Woorden Tekst 5c Flashcards
1
Q
Κελευω
A
Bevelen, verzoeken, vragen om
2
Q
Εκ
A
Uit
3
Q
Αγω
A
Brengen, leiden
4
Q
Ο νεκρος
A
Lijk, dode
5
Q
Ο λογος
A
Woord
6
Q
αυτον
A
Hem (acc pers vnw)
7
Q
Κρατεω
A
Macht hebben over / zich meester maken van / overwinnen
8
Q
Εξεστι
A
Het is (voor iemand) mogelijk / Geoorloofd om
9
Q
Επι
A
Bij, op, aan
10
Q
Αι πυλαι
A
Poort, ingang
11
Q
Αυτου
A
(van) hem (gen pers vnw)
12
Q
Τοτε
A
Dan, toen
13
Q
Ισχυρος
A
Sterk, krachtig