ZO 4.1 Flashcards

1
Q

De basis van innovatie ligt bij

A

de basis en het betrekken van je stakeholders

innovatie in fase ‘volwassenheid’ en ‘neergang’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Productlevenscyclus

A

5 fasen:

1) Ontwikkeling
2) Introductie
3) Groei
4) Volwassenheid -> ontstaan het dominante ontwerp
    5) Neergang

Gaat er niet om dat product beter is dan bestaande, maar meer de perceptie vd klanten telt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Adoptiebeslissing

A

= de beslissing van een klant om een innovatie te kopen of gebruiken

4 groepen factoren belangrijk:

  • De waargenomen product kenmerken
  • De activiteiten van de aanbieder
  • De kenmerken van de klant
  • Externe factoren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Belangrijk klant kenmerk is

A

de mate waarin een klant geneigd is innovatief te zijn.

Rogers onderscheidt -> 5 groepen klanten:

  1. Innovators
  2. Early adopters
  3. Early majority
  4. Late majority
  5. Laggards
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diffusie

A

= het proces van verspreiding van een innovatie onder leden vd doelgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Procesinnovaties

A

verbeteren de uitvoering van operationele activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

managementinnovaties

A

richten zich op hoe de organisatie wordt bestuurd

zijn veranderingen in hoe de leiding wordt gegeven in een organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

cradle to cradle

A

= ontwerpmethode voor processen/producten onder de randvoorwaarde dat er geen afval overblijft. (kringloop)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

systematische procesinnovatie -> 4 stappen

A
  • het bepalen vd doelstellingen
  • vaststellen vd huidige procesprestaties
  • onderzoeken vd mogelijkheden voor procesinnovaties
  • invoeren van veranderingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom falen innovaties?

A

klanten beoordelen een innovatie aan de hand van een referentiepunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

2 vormen van weerstand van klanten:

A

Passief
- potentiele klant heeft zich niet verdiept, is preventief tegen het product
natuurlijke en situationele weerstand

Actief
- innovatie wel gebruikt, vinden het uiteindelijk niet wat
functionele barrières
psychologische barrères

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Acceptatie van technologie

A

Acceptatie van technologie beslaat het proces dat begint met het zich bewust worden van een nieuwe technologie en eindigt met het incorporeren van het gebruik van die technologie in zijn of haar dagelijks leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Radicale innovaties

A

œ Radicale innovaties = ontstaat er een nieuwe markt of een nieuw marktsegment
○ Een nieuwe markt ontstaat bij een echt nieuw product.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Incrementele innovaties

A

œ Incrementele innovaties = stapsgewijze innovaties.

○ Gaat om bestaande producten of processen die worden verbeterd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Adoptie =

A

De term adoptie refereert aan de beslissing van potentiële gebruikers om gebruik te maken van een innovatie vanuit de overtuiging dat dit de best mogelijke oplossing is. Een innovatie is volledig ‘geadopteerd’ als de meerderheid van de potentiële gebruikers de innovatie omarmt. In het algemeen is adoptie van technologie het resultaat van een complex beslissingsproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken van klanten - Innovators

A

gedreven door innovatie
durven risico te nemen
ALLEREERSTE KOPERS

17
Q

Kenmerken van klanten - Early Adopters

A

kopen nieuwe dingen, nemen risico
OPINIELEIDERS
delen mening –> productgroei neemt toe

18
Q

Kenmerken van klanten - Early Majority

A
  • willen zeker weten dat product goed is

GROOTSTE GROEP MENSEN

19
Q

Kenmerken van klanten - Late Majority

A

negatief tegenover verandering
kopen pas nieuw product als geen ontkomen meer aan is
kopen in SALE

20
Q

Kenmerken van klanten - Laggards

A

zijn tegen nieuwe innovaties

21
Q

Wie zijn meest interessante klantengroep?

A

early en late majority

gezien hun omvang

22
Q

TAM model

A

Technologie Acceptance Model

draagt bij aan of technologie wel of niet geaccepteerd gaat worden

23
Q

Acceptaties innovaties

A

radicaal -> helemaal nieuw, van niets naar iets

Incrementeel -> stapsgewijs doorvoeren innovatie

Sneller acceptatie bij incrementeel dan radicaal -> kleine aanpassing plaatsgevonden

24
Q

adoptie van innovatie

A

Waargenomen productkenmerken
activiteiten van de aanbieder
kenmerken van de klant
externe factoren

25
Q

Het meten van de mate van innovatie succes

A

klantenacceptatie
financiële prestatie
projectsucces

succes innovatie programma
innovatievermogen organisatie

Relatieve voordeel dat de innovatie biedt t.o.v. bestaande alternatieven belangrijkste factor

26
Q

1e innovatie op de markt –> first mover advantage

A

het concurrentievoordeel dat een organisatie heeft door als 1e een innovatie op de markt te introduceren