Technologie Flashcards

1
Q

Medische technologie

A

gaat over producten, technologieën en toepassingen, die worden gebruikt bij de diagnose, behandeling en ondersteuning van ziekten en gebreken.

De inspectie houdt toezicht op de veiligheid van medische hulpmiddelen + op veilige toepassing

E-health = niet medisch -> valt niet onder medische technologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Risico indeling

A

Klasse I -> medisch hulpmiddel (wat gebruikt kan worden, en vooral veilig moet zijn): bijv. rolstoel
> Laagste risicoklasse waar een medisch instrument in kan vallen

Klasse IIa -> die bepaald of diagnosticeert: helpt met bepaalde waarden interpreteren, röntgen, alarm als bloeddruk te hoog wordt.
> Gericht op diagnose

Klasse IIb -> gaat over toediening (antibioticum via infuuspomp) apparaat moet aan hoge eisen voldoen (mag niet op hol slaan)

Klasse III -> implantanten; alles wat binnenin iemand geplaatst wordt en daar langer moet blijven (pacemaker)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Convenant Medische Technologie

A

landelijk dat technologie veilig en verantwoord wordt gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 pijlers van CMT

A

Convenant Medische TEchnologie
- Veilig product wordt bereikt door goede risico inventarisatie voorafgaand aan de aanschaf

  • Mensen moeten goed geschoold zijn, om zelfstandig met product om te gaan
  • Omgeving moet veilig gebruik garanderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is veiligheid?

A

Veiligheid = de mate van afwezigheid van potentiële oorzaken van een gevaarlijke situatie
&
De mate van aanwezigheid van beschermde maatregelen tegen deze potentiële oorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Risico bepalen

A

Door naar de oorzaken en de gevolgen te kijken

= vlinderstrik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bewaken patiëntveiligheid (SEIPS

A

SEIPS -> er zijn 4 onderdelen die bepalend zijn voor de patiëntveiligheid (in thuissituaties en ziekenhuis)
1) Techniek
§ Techniek moet voldoen aan classificatie + de eisen

2) Organisatie
§ Die moet erop toezien dat alles ook veilig gebeurt
§ Risicoanalyse moet gedaan worden voordat apparaat in huis gehaald wordt

3) Omgeving
§ Voldoet omgeving aan eisen product

4) Taken
§ Wie doet wat als er problemen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bediening

A

= het gebruiken van een product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Interface

A

= een koppelvlak waarmee 2 systemen met elkaar communiceren

Interface is belangrijk voor de bediening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bedieningstechnieken

A
handen/vingers
voeten
mond (spraak)
ogen
hersenen
mond en kin
andere lichaamsdelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uitgebreide bedieningstechnieken

A

Bedieningstechnieken
Merendeel met handen/vingers
○ Hulpmiddelen bij steunkousen, toetsenbord
○ Knoppen -> zijn duidelijk, makkelijker in gebruik
○ Touchscreen -> klein scherm staan veel functies te gebruiken
§ Lastiger bij handschoenen gebruiken
§ 2 soorten Touch screen:
1) Resistief -> meer op drukbewegingen (werkt beter bij handschoenen), wat robuuster, minder gevoelig -> maar wel trager
2) Capacitatief -> gaat meer op basis van geleiding op je hand (mobiel)

­ Voeten
○ Reden om iets met je voeten te bedienen = hygiëne, handen vrij voor andere dingen

Mond (spraak)
○ Robots reageren op je spraak
○ Bijhouden van patiëntendossier -> spraakopname omzetten naar tekst
­
Ogen
○ Scherm kan registreren naar welke hoeken van scherm je kijkt -> bij verlamming kunnen mensen bijv. kijken naar bepaalde woorden en hiermee communiceren.

Hersenen
○ Brein-computer interface

­ Mond en kin

­ Andere lichaamsdelen
Ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

2 soorten Touchscreen

A

1) Resistief -> meer op drukbewegingen (werkt beter bij handschoenen), wat robuuster, minder gevoelig -> maar wel trager
2) Capacitatief -> gaat meer op basis van geleiding op je hand (mobiel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oorzaken moeizaam gebruik

A

Gebruiksvriendelijkheid
· “(super)ingewikkeld te bedienen”

Toegankelijkheid
· “(super)ingewikkeld te bedienen voor gebruikers met een beperking”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is kunstmatige intelligentie?

A

= ‘een verzamelnaam voor machines en systemen die het menselijk denkvermogen nabootsen, benaderen en zelfs overtreffen.’

→ Deze systemen zijn dus in staat te denken zoals mensen dat kunnen.

> Intelligente systemen zijn.
Die zelfstandig taken kunnen uitvoeren in complexe omgevingen.
En eigen prestaties verbeteren door te leren van ervaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe betrouwbaar is kunstmatige intelligentie?

A

voor 70% betrouwbaar en arts is wat minder betrouwbaar.

In toekomst: ondersteuning voor de arts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Risico’s van het gebruik van ICT in de zorg:

A

Vertrouwelijkheid (exclusiviteit)
○ Info en diensten alleen toegankelijk voor bevoegde personen
§ Niet alle verpleegkundige hoeven in het dossier te kijken (alleen diegene die op die afdeling werken bijv.)

Beschikbaarheid (continuïteit)
○ Info en diensten moeten (continu) beschikbaar en toegankelijk zijn.

Betrouwbaarheid (integriteit)
○ Info en diensten moeten in overeenstemming met de werkelijkheid zijn (juist, volledig, actueel)

17
Q

Risico analyse -> zelf bepalen als vpk

A

Risico analyse

1) Welke gebeurtenis?
2) Voor wie is het een probleem?
3) Kans dat het gebeurt?
4) Gevolgen - schade?
5) Hoe voorkomen?
6) Hoe gevolgen beperken?
    7) Wie is verantwoordelijk voor maatregelen?
18
Q

Wet- en regelgeving

A

Wet AVG -> persoonsgegevens

Alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. moet veilig beveiligd worden, zodat ze niet herleidbaar zijn

AVG = algemene verordening Gegevensbescherming

19
Q

Datalek

A

altijd melden bij autoriteit van persoonsgegevens

20
Q

Sensor

A

meet grootheid en zet deze om in een signaal dat wordt weergegeven of tot actie leidt

21
Q

output van een systeem

A

v Analoog of continu
○ Alle waarden binnen het bereik vd sensor zijn mogelijk

v Digitaal of discreet
○ Een beperkt aantal waarden binnen het bereik vd sensor is mogelijk.
§ Binair -> slechts 2 mogelijkheden ‘0’ of ‘1’ (dichotoom)
§ Niet-binair -> meer dan 2 mogelijkheden. Vaak een veelvoud van 2n (bv. 16, 32, 64, 256, etc)

22
Q

Nudging

A

= een duwtje geven in de goede richting door het gewenste gedrag aantrekkelijk te maken, zonder mensen daarbij in hun vrijheden te beperken.