Les 07 - December 15th 2014 Flashcards
0
Q
Honnete
A
Eerlijk
1
Q
Rightful
A
Terecht
2
Q
Un rebondissement
A
Een beweging
3
Q
Voler
A
Stelen
4
Q
Détourner de l argent
A
Achterover drukken
5
Q
Défendre
A
Verdedigen
6
Q
Un procès
A
Een rechtszaak
7
Q
Faire la navette
A
Pendelen
8
Q
Résumer
A
Samenvatten
9
Q
Lister
A
Opsommen
10
Q
La femme avec qui je parle est ma voisine
A
De vrouw met wie ik spreek is mijn buurvrouw
11
Q
Compter sur quelqu un
A
Rekenen op iemand
12
Q
S asseoir sur une chaise
A
Zitten op een stoel
13
Q
S asseoir a table
A
Zitten aan tafel
14
Q
La tondeuse
A
De grasmachine