woordenschat Brulingua Flashcards

1
Q

de blindedarmontsteking (substantief)

A

Ontsteking van het wormvormig aanhangsel aan het uiteinde van de dikke darm.

Hij had vorig jaar een acute blindedarmontsteking en moest met spoed geopereerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ontsteking

A

pijnlijke opzwelling.

Door een onsteking in mijn enkel mag ik niet sporten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

spoed

A

snel tempo; snelheid.

Dit werk moet met spoed afgehandeld worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de enkel

A

Gewricht dat de voet met het been verbindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het voorschrift (het recept in NL)

A

Geschreven instrutie die opgevolgd moet worden.

Hij heeft een voorschrift gekregen van de dokter, waarmee hij medicijnen kan gaan halen in de apotheek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gewricht

A

Verbinding die als een soort scharnier tussen twee botten zit.

Je polsen, knieën en ellebogen zijn gewrichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bezorgd(adjectief)

A

Zich zorgen maken.

Hun moeder is altijd bezorgd wanneer ze op reis vertrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de bronchitis

A

Ontsteking van een tak van de luchtpijp.

Op haar leeftijd kan een** bronchitis** gevaarlijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het verband (substantief)

A

Een strook stof om een wond mee af te dekken.

Het verband moet elke dag vervangen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly