GK 4.2 Flashcards
Dementie is syndroom, geen ziekte
syndroom = verzameling van klachten en symptomen, zodanig gecombineerd dat het als een ziekte te beschrijven is en waarvan niet bekend is wat de precieze oorzaak is.
verzamelnaam voor ruim 50 hersenziektes
- allen progressief, allen cognitieve problemen
- meest voorkomende vorm = alzheimer
ziekteduur van dementie - 6-8 jaar
veel voorkomende symptomen bij dementie
1) Cognitieve symptomen
> Meestal is eerst geheugen en oriëntatie aangedaan, later ook taal, aandacht, concentratie, ruimtelijk inzicht, handelen en herkenning
2) Psychische symptomen
> Ander karakter en gedrag, depressie, agitatie, nachtelijke onrust, wanen en hallucinaties
Meest voorkomende vormen van dementie:
1- 50-70% alzheimer
2- 20-30% vasculaire dementie
3- 10-25% Lewy body dementie en fronto-temporale dementie
Alzheimer (70%)
- stapeling eiwitten (tau) in hersencellen -> sterven af
plaque vorming door opstaling -> geen goede stofwisseling - begint in hippocampus = onderdeel vh limbische systeem
functie = geheugen & oriëntatie - later breidt uit naar cortex (hersenschors)
Geleidelijk beloop: eerst korte termijn geheugen en oriëntatie problemen, daarna LT geheugen, stoornissen in abstract denken, oordeelsvermogen, taalproblemen.
Meestal niet erfelijk (tenzij <65 jaar, 5%)
Vasculaire dementie (20%)
- doorbloeding hersenen slecht -> sterven af
- abrupter begin dan alzheimer (door kleine TIA -> afsluiting)
- stabiele perioden, stapsgewijze verslechtering
symptomen heel verschillend, afhankelijk van welk gebied is aangedaan.
Risicofactoren:
hart- en vaatziekten, overgewicht, roken, hoge RR, verhoogd cholesterol, slecht behandelde diabetes.
Fronto-temporale dementie (10%)
FTD
- Atrofie (afname massa) van fronto-temporale hersenschors
- verandering gedrag & persoonlijkheid
ontremd gedrag, apathie, oordeelsvermogen kwijt
geheugen blijft lang intact - 25-40% erfelijk (tau-eiwit)
leeftijd voorkomen = 40-65 jaar
vaak laat diagnose -> misdiagnose; eerst gedacht aan psychisch probleem door start gedragsstoornissen op jonge leeftijd.
Lewy-body dementie (10%)
- ophoping lewy-lichaampjes (eiwit) in zenuwcellen in cortex en substantia nigra
kan pas na dood worden aangetoond
door lewy bodies -> minder productie dopamine
substantia nigra zorgt voor automatische bewegingen
symptomen: concentraie / aandacht en trillen, traagheid en stijfheid. door verspreiding in brein steeds meer problemen. Fluctuerend verloop over de dag
Sneller progressief dan Alzheimer
Bij welk soort dementie speelt erfelijkheid grootste rol?
FTD
in 25-40% van de gevallen
Diagnostiek dementie
Anamnese
Lichamelijk onderzoek
- zelfzorg, apraxie bij uitkleden (handeling juiste volgorde)
Aanvullend onderzoek
- hersenscan
Cognitief onderzoek
- MMSE, kloktekentest
Medicamenteuze interventies dementie
- Acetylcholinesteraseremmers (rivastigmine)
◊ (minimaal) effect op geheugen en taal (bij 10% effectief) - NMDA-receptorantagonist (memantine)
◊ Minimale verbetering op cognitie en globaal functioneren op ADL - Psychofarmaca bij probleem gedrag (dwalen, apathie, agressie)
Niet-medicamenteuze behandeling dementie
Ø Uitleg patiënt en mantelzorger Ø Opstellen zorgbehandelplan § Psychosociale interventies § Sociale activiteiten § Beweging § Ondersteuning mantelzorger Ø (on)mogelijkheden medicamenteuze interventies Ø Bespreken probleemgedrag Aandacht voor wilsverklaring
Delier
= acute verwardheid
= acute psychische stoornis met veranderd cognitief functioneren (bewustzijn, aandacht, geheugen, oriëntatie) soms met waarnemingsstoornissen (hallucinaties)
□ Kenmerken
§ Acuut ontstaan, fluctuerend beloop over de dag
□ 2 vormen:
§ Hypoactief (stil) en hyperactief (geagiteerd) delier of de mengvorm
□ Oorzaak:
§ Onderliggende lichamelijke ontregeling (vaak UWI / LWI)
□ Gevolgen van een delier
§ Blijvend verminderde cognitie (↓ concentratie / geheugen), verhoogde mortaliteit, langere ligduur, grotere valkans (met risico op #)
Diagnostiek delier
Vaak niet herkend
meetinstrumenten -> diagnosticeren en ernst vast stellen.
ziekenhuis: 3 vragen om risico op delier vast te stellen:
1- Hebt u geheugenproblemen?
2- Hebt u de afgelopen 24 uur hulp nodig gehad bij de zelfzorg?
3- Zijn er bij een eerdere opname of ziekte perioden geweest dat u in de war was?
1x of vaker ja -> risico aanwezig
screeningsinstrument ingezet –> Confusion Assessment Method (CAM) = gouden standaard
Behandeling delier
Gericht op 3 pijlers:
Opsporen oorzaak –> behandelen oorzaak
Optimaliseren oriëntatie en communicatie
○ Kalme omgeving, bril, gehoorapparaat, klok, kalender etc.
Veilige omgeving en nachtrust
○ Geen gevaarlijke voorwerpen, dag-nacht onderscheid, rooming-in familie
Geen vrijheid beperkende maatregelen