GK 4.5 Flashcards

1
Q

Indeling zenuwstelsel - anatomie

A

Centraal zenuwstelsel
- hersenen en ruggenmerg

perifeer zenuwstelsel
- alle andere zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Grijze en witte stof

A

Grijze stof = cellichamen van zenuwcellen
Witte stof = uitlopers (axonen)

In hersenen:
grijze stof ligt als schil om witte stof heen

In ruggenmerg:
Grijze stof ligt centraal en witte stof ligt eromheen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Perifeer zenuwstelsel bestaat uit 2 delen:

A

1) Afferente deel = aanvoerende deel - sensorisch
- leidt informatie van weefsels/organen naar ruggenmerg en hersenen.

2) Efferente deel = afvoerend deel - motorisch
- leidt motorische opdrachten van hersenen naar spieren/klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Efferente deel (PZS) bestaat ook uit 2 delen:

A

1) Somatische zenuwstelsel (SZS)
- reguleert spiercontracties vd skeletspieren (willekeurig en onwillekeurig)

2) autonome zenuwstelsel (AZS)
- autonoom = onbewust
- regelt automatisch het gladde spierweefsel, hartspierweefsel, kliersecretie en vetweefsel.
- regelt op die manier bijna alle onbewuste functies en processen in je lichaam (ademhaling, hartslag, RR, energieproductie, spijsvertering, stofwisseling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Autonome zenuwstelsel bestaat ook weer uit 2 delen:

PZS -> efferent -> autonoom

A

1) Parasympatisch -> zorgt voor rust

2) Sympathisch -> zorgt voor actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

neuron

A

= zenuwcel

zenuw = bundel zenuwcellen (neuronen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neuron bestaat uit:

A

Dendriet -> vangt signaal op (grijs)
0 naar cellichaam toe

Cellichamen -> kunnen niet delen (dood=dood) (grijs)
0 bevat celkern, lichaampjes van Nissl (zorgen voor grijze kleur)

Axon -> geven signaal door (wit)
- myeline = isolatielaagje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 soorten neuronen

A

1) Sensibele neuronen - sensorisch
0 afferent

2) Motorische neuronen
- 0 efferent

3) schakelcellen (interneuronen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sensibele (sensorische) neuronen

A

10 miljoen

Van PZS naar CZS -> afferent = aanvoerend naar CZS
- impuls wordt overgebracht via schakelcellen
Info van uitwendig (zintuigen, temperatuur, priocepsis = positiezin
Info van inwendig (spijsvertering, ademhaling, hart- en bloedvatenstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Motorische neuronen

A

0.5 miljoen

Van CZS naar PZS -> efferent = afvoerend vh CZS

Naar skeletspieren (somatisch motorische neuron)
Naar hart, gladde spieren, klieren etc (visceromotirsche neuron, vh automatische zenuwstelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Schakelcellen

A

20 miljard

allen in het CZS (niet PZS
verbinden sensorische neuronen met motorische neuronen. = verbinding tussen centraal en perifeer zenuwstelsel.

Ook wel interneuronen genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

GOED ONTHOUDEN:

A

Sensorische neuron = altijd afferent; aanvoerend
Motorische neuron = altijd efferent; afvoerend

In hersenen: zit grijze stof als schil om centrale witte stof heen
In ruggenmerg: zit grijze stof centraal en witte stof om grijze heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Neuroglia of gliacellen

A

= helpercel

Functie van de gliacellen:
} Isolatie (prikkel geleiden)
} Beschermen
} Op de plek houden
} Zuurstof en voeding geven
} Opruimen ziekteverwekkers
} Opruimen dode neuronen

Gliacellen in het CZS
Ø Oligodendrocyten -> Aanmaken van myeline (de witte isolatielaag) rond de axonen, om deze te beschermen en verhogen vd snelheid van de prikkeloverdracht.

Ø Astrocyten -> Vormen de bloed-hersenbarrière, reparaties, steun
Ø Microglia -> Ruimen ziektekiemen op
Ø Ependym -> Bekleding ruggenmerg en ventrikels

Gliacellen in het PZS
Ø Satellietcellen -> Reguleren voedings- en neurotransmitterniveaus rondom neuronen

Ø Schwann-cellen -> Aanmaken van myeline (de witte isolatielaag) rond de axonen om deze te beschermen en verhogen vd snelheid van de prikkeloverdracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Anatomie hersenen

A

opgebouwd uit Cerebrum (grote hersenen) en Cerebellum (kleine hersenen) + hersenstam

  • cerebrum -> hogere hersenfuncties
  • cerebellum -> soepel bewegen, evenwicht

Grote hersenen bestaan uit 2 hersenhelften verbonden via corpus callosum = hersenbalk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4 kwabben hersenen:

A

Frontaal -> plannen, handelen, emotie
Temporaal -> herkennen, herinneren
Pariëtaal -> aandacht, ruimte
Occipitaal -> zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hersenstam bestaat uit:

A

Midden hersenen
Pons
Medulla Oblongata (verlengde merg)

17
Q

Hersenvliezen

A

CZS is omgeven door 3 vliezen = meningen

  • CZS = hersenen en ruggenmerg
    1) Dura Mater -> harde vlies
    2) Arachnoïdea Mater -> spinnenwebvlies
    3) Pia mater -> tere vlies
18
Q

Soorten hersenvliezen

A

1) Dura Mater
· Hersenen: 2 dikke vezelige lagen, daartussen vloeistof en kleine bloedvaatjes
· Ruggenmerg: 1 vezelige laag

2) Arachnoïdea mater
· Hersenvocht (liquor) onder de arachnoïdea
· Bloedvaten op pia schijnen door als een spinnenweb

3) Pia mater
· Bloedvaten boven op pia mater
Voorziet cortex van O2 en voedingsstof via bloedbanen