair