woorden tekst 10b Flashcards
1
Q
η τελευτη
A
einde
2
Q
προτερος
A
eerder, vroeger
3
Q
προτερον
A
eerder (bijwoord)
4
Q
αρχω +gen
A
1 voorgaan, leiden
2 heersen over
5
Q
ελαυνω
A
1 (voort)drijven
2 optrekken, marcheren
6
Q
ευ
A
goed (bijwoord)
7
Q
πιστος
A
trouw, betrouwbaar
8
Q
χωρεω
A
gaan
9
Q
λαμπρος
A
schitterend
10
Q
η πολις acc Iv
A
stad