Woorden les 8 Flashcards
αγγελλω
berichten, melden
αθλιος
ongelukkig
αμα
tegelijk, tegelijkertijd
αντι + gen
in plaats van
αρεσκω+ dat
bevallen aab, in de smaak vallen bij
βοηθεω
te hulp komen, helpen
εν νω εχω
van plan zijn (lett. in de geest hebben)
ευνους
goedgezind (aan)
εχθρος
gehaat (bij) vijandig (aan)
η αληθεια
waarheid
ηδη
al, reeds
η στρατια
leger
η τυχη
lot
κωλυω (+inf)
verhinderen, beletten (om)
ο αγγελος
bode
οι ανδρες (ανδρων)
mannen
ομως
toch
ο ναυτης
zeeman, matroos
ο νους
geest, verstand
ο πατηρ
vader
ο στρατηγος
legeraanvoerder
ο στρατιωτης
soldaat
ουδε
- en niet, maar niet
- ook niet, zelfs niet
ουδεν
- niets
- helemaal niet
ουκετι
niet meer
παρειμι
aanwezig zijn
παντες (παντων)
alle(n)
παυω
(doen/laten) stoppen
(doen/laten) ophouden
πιστευω +dat
vertrouwen
τοδε , mv. ταδε
- dit
- het volgende
τοιουτος, τοιαυτη, τοιουτο
zodanig, dergelijk, zo’n (m,v,o)
φιλτατος
1 liefst, dierbaarst
2 zeer/ heel geliefd, zeer/heel dierbaar