Woordenschat - admin Flashcards
1
Q
la quittance
A
de kwijting
2
Q
l’amendement
A
het amendement
3
Q
le quartier général
A
het hoofdkwartier
4
Q
le rapport écrit
A
het schriftelijk verslag
5
Q
la faute de procédure
A
de procedurefout
6
Q
la gestion
A
het beheer = het bestuur
7
Q
le statut syndical
A
het syndicaal statuut
8
Q
la peine d’emprisonnement
A
de gevangenisstraf
9
Q
l’administration communale
A
het gemeente bestuur
10
Q
les partenaires de la coalition
A
de coalitiepartners
11
Q
le chef de service
A
het diensthoofd
12
Q
la frontière linguistique
A
de taalgrens
13
Q
l’indice de santé
A
de gezondheidsindex
14
Q
la cloture (de l’enquete)
A
de afsluiting
15
Q
l’amnistie
A
de amnestie
16
Q
la division (admin)
A
de afdeling
17
Q
le gouvernement fédéral
A
de federale regering
18
Q
le service public
A
de openbare dienst
19
Q
le juge de cassation
A
de cassatierechter
20
Q
le produit national brut
A
het bruto nationaal produkt
21
Q
le citoyen
A
de burger
22
Q
le Ministère public
A
het Openbaar Ministerie
23
Q
le recrutement contractuel
A
de contractuele aanwerving
24
Q
le détaillant
A
de kleinhandelaar
25
la loi interprétative
de interpretatieve wet
26
le vote hostile
de tegenstem
27
les frais de logement
de verblijfkosten
28
les heures supplémentaires
de overuren
29
le Collège des Bourgmestre et Echevins
het college van burgemeester en schepenen
30
le Ministère des Affaires économiques
het Ministerie van Economische Zaken
31
la loi sur les loyers
de huurwet
32
le Tribunal de première instance
de Rechtbank van eerste aanleg
33
la situation familiale
de gezintoestand
34
la gestion de l'Etat
het staatsbeheer
35
la contre-valeur
de tegenwaarde
36
le commerce de gros
de groothandel
37
l'annuaire juridique
het jaarboek
38
le receveur régional
de gewestelijke ontvanger
39
le statut administratif
het administratief statuut
40
l'anticonstitutionnalité
de ongrondwettigheid
41
le compte individuel
de individuele rekening
42
la réforme de l'Etat
de staatshervorming
43
le recrutement
de werving
44
la session (du Collège)
de zittijd
45
le fonctionnaire responsable
de verantwoordelijke ambtenaar
46
l'arrêté
her besluit
47
le contrôle budgétaire
de begrotingscontrole
48
la position administrative
de administratieve stand
49
le gouverneur de province
de provinciegouverneur
50
le bilinguisme
de tweetaligheid
51
le ministère fédéral
het federale ministerie
52
l'intercommunale
de intergemeente maatschappij
53
l'autorité administrative
de administratieve overheid
54
les heures travaillées
de gepresteerde uren
55
le ressort (de la cour...)
het rechtsgebied
56
la Constitution
de Grondwet
57
la prime de fin d'année
de eindejaarspremie
58
le personnel administratif
het administratief personeel
59
le conseil des ministres
de ministerieraad
60
le personnel militaire
het militair personeel
61
la clause de révision
de herzieningsclausule
62
le projet de loi
het wetsontwerp
63
le Conseil flamand
de Vlaamse Raad
64
le remboursement
de terugbetaling
65
le grade spécial
de bijzondere graad
66
l'ancien combattant
de oudstrijder
67
les droits et obligations
de rechten en plichten
68
la règle de conduite
de gedragslijn
69
le Ministère de l'Emploi et du Travail
het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeidle
70
la politique de la jeunesse
het jeugdbeleid
71
l'activité de service
de dienstactiviteit
72
le grade de recrutement
de wervingsgraad
73
l'assurance obligatoire
de verplichte verzekering
74
le membre du parti
het partijlid
75
le personnel auxiliaire
het hulppersoneel
76
le congé parental
het ouderschapsverlof
77
le contrat unilatéral
het eenzijdig contract
78
l'immunité diplomatique
de diplomatische onschendbaarheid
79
le cosignataire
de medeondertekenaar
80
la décision de l'autorité
de overheidsbeslissing
81
le fonctionnaire dirigeant
de leidende ambtenaar
82
la voix de préférence
de voorkeurstem
83
le prix de revient
de kostprijs
84
la législation linguistique
de taalwetgeving
85
la Région wallonne
het Waals Geweest
86
le recensement de la population
de volkstelling
87
le service de formation
de vormingsdienst
88
le candidat aux élections
de verkiezingskandidaat
89
le Ministère de l'Intérieur
de Ministerie van Binnenlandse Zaken
90
les dépenses de personnel
de personeelsuitgaven
91
le préjudice, l'inconvénient
de nadeel
92
les heures de service
de diensturen
93
les Chambres Législatives
de Wetgevende Kamers
94
la surveillance
het toezicht
95
le règlement organique
het organiek reglement
96
les droits de priorité
de prioriteitsrechten
97
l'état côtier
de kuststaad
98
l'ordre de service
de dienstorder
99
la liberté des échanges
de handelsvrijheid
100
le rapport officiel
het officieel rapport
101
notifier (un acte juridique)
ter kennis brengen
102
prononcer (une peine)
uitspreken
103
réduire (une peine)
verminderen
104
bénéficier de, jouir de (un avantage)
genieten van
105
émettre (des emprunts)
uitgeven
106
nommer (à un poste)
benoemen
107
prendre sa retraite
met pensioen gaan
108
dépasser (un seuil)
overschrijden
109
interpeller
interpelleren
110
siéger (pour une autorité)
zitting houden
111
stipuler
bepalen
112
joindre (un avis)
bijvoegen
113
arrêter les comptes
afsluiten
114
rejeter (un projet de loi)
verwerpen
115
déléguer
delegeren
116
solliciter (une pension, une faveur)
aanvragen
117
convoquer (un agent)
ontbieden
118
méconnaitre
miskennen
119
contresigner, cosigner
medeondertekenen
120
le droit à la pension
de recht op pensioen
121
la déclaration d'impôt
de belastingaangifte
122
le conseil de cabinet
de kabinetsraad
123
le blâme
de blaam
124
l'auteur (d'un acte)
de dader
125
la composition du gouvernement
de samenstelling van de regering
126
le moniteur
de monitor
127
le cahier des charges
het bestek
128
l'accident du travail
het arbeidsongeval
129
les parastataux
de parastatalen
130
les principes généraux
de algemene principes
131
le porteur (d'un diplôme)
de houder
132
le successeur
de opvolger
133
le droit administratif
het administratief recht
134
la loi-programme
de programmawet
135
le prononcé de l'arrêt
de uitspraak
136
les affaires civiles
de burgerlijke zaken
137
la maladie professionnelle
de beroepsziekte
138
l'année budgétaire
de begrotingsjaar
139
le dépassement de cadre
de kaderoverschrijding
140
le cadre linguistique
het taalkader
141
le personnel contractuel
het contractueel personnel
142
la sécurité de l'emploi
de werkzekerheid
143
les travaux d'infrastructure
de infrastructuurwerken
144
l'étude préalable
de voorstudie
145
le conseil communal
de gemeenteraad
146
la majorité décisive
het beslissende meerderheid
147
les services extérieurs
de buitendiensten
148
le collaborateur du Roi
de medewerker van de Koning
149
l'effet rétroactif
de terugwerkende kracht
150
le crédit provisoire
het voorlopig krediet
151
le sondage d'opinion
de opiniepeiling
152
l'approbation (d'une loi)
de goedkeuring
153
le duplicata
het duplicaat
154
le droit d'exception
de uitzonderingsrecht
155
la Cour des Comptes
het Rekenhof
156
le grossiste
het groothandelaar
157
les administrations publiques
de overheidsbesturen
158
la grande naturalisation
de grote naturalisatie
159
le Premier Ministre
de Eerste Minister
160
les impôts provinciaux
de provinciale belastingen
161
le traducteur-directeur
de vertaler-directeur
162
la prestation (sociale)
de uitkering
163
le diplôme légal
het wettelijk diploma
164
le droit de vote
het stemrecht
165
la parité linguistique
de taalpariteit
166
l'organisation syndicale
de vakorganisatie
167
les économies (cost cutting)
de besparingen
168
le secrétaire communal
de gemeentesecretaris
169
la profession libérale
het vrij beroep
170
l'affiche électorale
de verkiezingsaffiche
171
l'élécteur
de kiezer
172
l'âge de la retraite
de pensioenleeftijd
173
le conseiller adjoint
de adjunct-adviseur
174
la Cour du Travail
het Arbeidshof
175
le droit public
het publiek recht
176
une lettre recommandée
een aangetekende brief
177
les élections anticipées
de vervroegde verkiezingen
178
les voies hydrauliques
de waterwegen
179
le carnet d'épargne
het spaarboekje
180
le conseil de direction
de directieraad
181
le fonctionnement
de werking
182
le vote de liste
de lijststem
183
l'informaticien-directeur
de informaticus-directeur
184
l'entretien des voies publiques
het onderhoud van de openbare wegen
185
les vêtements de travail
de werkkleding
186
la liberté d'opinion
de vrijheid van meningsuiting
187
la cabinet du Roi
het kabinet van de Koning
188
l'avance (somme d'argent)
de voorschot
189
la réserve de recrutement
de wervingsreserve
190
le précompte immobilier
de onroerende voorheffing
191
la couverture (des dépenses)
de dekking
192
l'adaptation
de aanpassing
193
la sécurité sociale
de sociale zekerheid
194
l'administrateur général
de administrateur-generaal
195
le décret
het decreet
196
la loi spéciale
de bijzondere wet
197
la politique salariale
de loonpolitiek
198
le plébiscite
het plebisciet
199
les droits politiques
de politieke rechten
200
le régime des pensions
het pensioenstelsel
201
le chef programmeur
de hoofdprogrammeur
202
le contrat d'apprentissage
het leercontract
203
les congés payés
de betaalde vakantie
204
la carrière
de loopbaan
205
l'interruption de carrière
de loopbaanonderbreking
206
la faillite
het faillissement
207
le Conseil d'Etat
de Raad van State
208
l'indemnisation tardive
de laattijdige schadeloostelling
209
le Ministère de la Justice
het Ministerie van Justitie
210
le personnel scientifique
het wetenschappelijke personeel
211
le législateur national
de nationale wetgever
212
l'agent immobilier
de makelaar
213
le rôle linguistique
de taalrol
214
la preuve
het bewijs
215
la pièce à conviction
de bewijsstukken
216
la personne juridique
de rechtspersoon
217
supérieur / inférieur
hoger / lager
218
temporaire
tijdelijk
219
démissionnaire
ontslagdemend
220
présumée
vermoedelijk
221
punissable
strafbaar
222
stable
stabiel
223
en temps de paix
in vredestijd
224
de plein droit
van rechtswege
225
à 5 voix de majorité
met een meerderheid van 5 stemmen
226
avoir pour objet
tot doel hebben
227
répartir les sièges
de zetels verdelen
228
à court terme / à long terme
op korte termijn / op lange termijn
229
être rétribué
bezoldig worden
230
se porter candidat (aux élections)
zich kandidaat stellen
231
au sens large
in de brede zin
232
former le gouvernement
de regering samenstellen
233
la majorité l'emporte (pour une décision)
de meerderheid beslist
234
en vertu de ...
krachtens...
235
à l'initiative de
op initiatief
236
voter pour un parti
stemmen voor een partij
237
directement élu
rechtstreeks verkozen
238
entrer en vigueur
van kracht worden
239
de naissance
door geboorte
240
sur base de l'article
op basis van / op grond van artikel
